Eudaimonia

Eudaimonia
Wat is een vervuld leven?
Volgens de door Plato opgevoerde wijsgeer Socrates, is een vervuld en goed leven mogelijk wanneer mensen bereid zijn, met bescheidenheid hun standpunten, meningen, verlangens en handelingen met betrekking tot zichzelf en anderen, rechtvaardigheid, moed, eer en gemeenschappelijkheid te blijven onderzoeken. Hierbij tracht een individu dat tot eudaimonia gekomen is, telkens, de gevolgen van zijn denken en handelen in te schatten.
Individuele mensen kunnen op een dergelijke manier alleen tot een goed leven komen, wanneer zij van jongs af aan getraind worden, dat voorschriften, bevelen en instructies ondergeschikt zijn aan de persoonlijke afweging; wat goed leven is.

De omgeving, in Plato’s ogen “de staat” dient een dergelijke persoonlijke afweging mogelijk te maken, onafhankelijk van welke godsdienst dan ook. De staat heeft op de eerste plaats een dienende en gidsende functie. Tegelijkertijd zal de staat ook een heersende functie hebben. De staat zal echter alleen heersen en bevelen, met een duidelijke beleidslijn waarin bekwaamheid en kennis de boventoon voeren.
De leiders van de staat dienen volgens plato voor deze taak opgeleid te worden. Hun bekwaamheid en kennis zijn de belangrijkste voorwaarden voor hun taak. Niet hun politieke vaardigheden of rijkdom.

Het ethische vraagstuk
Het vaststellen wat een goed leven is kan gekleurd worden door de omstandigheden. Een machthebber kan bijvoorbeeld dwingend voorschrijven dat je elke zondag naar de kerk moet om jezelf te omschrijven als iemand die goed leeft. Wanneer je in armoede leeft en kijkt naar iemand die rijk is dan vind je degene die rijk is vermoedelijk iemand die ten koste van jou rijk is en jou een goed leven ontneemt. Wanneer er vervolgens iemand sterk genoeg is te nemen wat hij wil nemen, wat hem toekomt vindt deze waarschijnlijk dat hij goed leeft. maar wat is goed leven eigenlijk?
Eudaimonia of vervulling hoort volgens Plato niet afhankelijk te zijn van een machthebber.
Evenzeer hoeven regels en voorschriften een talentrijk en sterk individu niet te beperken om tot eudaimonia te komen. Eudaimonia heeft te maken met hoe, in denken en omgang getrainde mensen, zich in een groter verband tot elkaar verhouden en hoe tegelijkertijd dat groter verband bevordert dat mensen in staat gesteld worden zelf tot een oordeel kunnen komen over zaken die belangrijk voor hen zijn.


Hoe ziet Plato een samenleving die Eudaimonia bevordert?
Laten wij dan eerst zien hoe hun levenswijze zal zijn... Zullen zij dan niet koren en wijn verbouwen, hun kleren en schoeisel maken en zelf hun huizen bouwen? En wanneer ze gehuisvest zijn, zullen ze werken, 's zomers naakt en blootsvoets en 's winters warm gekleed en geschoeid.
Zij zullen leven van gerst en tarwe, ze zullen het deeg kneden en bakken en er fraaie meelspijzen en broden van maken; deze zullen opgediend worden op rieten matten of op schone bladeren, terwijl ze rusten op bedden van taxus- of mirtetakken.
En zij zullen met hun kinderen feestvieren en van die wijn drinken die ze zelf verbouwd hebben, terwijl ze kransen om het hoofd dragen en de lof der goden zingen; zo zullen ze in zoete gemeenschap leven en zorgdragen, dat hun gezin niet te groot wordt voor hun inkomsten; want zij zullen moeten waken tegen armoede en oorlog...
Natuurlijk zullen ze ook kruiden hebben, zout olijven, kaas uien, kool en andere veldgewassen, die geschikt zijn om te koken; en ook zullen wij hun een toespijs toestaan van vijgen, peulvruchten, bonen, mirtebessen en beukennootjes, die zij in het vuur zullen kunnen roosteren, terwijl ze er met mate bij drinken.
Bij zulk een leefregel is te verwachten, dat zij in vrede zullen leven tot in hoge ouderdom en de herinnering aan zulk een leven als ideaal aan hun kinderen nalaten.

Het politieke vraagstuk
Hoe schep je een dergelijke utopie? Plato beseft in tegenstelling tot veel utopisten dat door de naijver en hebzuchtigheid van mensen deze samenleving er niet vanzelf zal komen. Ook heeft hij weinig vertrouwen in een aristocratie, oligarchie of een democratie. De aristocratie zal ten onder gaan omdat zij de cirkel van de macht te nauw maakt. De oligarchie zal ten onder gaan aan een ongelijke welvaartsverdeling. Tenslotte de democratie omdat democratie de ruimte bied aan leiders met retorische vaardigheden. Het volk is in Plato's ogen makkelijk te misleiden. Dat schept de kans dat de beste vleier aan de macht komt. Of dat echter ook de beste bestuurder is is maar de vraag. Plato voert ten vergelijking een schoenmaker op. Je laat je schoenen repareren door de beste vakman, niet door iemand met een mooi praatje die nog nooit het vak schoenmaker geleerd heeft. Besturen en regeren is een nog moeilijker vak toch laten we hier niet de meest vakbekwamen die klus opknappen maar in de regel degene met het mooiste praatje.

Het psychologische vraagstuk
Plato betwijfelt of je door wetgeving mens of maatschappij goed en vervuld kunt laten leven. Dat komt zegt hij omdat het gedrag van mensen veel meer bepaald wordt door begeerte, strijdlust en verstand. Deze drie factoren zijn in ongelijke mate over individuen verdeeld. Voor de een is het streven naar bezit en macht allesoverheersend, voor de ander de strijdlustige is het zich in kracht meten met anderen nog belangrijk dan het resultaat. De verstandige mens is op zoek naar waarheid en kennis.
Plato vindt dat een samenleving geleid moet worden door in aanleg wijze en verstandige mensen en niet door mensen die gericht zijn op het uitbreiden van bezit. Zij moeten zich vooral concentreren op het produceren van goederen voor de samenleving. De strijdlustige mensen dienen zich te richten op het beschermen van de samenleving.

De oplossing van het psychologische vraagstuk
Plato denkt dat dit psychologische vraagstuk alleen opgelost kan worden door de kinderen niet door hun ouders te laten opvoeden maar in scholen waar ze als gelijke behandeld worden. Plato denkt dat in de eerste tien levensjaar het vooral belangrijk is kinderen een goede lichamelijke training te geven en te leren hoe zij zo gezond mogelijk kunnen leven. Plato verwachtte dat wanneer je kinderen een muzikale vorming geeft, dat dit goed is voor een gebalanceerd karakter en emotioneel leven. Kinderen dienen te leren hoe met elkaar om te gaan Verder vindt Plato dat de scholing tot het 20e jaar dient te duren, waarna een schifting plaatsvindt door theoretische en praktische examens. Degenen die afvallen beginnen aan hun taken in de samenleving.
Daar Plato vindt dat mensen ondanks opleiding en opvoeding van nature hebzuchtig, jaloers, strijdlustig en erotisch zijn vindt hij dat kinderen geleerd moet worden dat er één levende god boven alles staat, naast een persoonlijke onsterfelijkheid in het hiernamaals. Een god voor wie zij bereid zijn hun hebzucht, jaloezie, strijdlustigheid en erotische gevoelen te beteugelen.
Een tweede schifting onder de overgeblevenen volgt op hun dertigste. Degenen die afvallen zullen uiteindelijk helpers worden van de uitvoerende bestuurders of onderofficieren in het leger. Om zich in hun lot te laten schikken wordt de studenten van begin af aangeleerd dat er een voorbeschikking is.
Pas vanaf dat moment zullen de overgeblevenen vijf jaar lang, in de filosofie onderwezen worden en in de ideeënleer van Plato. Deze ideeënleer is te vergelijken met wat we nu beschouwen als de wiskundige, , natuurkundige, biologische, mechanische en quantum mechanische wetten. Abstracties. Niet zintuiglijk waar te nemen werkelijkheden maar werkelijkheden die door het verstand kunnen worden waargenomen en afgeleid. Een voorbeeld van een dergelijke door het verstand afgeleide, niet waar te nemen werkelijkheid is de stelling van Pythagoras(Samos, ca. 572 v.Chr. – Metapontum, ca. 500 v.Chr.).

Na deze 5 jaar zullen de kandidaat filosoof koningen, wachters,wijze bestuurders 15 jaar naar de samenleving gestuurd worden. Na deze 15 jaar lange schifting zijn zij volgens Plato ontdaan van alle schoolse ijdelheid en zijn zij klaar voor hun bestuurlijke taak.

De oplossing van het politieke vraagstuk
Plato stelt dat iedereen man of vrouw onafhankelijk van afkomst maar mits geschikt, in aanmerking komt om koning filosoof of wachter te worden. Alleen geschiktheid telt. Deze geschiktheid wordt bepaald door een uitgebreide en praktische scholing die in het geval van een wachter duurt to zijn vijftigste.
De wachters zullen geen bezit kennen. Zij zullen leven in een gezamenlijke Woonruimte. In voeding en kleding wordt door de samenleving voorzien. Wachters zullen niet trouwen maar wel een partner hebben. Kinderen van wachters zullen net als alle andere kinderen niet door hen worden opgevoed maar door de samenleving waarin iedereen voor elk kind een vader of moeder kan zijn.
Om de samenleving te beschermen zullen soldaten getraind worden die net als de bestuurders sober samenleven
Niet elk paar in de samenleving mag kinderen krijgen. Er zijn leeftijdsgrenzen en alleen geestelijk en lichamelijk gezonde paren mogen kinderen baren. Paren die buiten deze grenzen zwanger worden zullen verplicht zijn hun vrucht af te drijven.
Mensen die door hun aanleg in staat zijn bezit te verwerven en uit te breiden mogen niet meer verdienen dan vier maal het gemiddelde inkomen van een bewoner. Het teveel zal afgeroomd worden door de samenleving.

De oplossing van het ethische vraagstuk
Volgens Plato is de sleutel tot een goed leven, het tot stand brengen van een harmonie tussen begeerte, temperament en onderzoekend vermogen om werkelijkheden achter waargenomen werkelijkheden te doorgronden. In het kort zegt hij: "Rechtvaardigheid is, hebben en zijn wat men eigen is."

Poging van Plato utopie te verwerkelijken.
Plato heeft in Sicilië tevergeefs geprobeerd via de opvolger van de koning aldaar(Dionysus II) zijn utopie te verwerkelijken. Deze was een tijdlang een leerling van Plato met als doel hem om te smeden tot een koning-filosoof. Er ontstond echter een conflict met deze koning die Plato daarna heeft laten gevangenzetten. Uiteindelijk werd Plato vrijgekocht door een van zijn leerlingen.