November Graveyard, Sylvia Plath

November Graveyard(1963)

Sylvia Plath

The scene stands stubborn: skinflint trees
Hoard last year’s leaves, won’t mourn, wear sackcloth, or turn
To elegiac dryads, and dour grass
Guards the hard-hearted emerald of its grassiness
However the grandiloquent mind may scorn
Such poverty. No dead men’s cries

Flower forget-me-nots between the stones
Paving this grave ground. Here’s honest rot
To unpick the heart, pare bone
Free of the fictive vein. When one stark skeleton
Bulks real, all saints’ tongues fall quiet:
Flies watch no resurrections in the sun.

At the essential landscape stare, stare
Till your eyes foist a vision dazzling on the wind:
Whatever lost ghosts flare,
Damned, howling in their shrouds across the moor
Rave on the leash of the starving mind
Which peoples the bare room, the blank, untenanted air.

Kerkhof in november

Sylvia Plath

Een stoere mis en scene: kaalgeschoren bomen
Vorig jaar gehamsterde bladeren, zullen niet rouwen, als rouwgewaad slijten, of veranderen
In elegische dryaden, en dor gras
Bewakend de smaragdharde kern van zijn grasheid
Ook al hoont de hoogdravende geest
Zulk een armoede: geen dode die er om huilt

Vergeet-mij-nietjes tussen stenen
Plaveien deze grafgrond. Zie hier eerlijke rot
Die het hart los tornt van het kale bot
Vrij van verzonnen ijdelheid. Wanneer het naakte skelet
Volledig belicht wordt zwijgen alle heilige tongen
De vliegen zien geen wederopstanding in de zon

Staar naar dit ultieme landschap staar
Naar dit gezichtsbedrog: van oogverblindende
Gloed waarin willekeurige verdoemde geesten in hun doodskleed
Fladderen over het moeras
Raaskallend aan de leiband van het hongerend verstand
Dat de kale ruimte, de zuivere niet gepachte lucht, menselijk maakt