filosofie

Glenn Albrecht: Earth Emotions

30 maart 2023

Kan de natuur je nog raken?

De Australische filosoof, Glenn Albrecht schreef in 2019 het boek “Earth Emotions”: New words for a new time. In dit boek beschrijft hij emoties die de natuur bij hem oproept. De aanleiding om dit boek te schrijven kwam voort uit Albrechts zorgen over de teloorgang van de natuur in Upper Hunter Valley waar hij woonde.
Upper Hunter Valley wordt omschreven als het Toscane van Australië vanwege zijn adembenemende natuur en vele wijngaarden. In die streek besloot de lokale overheid, ondanks vele protesten van bewoners, tot ontginning van de aanwezige kolenlagen. Het gevolg was de verwoesting van het paradijselijke landschap. Heuvels werden weggevaagd door gigantische ontploffingen om de kolenlagen te ontginnen. Het vrijgekomen stof verspreidde zich overal. De heerlijke stilte waar bewoners al vele jaren van genoten, werd dag en nacht verstoord door het gebulder van aan- en afrijdende vrachtwagens en ontploffingen.

Albrecht een natuurliefhebber in hart en nieren, onderging in deze periode, een kolkende stroom van gevoelens. De ondergang van de natuur in zijn omgeving had een grote impact op hem. Die impact zag hij ook bij de andere bewoners van de Upper Hunter Valley. Tegelijkertijd was hij zich bewust van de ondergang van de natuur wereldwijd. De urgentie voor het schrijven van dit boek was nog groter gezien de verbondenheid van ons mensen met het leven op aarde.

Hoewel Albrecht hiermee een belangrijk boek heeft geschreven, met de natuur en de mensen op aarde in gedachten, realiseer ik mij dat veel mensen zich niet zo intens verbonden voelen met de natuur als Albrecht. Velen wonen in steden en zien dagelijks niet meer dan wat aangeharkte natuur. Misschien horen ze af en toe een merel, een kauwtje, wat mussen of een ekster. Wanneer wij geluk hebben zien wij een pad of egeltje in onze tuin, wat bijen op onze bloemen en een vlindertje dwarrelen. Zeker is dat men veel meer naar het beeldscherm van de smartphone kijkt dan naar de natuur. De urgentie natuur en leven op aarde is dan een ver van mijn bedshow. Ik reken mezelf daar ook toe.

De thema’s die Albrecht aansnijdt zijn vanwege het ver van mijn bed gehalte en een mogelijke apokalyps niet makkelijk verteerbaar maar daarom niet minder belangrijk. Op dit moment maart 2023, is er nog geen Nederlandse vertaling verschenen. Daarom heb ik een hopelijk toegankelijke samenvatting gemaakt voor de Nederlandse lezer die meer wil weten over hoe Albrecht een mogelijke toekomst voor de mensheid voorziet.

Welke emoties die de natuur oproept, beschrijft albrecht?
Om aan de buitenwereld duidelijk te maken wat ondergang van de natuur voor hem en iedereen betekent, ontwikkelde Albrecht een aantal nieuwe begrippen. Begrippen die de samenhang van menselijke emoties met de natuur en het leven op de aarde beschrijven. Gevoelens die uitdrukken hoe belangrijk de natuur voor alle levende wezens op aarde is.
Voor deze tot nu toe onuitgesproken onaangeboorde emoties gebruikt Albrecht woorden zoals solastalgia, endemophilia, terra furie, meteor-angst, mermerositeit, de ghedeist, eutierria, sombiophilia, som-biocentrisch, terranascia, terraphthora, symbioment, symbiont, holobiont, symbiosceen, eco agnosie en biocomunen.

Met het nauwkeurig beschrijven en delen van deze gevoelens hoopt Albrecht een bewustzijn te creëren dat de natuur het kwetsbare vlot is waarop de mensheid drijft en dat dit vlot noodzakelijk is voor het overleven van mensen. Een vlot moet stevig zijn wil het net zoals de Kon-Tiki van Thor Heyerdahl in 1948 van Peru de 6680 km over de oceaan naar Raroia(Frans Polynesië) kunnen varen. De mensen op het vlot moeten over zeil vaardigheden, kennis van de zeestromingen en over voldoende drinkwater en voedsel beschikken, elkaar vertrouwen en goed met elkaar samenwerken. Zo’n reis duurde immers 101 dagen. De natuur moet als het vlot van Heyerdahl, robuust zijn Mensen moeten over kennis van de natuur beschikken en rekening houden met de natuur om samen te overleven.

Albrecht hoopt dat het beschrijven van gevoelens die de aarde oproept, een aanzet vormen tot het ontwikkelen van een taal die een hulpmiddel vormt voor het onderzoeken van de plaats die de mens in het grote geheel van leven speelt, Dat laatste is een opdracht die mensen zich komende tijd moeten stellen, willen zij samen met de natuur verder leven. Leren rekening houden met andere levende wezens op de aarde is van het grootste belang, aldus Albrecht. Het doel van het onderzoek moet volgens Albrecht zijn, hoe te komen tot een samenleving waar mensen met de natuur een wederkerige verbinding aangaan. Een verbinding waarbij het scheppende en verzorgende vermogen van mensen uitgangspunt zal zijn voor hun relatie met het leven en de natuur. In zijn boek verwijst Albrecht naar de Aboriginal bevolking van Australië die dit continent inclusief Tasmanië al 50000 jaar bewonen, in harmonie met de natuur. Helaas is aan deze harmonie een einde aan gekomen door de kolonisatie van Australië. De wijze waarop de honderden Aboriginal volkeren zich vele duizenden jaren verbonden met de natuur dient echter te worden gevolgd vindt Albrecht.

Van het antropoceen naar het symbiosceen
Volgens Albrecht en vele aardwetenschappers, biologen en meteorologen verkeert de de aarde al enkele honderden jaren in het antropoceen. Antropos betekent mens(Grieks). Het is het tijdperk dat de mens een zo grote invloed heeft op de aarde, de natuur en het klimaat, dat aarde en klimaat daar blijvende veranderingen door ondergaan. Veranderingen die zo groot zijn dat deze over enkele tientallen miljoenen jaren door wetenschappers zoals geologen, vermits die er dan nog zijn, meetbaar zullen zijn en vermits de invloed van de mens zich überhaupt kan meten met geologische tijdperken.. De relatie mens natuur is nu nog als een slecht huwelijk dat steeds minder leefbaar wordt. Een van de partners doet waar hij zin in heeft en misdraagt zich tegenover de ander. De ander geeft allerlei signalen dat het zo niet langer kan maar de ongelijkwaardige relatie zonder een enkele vorm van empathie blijft doorgaan. Daardoor raken beiden afgestompt, Een verandering waar de misdrager gaat rekening houden met de ander zit er door de ongelijkwaardigheid voorlopig niet in.
Het verhaal van mens en natuur is ook het verhaal van rijk en arm. Rijke landen worden rijker ten koste van arme landen. Het evenredig delen van rijkdom door rijken met armen en van rijke landen met arme landen, is naar analogie van een uitspraak van JC, (Dat is niet Johan Cruijff) voor rijken en rijke landen moeilijker, dan dat het een dromedaris zal lukken door het oog van een naald te kruipen. Toch zal die spreekwoordelijke dromedaris dat kunststukje moeten gaan flikken wil het vlot genaamd natuur waar mensen op drijven niet ten onder gaan.
De mensheid moet met de natuur gaan samenwerken in plaats van de natuur uitbuiten vindt Albrecht. Vanzelfsprekend dienen mensen in een circulaire samenleving met de natuur, ook met elkaar samen te werken zonder elkaar uit te buiten.
Dat samenwerken met elkaar is een moeilijk verhaal laat staan dat er met de natuur wordt samengewerkt. Niemand weet hoe en hoe snel. Klimaat- en aardwetenschappers vinden dat snelheid geboden is met terugdringen van de broeikasgassen die de aarde opwarmen. Tegelijkertijd spelen er energiebelangen en worden wereldwijd nog veel kolencentrales gebouwd die met hun uitstoot een bijdrage zullen leveren aan de opwarming van de aarde. Consensus over de vele andere te nemen maatregelen en in welk tempo, is ondanks klimaatakkoorden nog lang niet bereikt.

Wanneer mensen echter naar de natuur en naar elkaar gaan luisteren,vindt Albrecht, zal het besef groeien dat je net als een plant of net als een dier niet meer hoeft te gebruiken dan je nodig hebt. Volgens Albrecht zal de mens dan het tijdperk van het symbiosceen binnengaan. Het tijdperk dat mens en natuur een echte wederkerige met elkaar zullen vormen.

Welke filosofische basis gebruikt Albrecht om emotie te definiëren?
Glenn Albrecht, laat zich voor zijn filosofie over de gevoelens die de aarde en in het bijzonder de natuur oproept, inspireren door G.W.F. Hegel (1770-1831). Hegel is bekend om zijn systematische, organische filosofie. Albrechts proefschrift in de filosofie uit 1988, heeft als onderwerp het organicisme. Hier betoogt hij dat er in de westerse filosofie een traditie heeft bestaan die de nadruk legde op de organische structuur van het leven in het algemeen en het menselijke sociale leven in het bijzonder.
In dit verband verwijst Albrecht naar de de Gaia-hypothese van Lovelock. De Gaia hypothese stelt dat er sprake is van onderlinge verbondenheid van al het leven. Albrecht is het eens met de stelling dat organische eenheid en orde de hele biosfeer doordringen en dat de planeet organisch verenigd is. Het gaat hem echter te ver dat Gaia of de aarde een zelfregulerend superorganisme is, bezield door symbiose. Met symbiose worden de wederzijds voordelige relaties tussen levensvormen bedoeld. De Egyptische plevier heeft het bijvoorbeeld op een akkoordje gegooid met de krokodil. Met gevaar voor eigen leven plukt hij etensresten en vuil weg tussen de tanden van de krokodil. De krokodil blijft geduldig met open bek zitten: in ruil daarvoor krijgt hij een schoon en gezond gebit.

De filosofie die Albrecht in zijn boek Earth Emotions beschrijft, heeft verwantschap met filosofen zoals Val Plumwood(1935-2008), Karen Warren(1947-2020) en Martha Nussbaum.. Plumwood zegt dat emotie ons helpt te reageren op de waarde en betekenis van de wereld om ons heen. Emoties zijn een noodzakelijk onderdeel van de menselijke ervaring om onze relatie met de natuur te begrijpen. Emoties zijn volgens Plumwood een krachtig middel om mensen te verbinden met de natuur en onze plaats in het leven te begrijpen.

Karen Warren stelt dat emoties ons helpen te voelen wat goed of fout is en om ons aan te zetten tot actie voor wat wij belangrijk vinden. Ten tweede bekritiseerde zij de scheiding die vaak wordt aangebracht tussen rede en emotie. Emoties zijn volgens Warren een bron van kennis en wijsheid die ons in staat stellen, onze verbondenheid met andere levende wezens te beseffen.

Martha Nussbaum een belangrijke hedendaagse filosoof denkt dat emoties tegelijkertijd gedachten zijn, die ons iets vertellen over onszelf en de wereld. Ze zegt dat emoties ook cognitief zijn, omdat ze gebaseerd zijn op bepaalde overtuigingen of percepties. Ze zegt verder dat emoties evaluatief zijn, omdat ze een bepaalde waarde toekennen aan dingen of personen die belangrijk zijn voor ons welzijn. Nussbaum stelt dat emoties een intrinsieke verbinding hebben met de natuur, aarde en levende wezens. Ze gelooft dat emoties ons helpen om onze relatie met de wereld te versterken en ons te helpen om meer empathisch te zijn voor anderen.

De biologische basis die Albrecht gebruikt om zijn aardse emoties te definiëren
Albrecht stelt dat er een verbinding is van alle organismen of levensvormen: het symbioment. Het symbioment evolueert al miljarden jaren samen met alle andere levensvormen. Overleven is niet denkbaar buiten het symbioment. Lynn Margulis zegt hierover:” De realiteit en herhaling van symbiose in evolutie suggereert dat we ons nog steeds in een invasieve, "parasitaire" fase bevinden en dat we moeten vertragen, delen en onszelf herenigen met andere wezens als we een evolutionaire levensduur willen bereiken”
Binnen het symbioment zijn talloze biocomunen. Biocomunen zijn grotendeels onzichtbare netwerken die zelf een organisch geheel vormen en samengesteld zijn uit verschillende levensvormen., Een plant of een boom is een levensvorm die het leven deelt met; en dankt aan andere levensvormen, levensvormen die wederkerig het leven van de boom als geheel, de bladeren de takken de stam en de wortels, mogelijk maken. Wanneer wij bladeren en wortels onder een microscoop bekijken, dan zien wij dat ze over een doorlaatbare huid beschikken. Binnen die doorlaatbaarheid bevinden zich niet alleen gassen, huidmondjes en poriën; er is een stroom van bacteriën, virussen en schimmels die allemaal een vitale rol spelen in het bestaan van de boom. Deze kleinere levensvormen of organismen noemen wij symbionten. Symbionten omdat zij deelnemen aan een samenlevingsvorm met een organisme van een verschillende soort in dit geval de boom. Bacteriën, schimmels, virussen en de boom danken het leven en bestaan aan het levende netwerk van samenwerking dat zij vormen. Dit is meer dan een "verstrengeling van verschillende onafhankelijke wezens; het is het delen van een gemeenschappelijk bezit, genaamd leven.

Wanneer wij mensen sterven, betekent het verlies van ons leven ook het uitsterven van biljoenen met ons mee levende bacteriën en schimmels.
Daar wij mensen deel uitmaken van een groter levend netwerk dat weer deel uitmaakt van andere levend netwerk, zullen wij in de toekomst bij onze manier van communiceren, leven, produceren, scheppen, verbinden, uitwisselen, onze levensloop, verdediging, delen en teruggeven rekening moeten houden met de aard en het voortbestaan van de netwerken waar wij een levend onderdeel van zijn. Voor de mens is het symbiontische microbioom van de darm, huid en mond van groot belang. Met schat het aantal microben in en op ons lichaam op 40 biljoen. Het effect van bacteriën op het darmepitheel kan direct door de hersenen waargenomen worden en de bacteriën beïnvloeden de rest van het lichaam doordat de darm vitaminen maar ook hormonen produceert. Hoewel dit nog lang niet voldoende onderzocht is zijn er aanwijzingen dat de samenstelling van de darmbacteriën een verband heeft met depressie en zelfs autisme In de natuur komen gastheer-symbiont-relaties veel voor, denk aan koraalpoliepen met hun zoöxanthellen (symbiontische algen die fotosynthetiseren en voeding leveren aan de poliep), aan bladluizen met symbiontische bacteriën die de stikstofvoorziening van de bladluis ondersteunen en aan arbusculaire mycorrhiza-schimmels die de fosfaat voorziening van planten verzorgen.
Een bijzondere vorm van symbiose vond plaats bij het ontstaan van de Eukaryota. Een intracellulaire alpha proteobacterie ontwikkelde zich tot mitochondrion en een cyanobacterie werd chloroplast. Deze twee endosymbioses van ongeveer 1,8 miljard jaar geleden betekenden een radicale wending in de evolutie van het leven.

Emoties die de natuur oproept
Volgens Albrecht zijn emoties primaire oerkrachten die levende wezens en dus ook ons mensen tot actie aanzetten. Het woord 'emotie' is afgeleid van het Latijnse emovere: storen. Emovere is weer afgeleid van movere: bewegen. Albrecht ziet een verband tussen emoties of gevoelens die de aarde oproept en psychische en lichamelijke gezondheid, Enkele van die door Albrecht en anderen beschreven aardse emoties worden nu beschreven. Het voert te ver alle emoties der aarde die Albrecht noemt te beschrijven; daarvoor verwijs ik naar zijn boek.


Kijkend naar het universum kunnen wij volgens Albrecht twee belangrijke emoties onderscheiden: terranascia en terraphthora. Beide emoties zijn in al het leven aanwezig.

Terranascia
Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding De emotie die ons laat beseffen dat het universum en de aarde een scheppende en zorgende kracht heeft, noemt Albrecht, terranascia. Ons zonnestelsel en daarin onze planeet aarde met zijn prachtige natuur waar mensen deel van zijn, is ongeveer vijf miljard jaar geleden gevormd door krachten van het universum. Wij weten, doordat wij verder dan ooit het universum kunnen inkijken, dat het universum voortdurend nieuwe zonnestelsels creëert. De zon zorgt met zijn elektromagnetische stralen voor de energie voor het leven op de aarde.

Een van die kenmerkende dingen van het leven is een zich herhalend proces van scheppen van leven en zorgen voor een volgend leven. In het voorjaar zie je knoppen aan de bomen die tot groene bladeren groeien en in het najaar zie je de bladeren verkleuren, hun veerkracht verliezen en door de wind van de bomen geblazen worden. Op de grond vergaan ze en worden weer door de aarde en de ondergrondse schimmels opgenomen als voedsel voor de bomen. Zo draait de cirkel van het leven sinds mensenheugenis en al vele miljoenen jaren voor het ontstaan van de mensen. Een van de zorgende krachten van terranascia is symbiose. Bomen in een bos zijn door schimmeldraden met elkaar verbonden en afhankelijk. Bomen wisselen met de schimmels voeding uit. Via de schimmeldraden zijn bomen geïnformeerd over elkaars gezondheid en kunnen andere bomen voorzien van nutriënten die zij tekort komen. Een dergelijke samenwerking tussen meerdere organismen bevordert het leven van alle organismen. Het planten- en dierenrijk en wij mensen delen deze scheppende en zorgende kracht van het universum. Denk aan voortplanting en het zogen van onze zuigelingen. De aarde zelf beschermt ons tegelijkertijd met zijn atmosfeer tegen de vernietigende krachten die de elektromagnetische stralen van de zon tegelijkertijd bezitten. Het besef dat wij mensen deze verzorgend scheppende invloed op het leven in ons hebben moeten wij koesteren, verzorgen, aanmoedigen en de vrije hand geven in onze relaties met anderen en alle andere levende wezens, vindt Albrecht

Terraphthora
Kijkend naar het universum, is er het besef dat het universum naast een scheppende kracht een vernietigende kracht heeft: terraphthora. Kijk naar de röntgen-, gamma- en ultraviolette stralen van de zon. Kijk naar de vernietigende kracht van de asteroïde die miljoenen jaren geleden een einde maakte aan alle dinosauriërs op aarde. Deze vernietigende kracht schuilt ook in het leven zelf. Denk aan ziektes die het leven beëindigen. Denk aan de wolven die de schapen op de Veluwe verscheuren. Denk aan de Amerikaanse president die opdracht gaf tot het gooien van 2 atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Denk ook aan ons Europeanen die drie keer zoveel Aardse hulpbronnen verbruiken dan Afrikanen en vele keren meer dan Afrikanen, het leven op aarde vergiftigen met plastic en allerlei chemische producten. Terraphthora: Het besef dat wij mensen het leven kunnen vernietigen is een emotie die wij het liefste willen ontkennen,Wanneer het begin maart veel kouder is dan de verwachting is hoor je mensen zeggen: “Het valt wel mee met de opwarming van de aarde”. Mensen die het thema teloorgang van het klimaat aansnijden, worden versleten voor klimaat gekkies of klimaat drammers. Terraphthora is een angstaanjagende kracht met bijbehorende angst. Het liefste stoppen wij deze angst en dit besef van ons vernietigend vermogen diep in een la.

Endemophilia
Endemophilia(endemia (Grieks voor woning) endemos (afkomstig uit de demos, of mensen) en philia (liefde) is liefde van mensen voor de lokale en regionale kenmerken van een plaats.
Het maakt uit waar je geboren bent en het is nog belangrijker of je in een omgeving geboren wordt waar je in direct contact staat met de natuur. Natuurlijk zal de een daar veel gevoeliger voor zijn dan de ander maar je ontwikkelt gehechtheid en liefde voor de eigenheid van plaats. Je ontwikkelt een gehechtheid wanneer je van jongs af aan werkt op het land. Je spit in de warmte van de zon, de streling en het zingen van de wind, wind en regen fris en koud op je huid, in de aarde. Je ruikt de aarde en zorgt voor de aarde door bemesting. Na het zaaien zie je bloemen, groente en andere planten groeien terwijl je de natuur ruikt, voelt en hoort. Je voelt een diepe verbinding met het leven en de natuur om je heen. Die verbinding is ook een troost in tijden van zorg, verdriet en angst. Je ervaart het leven. Je komt woorden tekort om dat gevoel van verbondenheid te beschrijven. Ik hoor hier de warme stem van Alexandra de Duitse chansonniere in 1968 over “Mein Freund der Baum”. die de troost die natuur geeft uitdrukt.

Sombiophilia
sombiophilia,is de liefde voor samenleven. Ons lichaam is de thuisbasis is van biljoenen bacteriën en schimmels, Daardoor kun je er van uitgaan dat co-evolutie tussen het microbioom en het menselijk lichaam in ons zit als een soort "onbewuste", instinctieve kennis. Onze voedselvoorkeuren kunnen bijvoorbeeld zowel een voertuig voor voeding zijn als een keuze voor probiotische darm hulp. We eten om onze goede bacteriën te voeden. Je bent wat je bacteriën eten, zelfs tot op het niveau van stemmingen en emoties. Zodra het verhaal van onze symbiont-interconnecties beter wordt begrepen, zullen mensen een nieuwe kennisbasis hebben waarop ze hun waarden en hun acties kunnen bouwen. Om de gezondheid te maximaliseren en de symbiogenese gaande te houden (naast eenvoudige evolutie door natuurlijke selectie), zal sombiophilia het resultaat zijn van nieuwe kennis.
'tierraphilia', of de liefde voor de aarde, is een logische uitbreiding van sombiophilia.

Eutierria
Wanneer ik de eerste merel in het voorjaar hoor fluiten of wanneer ik door een warme voorjaarsnacht vol aardse en plantengeuren loop is er is een gevoel van diepe verbondenheid met het mooie raadselachtige leven. Eenzelfde verbondenheid die wij voelen met onze geliefden en de plaats waar onze geliefden wonen. het is een positief gevoel van eenheid van het zelf met de aarde en haar levenskrachten, Een diep gevoel van vrede, verlangen en verbondenheid vult mijn bewustzijn. Eutierria is afgeleid van eu wat goed betekent, tierra voor de aarde, eutierria: "een goed aards gevoel"

De Ghedeist
Met het neologisme "ghedeist" bedoelt Albrecht een positief gevoel en bewustzijn over de eenheid en samenhang van wij mensen met andere levensvormen. Een samenhang die wordt ondersteund door de wetenschap, dat vele levensvormen inderdaad met elkaar communiceren en met elkaar verbonden zijn door het delen van levenskracht.
Het is een gevoel van intense affiniteit en gevoel van empathie voor andere wezens die allemaal een gezamenlijk leven delen. Het is een gevoel van diepe verbondenheid met het grootse project dat we leven noemen.

Psychoterratica Het verband dat er is tussen psychische gezondheid en emoties die de aarde oproept, noemt Albrecht psychoterratica. Er zijn positieve en negatieve psychoterratica. Een voorbeeld van positieve psychoterratica kan zijn: “een tijd zwemmen in een rustig meer; genoeg tijd om alles te vergeten behalve het gevoel van water om je lichaam en het kabbelende, gespierde plezier van een harde trap en het trekken van je armen”(Albrecht).
Een voorbeeld van negatieve psychoterratica kan zijn het wandelen aan een strand en tijdens de wandeling plastic en olieresten tegenkomen.

Somaterratica
Het verband tussen de toestand van de natuur en de lichamelijke gezondheid noemt Albrecht somaterratica. De negatieve invloed van fijnstof op de gezondheid van de menselijke luchtwegen is een voorbeeld van somaterratica.
Een ander positief voorbeeld van somaterratica is: dat er aangetoond is dat vijf minuten natuur onmiddellijk lichamelijk welzijn brengt. Kramer CK, Mehmood S, Suen RS(2019 vonden bij een meta-analyse dat de totale sterfte bij hondeneigenaars 24% lager was, en de sterfte door hart- en vaatziekten zelfs 31% lager. Volgens de onderzoekers zijn hondeneigenaars fysiek actiever door de dagelijkse wandeling met de hond. Elke dag buiten bewegen in contact met een huisdier kan een bescherming bieden tegen hart- en vaatziekten.

Albrecht beschrijft uitgebreid de vele negatieve psychoterratische gevoelen die wij mensen tegenwoordig kunnen ervaren wanneer wij geconfronteerd worden met het het kappen van bossen, de vervuiling van de zeeën en het verlies van de natuur doordat alles vol huizen en fabrieken wordt gebouwd. Hij heeft het echter ook over het niet meer kunnen voelen van de natuur. Als voorbeeld noemt hij dat mensen tegenwoordig meer naar het beeldscherm van hun mobiel kijken dan naar de natuur om hen heen. Hij noemt een passage uit “The Peregrine” een boek van J.A. Baker.
“Omstreeks drie uur liep een man langs de zeewering, wapperend met kaarten. Vijfduizend bonte strandlopers vlogen laag landinwaarts, zes meter boven zijn hoofd. Hij zag ze niet. Ze lieten een waterval van schaduw over zijn onverschillige gezicht vallen. "Ze regenden landinwaarts weg, als een horde kevers glinsterend van gouden chitine.”

Solastalgia
Albrecht heeft het gevoel proberen te omschrijven welke negatieve emoties bewoners van Upper Hunter Valley ondergaan, bij het getuige zijn van de verwoesting van hun leefomgeving. Een omgeving waarmee zij zich op vele manieren diep verbonden voelen. Het positieve gevoel wat zij over hun thuis hun omgeving hadden is verdwenen. Wat rest is een machteloos voelen en hunkeren naar dat positieve gevoel, die troost die ooit voortkwam uit hun relatie met de schoonheid van hun omgeving hun thuis.
Albrecht noemt dat gevoel solastalgia: Het woord "troost" is afgeleid van het Latijnse werkwoord solari (zelfstandig naamwoord solacium of solatium), met betekenissen die verband houden met het verlichten van leed, en tegelijkertijd het geven van kracht bij verontrustende gebeurtenissen. De bewoners van Upper Hunter ontleenden voor de verwoesting van hun vallei troost en kracht aan de schoonheid van hun omgeving waarmee ze opgroeiden. Nu zijn ze nog steeds in hun omgeving maar missen het thuisgevoel. Zij ondergaan een pijn, angst, verlatenheid (desolare, isolatie) veroorzaakt doordat hun zij de staat van hun geliefde thuis en territorium, waarmee zij zich verbonden voelden, verwoest zien worden. Een geliefde omgeving die geen troost meer kan bieden. Het is het voortdurend ervaren van negatieve veranderingen in het milieu. Het is de heimwee (algia of lijden) die je hebt terwijl je nog thuis bent, wetende dat dit thuis waarmee je een diepe verbondenheid voelt, voorgoed verdwijnt.
Het spreekt vanzelf dat omstandigheden zoals droogte, brand en overstromingen ook solastalgia kunnen veroorzaken, net als oorlog, terrorisme mijnbouw (zie Groningen), snelle institutionele veranderingen en gentrificatie van oudere delen van steden.

Meteor-angst
Meteor-angst is angst verbonden aan meteorologische verschijnselen zoals extreem weer. Meteor-angst is de angst en bezorgdheid an mensen over de voorspelling van ernstige weersomstandigheden zoals hevige regenval of lange droogte met extreem hoge temperaturen In een tijdperk van door klimaatverandering versterkte meteorologische extremen, zal deze vorm van eco-angst waarschijnlijk breder worden gevoeld. Degenen die in overstromingsgevoelige gebieden wonen, of dicht bij de zee op klif toppen, hebben meteorologische angst zodra er ernstige stormwaarschuwingen worden gegeven door meteorologische instanties. Een sterke wind op een warme dag stimuleert brand angst. Mensen die in een bebost gebied wonen weten dat extreme hitte en een sterke wind kunnen kunnen leiden tot grote niet te blussen bosbranden. Dit soort angsten kunnen naar abnormale hoogten gestuwd worden. Mensen in risicovolle zones wonen, raken in dit soort omstandigheden gekluisterd aan het scherm van het weerkanaal of de smartphone, en de herhaling van dezelfde voorspelling en waarschuwingen vergroot hun angst alleen maar.

Ecoangst
Ecoangst is angst die verband houdt met een veranderende en onzekere omgeving en en een eco-apocalyptische toekomst. Met name mensen zoals actieve klimaatwetenschappers en degenen die volledig op de hoogte zijn van van negatieve trends in de biosfeer is ecoangst een last die op de schouders die wordt gedragen op dagelijkse basis.

Mermerositeit
Zich niet meer hechten aan de natuur om je heen. Ook niet wanneer je ervaart dat de natuur zich aan het herstellen is en lijkt terug te keren naar een toestand zoals die waar je vertrouwd mee was. In plaats daarvan is er een chronische staat van bezorgdheid of angst over de mogelijke nog grotere teloorgang van de natuur. Een angst dat de natuur vervangen wordt door industrie of stedelijke bebouwing. Je bent letterlijk van streek.
Mermerositeit komt voor bij mensen die regelmatig informatie ontvangen over de omvang van klimaatverandering en de verwachte gevolgen ervan,

Topo-aversie
holle weg : Chemin creux du coté de La Meauffe, 20 juli 2014, Romain Breget Topo-aversie is het gevoel dat je niet terug wilt naar een plek in de natuur waar je van weet dat deze onherroepelijk ten kwade is veranderd. In het dorp van mijn jeugd waren enkele prachtige holle wegen. Een holle weg moet je zien als een niet bestraat breed pad dat door de natuur en de mensen in de loop van honderden jaren misschien wel duizenden jaren, zo diep is uitgesleten dat je aan beide kanten tegen een steile met groen begroeide wand kijkt die je als het ware omarmd.
Een van deze holle wegen lag op een steenworp afstand van onze thuis. Als kind was ik er dagelijks te vinden. Ik herinner mij dat je in het voorjaar de aarde bomen en planten kon ruiken en het ruisen van de wind die door te takken van de bomen streek. Een sprookjesachtige plaats waar mijn kinderfantasie elfen en dwergen vermoedde. Ik ben er nog één keer geweest. Tegenwoordig is deze holle weg vervangen door een straat met woningen aan beide kanten. Niets is er meer over van mijn kinderparadijs.

Terra furie
Terra furie is woede bij degenen die de zelfdestructieve neigingen in industrieel-technologische samenleving zien, maar zich niet in staat voelen dit om te buigen. Terra furie is woede die voortkomt uit het niet kunnen beschermen van de aarde tegen degenen die het bevel voeren over de vernietiging van de aarde. J. A. Baker schreef in 1971 in een kort essay, "On the Essex Coast". Tijdens een wandeling langs de kust kwam Baker een dode, met olie doordrenkte duiker (watervogel) tegen.
"Ik maal maar door over de duiker, in een te grote woede om iets duidelijk te zien of te horen. Na een dag van rust, heb ik de onuitwisbare afdruk van de mens weer gezien, heb ik weer de ondraaglijke stank van geld geroken. Een gele kwikstaart flitst voor me uit, een schitterende fakkel die opvlamt in de zon. Dat lijkt in ieder geval nog schoon, nog onaangetast. Maar wie kan weten welke verraderlijke chemische gruwel er onder die briljante veren aan het werk is?"

Ecoagnosie
Agnosie staat voor onwetendheid.Wanneer je geen kennis hebt over hoe de natuur vroeger was voordat achteruitgang plaatsvond, bestaat er een kans dat je de huidige staat van de natuur als normaal beschouwt. Er bestaat daardoor ook een kans dat je minder kennis van de natuur hebt dan de vorige generatie. Een mogelijk gevolg hiervan is, dat de huidige generatie niet in staat is om te reageren op de enorme risico's die worden gevormd door ecosystemische noodtoestamdem en klimaatverandering. Het gevaarlijkste aan ecoagnosie is dat degenen die eraan lijden geen idee hebben dat ze er last van hebben.

Het Symbiosceen
Albrecht ziet het symbiosceen als toekomstig tijdperk waarbij een samenwerking tussen alle organismen inclusief wij mensen centraal staat. Deze samenwerking beschouwt hij als datgene wat leven doet leven. Je zou kunnen zeggen dat dit symbiosceen is te beschouwen als een utopie zoals het politeia van Plato. Dit daar mensen eerder de natuur afbreken dan dat zij er mee samenwerken Albrecht zegt hierover dat er steeds meer wetenschappelijk bewijs is dat al het leven op de aarde met elkaar samenwerkt. Een samenwerking die tot stand gekomen is in een miljarden jaren gegroeide ontwikkeling van prokaryote naar eukaryote cellen naar bacteriën, schimmels planten, dieren waar wij homo sapiens op de tijdschaal van het leven op aarde gemeten slechts 0,0002 miljard jaar deel van uitmaken. Albrecht verwacht dat die samenwerking ondanks het huidige gedrag van mensen uiteindelijk onvermijdelijk is. Als bewijs voor zijn stelling dat levensvormen leven door hun samenwerking verwijst hij naar natuur onderzoekers en biologen die al geruime weten dat organismes in de natuur met elkaar verbonden zijn.
De Duitse botanicus Albert Frank stelde in 1877 vast dat bomen een wederzijdse relatie hebben met algen en schimmels in korstmossen. Hij bedacht de term "mycorrhiza" om de onderlinge verbindingen tussen bomen en schimmels te beschrijven. De mycorrhiza verlengt het wortelsysteem van de plant door er een functionerend onderdeel van te worden. De uiterste punt van de mycorrhiza, structuren worden hyfen of schimmeldraden genoemd. De schimmeldraden zijn microscopisch dun met een doorsnee van 2 tot 100 micrometer, en vormen een netwerk dat mycelium genoemd.wordt. De schimmeldraden van het mycelium kunnen een oppervlakte van vele hectaren bestrijken.Door middel van het schimmelnetwerk of mycelium staan bomen in bossen met elkaar in contact. Ze kunnen door middel van dit schimmelnetwerk actief stoffen en informatie uitwisselen. Dit heet het zogenaamde: Wood Wide Web. In tijden van droogte kan een schimmel de boomwortel beschermen tegen uitdroging. De schimmeldraden van het mycelium onttrekken mineralen zoals fosfor aan dood materiaal van bladeren voor de bomen. De bomen staan in ruil daarvoor glucose aan de schimmel af.
Tegenwoordig weten wij dat de mycorrhiza's de plant tegen ziekteverwekkers en gifstoffen beschermen. De mycoloog Heinrich Anton de Barry noemde de wederzijdse verbinding en afhankelijkheid: tussen bomen en schimmels 'symbiose, Vandaar het symbiosceen.
Vermoedt wordt dat planten,struiken en bomen ook communiceren door geuren. Een van de vermoedens is wanneer bladeren worden aangevreten door bijvoorbeeld kevers dat de boom een soort stof afscheid die het voor de kever onaangenaam maakt te eten. Niet alleen zorgt de boom er voor dat alle bladeren ongenietbaar worden voor de kever maar de boom schijnt ook een soort geur om zich heen te verspreiden die door andere bomen gesignaleerd worden zodat ook zij zich verweren tegen de kevers. Veel is hier nog over onnbekend.

Voorwaarden voor het symbiosceen
Albrecht somt een aantal voorwaarden op waar wij mensen aan dienen te voldoen indien wij volwaardig aan het symbiosceen willen deelnemen.

Onze producten dienen allemaal volledig goedaardig, recycleerbaar en biologische afbreekbaa te zijn .

Producten goedaardig, recycleerbaar en biologisch afbreekbaar maken. Het kan waar een wil is een weg zie De Donut Economie van Kate Raworth(2017) Gezien de huidige economie gericht op groei en vooral winstgevendheid is het weer de weg van de dromedaris die door het oog van de naald gaat kruipen. Bijvoorbeeld De tegenwoordige economie is zodanig ingericht dat producten bestaan uit meerdere gepatenteerde fabricaten. Het schijnt dat een auto uit dertigduizend onderdelen bestaat. Onderdelen die door verschillende fabrikanten geproduceerd zijn. Dat maakt het ingewikkeld een product als een auto opnieuw te gebruiken en te bewerken. Ingewikkeld maar niet onmogelijk. Tenslotte hebben wij die auto zoals hij nu is ook moeten ontwerpen en bouwen. Opnieuw waar een wil is is een weg.
Daarbij komt dat er een toenemende schaarste is aan grondstoffen. De wal zal uiteindelijk het schip keren. De industrie, de aandeelhouders en miljardairs zullen vrijgevig moeten zijn. Nu hebben mensen over het algemeen een hekel aan moeten. Het zal daarom uiteindelijk niet de politiek zijn of een organisatie zoals de EU die zal bewerkstelligen dat mensen producten circulair, goedaardig en biologisch afbreekbaar zullen gaan maken maar natuurwetten zoals schaarste van grondstoffen, voedsel en schaarste aan een leefbaar klimaat.

Energie voor productie, warmte en vervoer dient veilig, schoon, hernieuwbaar te zijn en sociaal rechtvaardig verdeeld te worden.

Volledige en harmonieuze integratie van menselijke systemen met biogeochemische systemen op alle schaalniveaus.

Gebruik van de hernieuwbare bronnen van plaats en bioregio; voor alle soorten, groot en klein, waarvan de levensbelangen en bio comunale eigenschappen begrepen en gerespecteerd worden

Bewijs van homeostase of heterostasis waar stabiliteit wordt gehandhaafd en waar conflict wordt erkend als onderdeel van grootschalige samenwerking

Bescherming van symbiotische banden tussen en binnen soorten op alle schaalniveaus; En herstel van symbiotische banden waar ze in het antropoceen zijn verbroken

Soliphilia
Soliphilia is een positieve reactie in de vorm van betrokkenheid van de gemeenschap bij het aanpakken van zowel de oorzaak van het probleem als het herstel van milieuschade. Door de impact van milieuschade niet langer als strikt persoonlijk te zien maar als een gemeenschappelijk probleem met andere mensen, is er sprake van empowerment. Het is niet langer een kwestie die "het slachtoffer de schuld geeft" of een kwestie waarbij de slachtoffers zichzelf de schuld geven. De negatieve emotie zoals solastalgia kan nu dienen als basis voor soliphilia. Solastalgia kan gezien worden als een emotie die kan worden teruggedraaid en verlicht. Solastalgia opgelegd door machtige regerings- en bedrijfs krachten, kan worden weerstaan door diezelfde krachten te confronteren met soliphilia. Soliphilia is de liefde voor alle banden die wij met plaats hebben. Soliphilia is ook de bereidheid om de politieke verantwoordelijkheid te aanvaarden voor het beschermen en behouden. Het concept vindt zijn oorsprong in het Franse solidaire (onderling afhankelijk) en het Latijnse solidus (vast of geheel), en de liefde voor medeburgers en buren, verwoord door het Griekse philia. Soliphilia komt tot uiting in de onderling afhankelijke solidariteit en de heelheid of eenheid die nodig is tussen mensen, om de vervreemding en machteloosheid te overwinnen die aanwezig zijn in de hedendaagse politieke besluitvorming.maken over de symbioment. Soliphilia is politieke betrokkenheid bij het redden van geliefde plaatsen, van micro, lokaal tot mondiaal en de solidariteit die nodig is tussen mensen om gezond en sterk te houden wat we allemaal gemeen hebben.

sombiocentrisch
Groente in plastic schalen Rekening houden met de totaliteit van levensbelangen in de biosfeer op alle schalen bij het nemen van beslissingen over menselijke behoeften.
Sombiocentresch wat een mooi begrip. Ja zo moeten wij mensen verder. Hopelijk zijn wij nog op tijd om al het goede en mooie wat van onze biosfeer over is te houden.
Vandaag sprak ik toevallig met Corrien over de mensen die ooit voor het eerst plastic maakten. Van plastic weten wij dat het niet vergaat wanneer het in de natuur terechtkomt. Die wetenschap was al vrij vroeg bekend. Er is daarna een ontwikkeling in de verpakkingsindustrie op gang gekomen die zijn weerga niet kent. In de supermarkten zijn talloze producten verpakt in plastic. Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding
Niet alleen de verpakkingsindustrie maakt gebruikt van plastic er is ook een enorme kunstofindustrie ontstaan. Denk aan de kledingindustrie. Een auto bestaat voor een groot deel uit kunststof. onze houten kozijnen en deuren zijn vervangen door kunststof deuren. Onze computers bestaan voor een groot deel uit kunststof materialen.
Al die plastic en kunststof materialen breken niet af wanneer ze in de natuur terechtkomen.
De oceanen en de natuur om ons heen zijn op dit moment vergeven van kunststof en plastic. Onze honing door bijen gemaakt, zit niet alleen verpakt in een handige plastic knijpflacon. Het plastic zit ook in de honing. Inmiddels proberen wij plastic weer uit de oceanen en rivieren te vissen en kunnen wij de alleen al in Nederland jaarlijkse anderhalf miljard plastic flessen en tweeënhalf miljard blikjes inleveren voor statiegeld maar dat is sinds kort en niets vergeleken met de vele tientallen jaren dat het weggegooid werd en een groot deel in de natuur is beland. Hier rijst de vraag. Hadden wij dit niet kunnen voorspellen vanaf het moment dat wij deze materialen hebben omarmd. Misschien wist de uitvinder dit zelfs al en later zeker de industrie. Zo blind en onwetend zijn ontwerpers, ingenieurs, producenten, de voedselindustrie en industriëlen toch niet geweest? En wij consumenten? Ja, ik beken mijn container met plastic afval zit na 2 weken ook vol. En ik moet veel beter weten en handelen want ik maakte nog mee dat er glas werd gebruikt en papieren zakken.

Discussie
Na het lezen van Earth Emotions van Albrecht, besef ik dat ik lang niet zo’n grote natuurliefhebber ben dan hij. Zelf neem ik niet waar dat de natuur naar de gallemiezen gaat. Daarvoor heb ik te weinig verstand van planten, dieren en biodiversiteit. Tegelijkertijd hoor- en lees ik al vele jaren, vanaf het rapport van de Club van Rome tot aan het boek van Albrecht, dat wij mensen bezig zijn onze eigen ondergang te bewerkstelligen. Ik ben niet doof en blind voor de IPCC rapporten, aard- en klimaatwetenschappers die er al jaren op wijzen dat de mensheid anders moet omgaan met de aarde en de natuur. Niet altijd sta ik daarbij stil. Te druk met de dagelijkse tredmolen en het nieuws van de dag. Het zijn voor mij grotere vanzelfsprekendheden.
De aarde die het leven en mijn leven mogelijk maakt is heel groot en complex. Wij mensen maken deel uit van het wereldwijde web van leven. Zo’n liefdespartner moet je niet verwaarlozen en kun je nooit overheersen. Ik moet toegeven dat de aarde ondanks mijn gelees van rapporten onvoldoende mijn aandacht heeft gehad. Ik ben een van die boomers, waar Albrecht het over heeft, die geconsumeerd en geconsumeerd heeft en dacht dat het altijd een ietsje meer kon zijn.
Ik behoor echter niet tot dwazen zoals Bezos en Musk die denken dat zij de Aarde kunnen verlaten en inruilen voor een andere planeet. In ons zonnestelsel bevindt zich geen leefbare planeet. In het universum kennen wij geen enkele planeet zoals de Aarde. Stel dat wij met onze radiotelescopen en infrarood telescopen zoals de ruimtetelescoop James Webb, ooit een tweede Aarde op vele lichtjaren afstand, ontdekken dan zullen wij met de huidige raket snelheden duizenden zo niet miljoenen jaren moeten reizen. Einstein stelde dat er geen grotere snelheid is dan het licht. Tegelijkertijd weten wij dat er onnoemelijk grote hoeveelheden energie nodig zijn om met een ruimtevaartuig de snelheid van het licht ook maar een beetje te benaderen. Laten wij deze ark van Noach vergeten en bedenken dat wanneer een dergelijke super ruimte sneller dan het licht ark ooit gebouwd mocht worden, het heel goed mogelijk kan zijn, dat deze tweede Aarde, na miljoenen lichtjaren, niet meer bestaat wanneer wij daar aankomen; en of tegen die tijd onze eigen Aarde nog bestaat?
De aarde en de natuur is de habitat waar wij mensen deel van uitmaken. Het is onze ark van Noach. Doordat wij mensen steeds meer aan de weet komen over het leven dienen wij tegelijkertijd te beseffen dat het web van leven veel complexer is dan wij in de komende honderden jaren aan de weet zullen komen. Dat er een einde komt aan de natuur door het toedoen van wij mensen is dan ook zelfoverschatting. Wij zijn immers een piepklein onderdeel van het web van leven en tegelijkertijd een piep piepjonge levensvorm; nog geen baby in de leeftijd en ontwikkeling van het leven op aarde. Op de aarde zijn in de miljarden jaren dat er leven is, al veel organismes uitgestorven. Ook wij mensen zullen uitsterven maar het web van leven gaat verder tot de zon in een rode reus verandert.
Kijkend naar hoe wij mensen met elkaar en met de natuur omgaan ben ik het met Albrecht eens dat het de moeite waard is toe te werken naar het symbiosceen dan is het vertoeven op aarde als een volwaardig in de natuur passend organisme hopelijk net zoals de dino’s nog miljoenen jaren het hoogst haalbare ideaal. Albrecht schetst een globaal raamwerk hoe de mensheid het symbiosceen kan vormgeven. Tegen de tijd dat de mensheid een start gaat maken met het creëren van het symbiosceen zal de aarde bevolkt zijn door meer dan 9 miljard mensen. Er zullen ongetwijfeld gewapende en andere conflicten aan voorafgaan want niet iedereen is op slag vrijgevig en besluit met veel minder genoegen te nemen. De aarde zal de mensheid een uitweg bieden en waarschijnlijk zullen mensen die uitweg vrijwillig accepteren. Daarna begint het ingewikkelde proces van wederkerig met elkaar en met de natuur samenleven

Literatuur:
Albrecht,Glenn, A. (2019) Earth Emotions: New Words for a New World. Cornell University Press.

Kramer CK, Mehmood S, Suen RS. Dog Ownership and Survival: A Systematic Review and Meta-Analysis. Circ Cardiovasc Qual Outcomes. 2019 Oct;12(10)

Raworth, Kate, Doughnut Economics, Seven Ways to Think Like a 21-st Century Economist. Random houseBusiness Books, London, (2017)

Fotos:
foto huidmondjes zilverberk

Animatie van de zon die in een rode reus verandert

het wood wide web of hoe bomen stiekum met elkaar communiceren

In de natuur gaat niets verloren

Natuur inclusief bouwen De Kemmer Oirschot

Video’s:
Mein Freund der Baum 1968 Alexandra

So trinkt, kommuniziert und fühlt ein Baum

Unsere Wälder (1/3): Die Sprache der Bäume | Ganze Folge Terra X

Der Streit um die Braunkohle: Quarks und Co

Websites
Ik maakte voor het eerst kennis met de filosofie van Glenn Albrecht door het VPRO programma Tegenlicht van zaterdag 19 november, maandag 21 november:
Welkom in het symbiosceen
en
Zo kunnen wij leven in het symbiosceen.

wandel met de hond en je leeft langer.

Haben Pflanzen ein Bewusstsein?

Mit dem Abriss des Immerather Doms verschwand ein steinernes Symbol für den Verlust der Heimat.

Braunkohle: wikipedia

Kringloop bewustzijn

De relatie darm microbioom en depressie

Waarom onze helpers de bacteriën verdwijnen

Hambacher Forst: Gerettet, um zu sterben?

Generatie Symbiosceen

Hoofdstuk 6

Generatie Symbioceen

De nieuwe wereld creëren
De generatie mensen die bekend staat als babyboomers is over het algemeen een verloren zaak om het symbioceen binnen te gaan. Met diepgewortelde overtuigingen en cognitieve dissonantie over het niet-sombiosische pad dat tot onze huidige hachelijke situatie heeft geleid, en met rijkdom, macht en privileges die nog nooit eerder op massale schaal in de menselijke geschiedenis zijn gezien, zullen boomers hun overtuigingen of hun rijkdom niet binnenkort opgeven. Ze passen zich liever aan veranderende omstandigheden aan dan de fundamenten van het Antropoceen te verzachten of fundamenteel te veranderen.

Boomers 'hebben alles', inclusief een opgeblazen zelfbeeld, maar anderen, inclusief hun eigen kinderen, betalen nu de echte prijs van dergelijke gestolen rijkdom, met hun diepgewortelde persoonlijke, sociale en ecologische 'problemen'. Tim Flannery noemde dit proces 'future cating'. Een hardere omschrijving zou conceptueel en ecologisch kannibalisme kunnen zijn. Gezien het feit dat ik een babyboomer ben, hoop ik dat mijn uitspraken helemaal verkeerd zijn.

De post-boomerkinderen, waaronder nu de generaties X, Y en Z vallen (staan alle drie staan ​​als de Gens. "Gens"), worden in de populaire literatuur allemaal tot op zekere hoogte afgeschilderd als lijdend aan verschillende vormen van sociologische en psychologische problemen, waaronder ongebondenheid, richtingloosheid, afhankelijk zijn en geen coherente identiteit hebben. Opgesloten in gaming, entertainment en sociale media, worden zij beschreven als niet verbonden zijn met de externe realiteit en het grootste deel van hun tijd in de virtuele wereld, sociale media en binnenshuis doorbrengen. Gen Z, geboren tussen 1995 en 2012, zit misschien op een ander spoor; ze worden gekenmerkt als een mondiaal perspectief en kritischer over sociale media dan hun voorgangers. Ik ben er zeker van dat deze door marketing gegenereerde generalisaties oneerlijk zijn tegenover veel Gens en ik zal later in dit hoofdstuk verwijzen naar hun positieve eigenschappen. Laten we echter een tijdje doorgaan met de marketinggeneralisaties en kijken waar ze ons naartoe brengen.

In de vorige hoofdstukken heb ik beargumenteerd dat om positieve aardse emoties te versterken, het essentieel is om uit het giftige Antropoceen te komen, en dat naast de wetenschappelijke en ethische grondslagen van het Symbioceen, een seculiere "spirituele" grondslag in de vorm van de ghedeïst was ook nodig. In dit hoofdstuk zal ik aanvullende theoretische en praktische redenen geven voor een nieuwe, positieve richting voor alle generaties mensen op de planeet. Om uit het Antropoceen te komen, heeft de mens een generatiewisseling nodig. Ik zal ervoor pleiten dat Generation Symbiocene (Gen S) zal voortkomen uit de gelederen van alle post-boomergeneraties (Gens) naarmate de behoefte aan een nieuwe menselijke identiteit, gebouwd op gemeenschappelijke Symbiocene principes, politiek en ethiek, groter en duidelijkwordt..

De identiteitscrisis van het Antropoceen
Het Antropoceen wordt steeds "rationeler" in het bereiken van een totaal irrationeel einde. Onder de logica van gigantisme en homogeniteit vernietigen we de economie die we proberen op te bouwen. Terwijl waarde in de wereld wordt omgezet in toenemende aandeelhouderswinst, verarmt al het andere en gaan alle vormen van erfgoed verloren. Economieën hebben consumenten nodig, maar consumenten hebben banen nodig om consumentenartikelen te kopen. Naarmate we de productie efficiënter, goedkoper en geautomatiseerd maken met kunstmatige intelligentie (AI), grote machines en robotica, zijn er minder banen in alle vormen van menselijke onderneming. Boerderijen worden geautomatiseerd en boeren verdwijnen. Advocaten worden vervangen door robots vol jurisprudentie. Het werk van accountants wordt geautomatiseerd of wordt "blockchain" omzeild, waardoor we minder accountants nodig hebben. Zelfrijdende auto's, bussen en vrachtwagens elimineren chauffeurs. Al, gemaakt door programmeurs, elimineert veel programmeertaken in de computerwereld.

Bovenop het verlies van werknemers-consumenten aan dit irrationele systeem, verliezen we de aarde door vervuiling van de lucht, het water en de bodem. En het lijkt erop dat we toestaan ​​dat politici en particuliere bedrijven ons en onze wereld dit aandoen. Ik kan me geen scenario voorstellen dat irrationeler is. Als we de "onlogische" conclusie trekken, hebben we een vreemde wereld waar rijkdom en macht steeds meer geconcentreerd zijn aan de top van een sociale hiërarchie, terwijl alle negatieven van die rijkdomaccumulatie worden gevoeld door de overgrote meerderheid van de mensen, over de hele wereld, aan de onderkant. Het moet ook gezegd worden dat niet-menselijke wezens ook negatieve gevoelens voelen, zoals bedreiging en in sommige gevallen uitsterven in het wild. Er is een duidelijk verband tussen het uitsterven van banen en het uitsterven van soorten, aangezien, naarmate meer mensen werkloos worden en ontheemd raken door AI en automatisering, ze zich minder zorgen maken over nieuwe banenscheppende uitbuiting van wat er nog over is van de onontwikkelde wereld. De opkomst van de fly-in fly-out-arbeider is een voorbeeld van deze trend, aangezien bijvoorbeeld veel mijnwerk in Australië nu plaatsvindt in afgelegen delen van het continent en de arbeiders terugvliegen naar locaties in de voorsteden van de "eerste wereld" die feitelijk immuun zijn voor de negatieve gevolgen voor die afgelegen locatie van exploitatie.

Toch moet ik deze irrationaliteit, of wat ik artificiële domheid (AD) noem, van de positieve kant bekijken. Er is hier een spanningsopbouw die alle kenmerken heeft van een echt goede psychische en emotionele crisis, die een conceptuele en emotionele revolutie veroorzaakt, die de biofysische ineenstorting van de planeet kan voorkomen. We bevinden ons al in een fase van psychische onrust die hiertoe zal leiden

samenvattende revolutie.
Naarmate de bedrijfsreuzen nog meer opgeblazen raken, worden ze kwetsbaar voor totale mislukking. Een eenvoudige regel van de complexiteitstheorie is dat hoe diverser een systeem is, hoe waarschijnlijker het is dat het stabiel is. Falen in één onderdeel leidt niet tot falen in alle andere onderdelen. Er is een ingebouwde weerstand tegen golven van verstoring (verandering), een toestand die technisch bekend staat als 'veerkracht'. Omgekeerd, hoe uniformer en rigider het systeem, hoe waarschijnlijker het is dat elke storing een totale storing zal opleveren. Naarmate bedrijven en overheden voor logistiek en boekhouding steeds afhankelijker worden van het World Wide Web, stellen ze zich bloot aan totale systeemhacking en -storingen. Kwetsbaarheid voor een dergelijk falen is nu een van de kenmerken van de moderne quasi-monopolistische onderneming.

Ten slotte kwamen de wereldwijde inspanningen om de opwarming van het klimaat en andere milieubeledigingen waar de aarde het slachtoffer van is te bestrijden eind 2017 allemaal tot stilstand. De Verenigde Staten hebben gedreigd zich terug te trekken uit de Overeenkomst van Parijs (2015) over de uitstoot van broeikasgassen en zijn nu op het pad van enorm verhoogde koolstofemissies. Ondanks bijna dertig jaar intergouvernementele inspanningen en onderhandelingen over het verlagen van de wereldwijde uitstoot en het verminderen van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, stijgen ze nog steeds. Het doel om de wereld te behouden. onder de twee graden temperatuurstijging tegen 2100 lijkt nu onmogelijk.

Het beoordelen van bedreigingen voor de identiteit door klimaatverandering is van cruciaal belang, aangezien de huidige op wetenschap gebaseerde voorspelling van bijvoorbeeld het smelten van ijs op Antarctica tegen 2100 tot drie meter zeespiegelstijging kan opleveren. Plaatselijk de slachtoffers van zeespiegelstijging de schuld geven zoals Bangladesh is geen oplossing. Pogingen om ze uit andere landen te houden door bijvoorbeeld muren te bouwen, zullen ook niet werken, aangezien het aantal mensen dat vluchteling wordt door alle vormen van klimaatchaos, als die zouden ontstaan, zou kunnen oplopen tot 2 miljard tegen 2100."

Na de wereldwijde financiële crisis, die begon in 2007-2008, wordt het financiële systeem van de wereld steeds meer gezien als extreem kwetsbaar omdat het grotendeels op schulden is gebouwd. Veel van die schuld werd door de overheid gefinancierd reddingsgeld van regeringen. De wereldwijde Occupy-beweging in 2011 heeft dit irrationele systeem meer dan een jaar lang in twijfel getrokken, maar het momentum verloor toen mensen de intimidatie door wetshandhavers beu werden, afgeleid door Netflix of iemands kat op YouTube. Het probleem is echter niet verdwenen en het wereldwijde financiële systeem bevindt zich nog steeds op een omslagpunt. Met de aanhoudende fiscale crisis en klimaatchaos kunnen de economische en biofysische crises waarmee alle Gens worden geconfronteerd niet langer worden genegeerd.

Ik ben van mening dat alle Gens snel zullen zien dat de schade die wordt aangericht door rampeneconomie en door mensen veroorzaakte onnatuurlijke rampen elk jaar toeneemt. Ironisch genoeg zijn de Verenigde Staten een van de landen die het hardst worden getroffen door de frequentie en omvang van deze rampen. De tovenaar van Oz kon zich niet lang verschuilen achter zijn gordijn van leugens, en de huidige lichting politieke leiders ook niet. De waarheid over fiscale irrationaliteit en de waanzin van opzettelijke opwarming van het klimaat zal alle generaties choqueren en ze zullen in alle vormen van negatieve psychoterratische toestanden terechtkomen. Het zal de fundamenten van de huidige menselijke identiteit op zijn grondvesten doen schudden.

Een gelijktijdige ecologische, economische, psychologische, ghedeïstische en culturele ineenstorting is nog nooit eerder door mensen op wereldschaal gevoeld. Er zijn enorme tegenstellingen die een wereldwijde oorsprong hebben en onze samenlevingen uit elkaar scheuren, maar ze worden lokaal en regionaal gevoeld door mensen in verschillende vormen van problemen. Het is geen wonder dat het populisme, met zijn slogans en het aanbieden van eenvoudige oplossingen voor ongelooflijk complexe problemen, het eerste aanspreekpunt is voor degenen die zich zorgen maken over de toekomst maar geen idee hebben hoe die druk zich in het heden opbouwt.Velen staan klaar de slachtoffers van deze krachten te beschuldigen in plaats van de complexe oorzaken te analyseren.Daar bovenop hebben mensen te maken met foute feiten(leugens, foute data(leugens en fake nieuws(leugens). Ook vooraanstande intellectuelen politieke experts vinden het blijbaar moeilijk feiten van fictie te onderscheiden. In de eeuw van solastalgia moeten wij open zijn over de toenemende negatieve invloed van de mens op de aarde.

Elke belangrijke indicator van onze relatie met de biosfeer wijst de verkeerde kant op en wereldwetenschappers hebben ons gezamenlijk een duidelijke waarschuwing gegeven. Samen met deze negatieve biofysische indicatoren komt een groot aantal negatieve, niet-medische, psychoterratische toestanden, variërend van milde vormen van angst voor het heden tot solastalgie over de geleefde ervaring van negatieve verandering en diepe angst voor een eco-apocalyptische toekomst. Diagnoses van depressie en van een groeiend aantal ernstige handicaps hebben van geestelijke gezondheid een van de grootste groeigebieden en uitgaven in de totale gezondheidsbegrotingen van landen gemaakt.

Sommigen, waaronder veel vooraanstaande publieke figuren en intellectuelen, denken dat de situatie al zo slecht is dat mensen serieus zouden moeten overwegen om de aarde te verlaten om nieuwe planeten te koloniseren. Ze suggereren bijvoorbeeld dat de ontginning van maagdelijke hulpbronnen op nabijgelegen asteroïden mensen op aarde kan ondersteunen. Jeff Bezos, de oprichter van Amazon, heeft verklaard dat "we naar de ruimte moeten om de aarde te redden... We moeten ons haasten." Andere bekende mannen, zoals Brian Cox, Elon Musk, Richard Branson en wijlen Stephen Hawking, zien de tierracide aankomen en speculeren dat ruimtekoloniserende vluchtelingen de enige overlevenden zullen zijn van massale economische en agrarische mislukkingen op aarde. Hawking concludeerde: "Verspreiding is misschien wel het enige dat ons van onszelf kan redden. Ik ben ervan overtuigd dat mensen de aarde moeten verlaten."

Volgens de huidige oogst van ruimte-indringers, terwijl sommigen van ons nog steeds rijk zijn, moeten we onze ontsnapping aan een falende aarde en haar falende mensen plannen en uitvoeren. Wat een ironie is het dat, terwijl Jeff Bezos de rijkste man op aarde wordt en Amazon wereldwijd uitbreidt, het Amazonebekken in recordtempo krimpt. Deze publieke figuren in de wetenschap en het bedrijfsleven bevinden zich in een positie om intellectuele leiders te zijn, maar hun sterke pleidooi voor het buitenaardse, in een tijd waarin 'terra', de aarde, in grote problemen verkeert, maakt dat ze allemaal een sterke uitdaging nodig hebben op het gebied van ethische gronden. De huidige "buitenaardse" patriarchroedel van het Antropoceen laat ons in de steek. Prognoses voor de toekomst van de aarde, alleen op basis van de gevolgen van klimaatverandering, suggereren mij dat er geen rechtvaardiging is om enorme hoeveelheden rijkdom, publiek of privaat, te besteden aan iets anders dan de totale beperking van de dreiging van klimaatchaos in zijn verschillende vormen van Armageddon (overstroming, hitte, ziekte en storm).

De Amerikaanse schrijver Derrick Jensen heeft betoogd dat het niet waarderen van het verbazingwekkende leven op deze aarde de patriarchale ruimte-indringers, van wie sommigen wetenschappers zijn, markeert als lijdend aan een vorm van identiteitspathologie:

Met de hele wereld op het spel moet ik duidelijk spreken. Het probleem is dat binnen dit patriarchaat de identiteit zelf gebaseerd is op schending. Overtreding wordt niet alleen een actie, maar een identiteit: wie je bent en hoe jij en de samenleving bepalen wie je bent. Binnen dit patriarchaat definieert de mannelijkheid van mannen zichzelf door anderen als inferieur te identificeren (daarom kunnen die stomme klote wetenschappers vragen "Zijn we allemaal alleen?" terwijl ze het buitengewone leven op deze planeet vernietigen), en als zijnde daarom schendbaar, om ze vervolgens te overtreden.

In navolging van Jensen zijn de kwesties van persoonlijke en politieke identiteit centrale kwesties voor boomers en volgende generaties. Persoonlijke identiteit gebaseerd op 'schending', verlatenheid, uitbuiting en macht is een bepalend thema geworden in het begin van de eenentwintigste eeuw.

De belangrijkste markeringen van wie u bent en waar u in gelooft, zijn voortdurend in ontwikkeling, met feedbackloops die de bevestiging bieden die nodig is voor identiteitsbeveiliging. De standaard identiteitsmakers, zoals genen, ouderlijke invloeden, school en rolmodellen, blijven belangrijk in de ontwikkeling van de persoonlijkheid en identiteit. Ze worden echter steeds minder relevant onder invloed van de nieuwe media en hun verband met informatie, propaganda, consumptie en reclame.

Hoewel hedendaagse sociale media en andere technologieën een uitlaatklep voor de persoonlijkheid kunnen bieden, vereisen ze een vorm van gehoorzaamheid aan formats en formules die vooraf zijn bepaald door degenen die de media en de commerciële producten bezitten en controleren. De nuances van persoonlijkheid gaan verloren in een e-wereld, waar het "leuk vinden" en het gebruik van verschillende "emoticons" met één klik worden gezien als adequate antwoorden op enorm complexe kwesties zoals de opwarming van de aarde. Het populaire socialemediaplatform Twitter beperkte de lengte van individuele commentaren tot 140 tekens per tweet (eind 2017 veranderde dit in 280), en binnen zo'n beperkt formaat is geen nuancering van dialoog en argumentatie mogelijk. De anonimiteit die in de meeste formaten is toegestaan, werkt ook om de echte persoonlijke identiteit te verbergen en om beledigende en discriminerende uitingen de vrije loop te laten. Nepnieuws wordt moeilijk te identificeren in een wereld waar alles kort en zonder verifieerbare bronnen is. Facebook biedt misschien de mogelijkheid van veel 'vrienden', maar de eigenaar van een persoonlijke pagina kan nog steeds intens eenzaam zijn in de echte wereld.

De identiteit van sociale media, gebaseerd op het principe dat je bent wat je consumeert en wat je 'leuk' vindt, is nu zorgvuldig opgebouwd rond algoritmen die anticiperen op elke volgende beweging en je keuzes voorleggen die je gedrag in het verleden weerspiegelen. Je "vind-ik-leuks" worden circulair doordat de keuze van wie je bent wordt bepaald door wat je bent geweest. Weinig ruimte voor identiteitsinnovatie hier, of voor kritische evaluatie van identiteitscultuur, economie en politiek. De neiging om zich aan te sluiten bij gelijkgestemde e-groepen zorgt er ook voor dat het "echokamer"-effect, of het zoeken naar zelfbevestiging in vriendschappelijke ontmoetingen, de eigen positie over feiten en waarden versterkt. Het huidige systeem"verzorgt" u constant om uiteindelijk te doen wat het wil dat u doet: meer consumeren van wat u "leuk" vindt en complianter en voorspelbaarder worden. Het geeft ook een constante positieve bevestiging van de "juistheid" van uw opvattingen, omdat afwijkende meningen eruit worden gefilterd. De laatste belediging is dat de eigenaren van grote socialemediabedrijven uw persoonlijke gegevens aan derden kunnen verkopen voor politieke en commerciële belangen. Privacy kan nu worden verkocht, zoals de onthullingen over het dataverkoopbedrijf Cambridge Analytica in 2018 treffend illustreerden.

Generatie-identiteit en de opkomst van nationalisme
Gedeeltelijk als gevolg van de kenmerken van sociale media, is identiteitspolitiek gekoppeld aan hernieuwd nationalisme en de kernkwestie van 'schending' de afgelopen jaren naar voren gekomen als reactie op golven vluchtelingen die asiel zoeken in verschillende delen van de wereld. Moslimvluchtelingen, op de vlucht voor oorlog in het Midden-Oosten, zijn het middelpunt geworden van anti-moslinsentiment in de Verenigde Staten, Australië en delen van Europa. De vermeende bedreiging van de culturele en politieke identiteit in de hoofden van velen in de ontvangende landen is de reden geworden voor een heropleving van nationalisme en identiteitsmarkering op basis van wat zou kunnen worden beschouwd als de traditionele waarden van de mensen van een bepaalde natie. De rol van nieuwe media bij het helpen vormgeven en promoten van deze neonationalistische en culturele identiteitspolitiek is cruciaal geweest in hun expansie in 2017. Een groep die bekend staat als Generation Identity (Gen I), aanvankelijk gevestigd in Europa, heeft bijvoorbeeld terrein overgenomen dat dekt het volgende:

Generation Identity (in sommige landen actief als "Identitaire Beweging") is een patriottische jongerenbeweging in heel Europa die de waarden van het vaderland, vrijheid en traditie promoot door middel van vreedzaam activisme, politieke educatie en gemeenschaps- en culturele activiteiten. We willen bewustzijn creëren voor een patriottische waardebasis in het metapolitieke rijk.

Hoewel ze op hun website beweren geen neonazi of fascist te zijn, heeft deze jongerengroep een beroep gedaan op vele duizenden jongeren in Europa die zich onder andere verzetten tegen de opname van vluchtelingen uit overwegend islamitische landen. Ze presenteren zichzelf als patriotten voor hun eigen land, zien immigratie als een netto oplichterij voor de samenleving en zijn sterke pleitbezorgers voor remigratie van vluchtelingen naar hun thuisland, terwijl ze zich krachtig verzetten tegen wat zij de "islamisering van Europa" noemen. Er is een algemene nadruk op nationale controlegrenzen en een heropleving van het concept van 'soevereiniteit'.

Door een kosmopolitische identiteit en globalisering als zijn weg af te wijzen, heeft Gen I iets belangrijks bereikt, maar heeft hij de nationale identiteit en het patriottisme in de natiestaat aangezien als de focus voor betekenis en solidariteit met anderen en heeft hij de ecologische fundamenten van plaats volledig genegeerd.

De natiestaat kan een machtige kracht zijn om een ​​sterke loyaliteit aan een bepaalde plaats te motiveren, maar zoals in de twintigste eeuw is aangetoond, kunnen dergelijke loyaliteiten, zodra ze verstrikt raken in racisme en etnische kwesties, zeer snel ontaarden in massaal geweld, genocide en de obsceniteit van 'etnische zuivering'. Extreme vormen van nationalisme, zoals die gedemonstreerd worden onder de namen nationaal-socialisme (de Duitse nazi-beweging en het Derde Rijk) en fascisme (Italië onder Mussolini), zijn goede voorbeelden van wat men niet moet doen in naam van de identiteit. Twee wereldoorlogen en de poging tot genocide op minderheidsgroepen zijn in de eenentwintigste eeuw geen paden om te volgen in de zoektocht naar identiteit. Trouwens, het Terrapthoraanse nationaal-socialisme en het fascisme verloren beide oorlogen. Ik stel voor dat extreem nationalisme en oorlog niet de sociaal-politieke wegen zijn die de meerderheid van de post-boomgeneraties in het begin van de eenentwintigste eeuw willen inslaan.

Oorlog is om een ​​andere reden onwenselijk. In tijden van oorlog tussen staten en conflicten tussen staten staat de bescherming van land en biodiversiteit normaal gesproken niet op de agenda van de strijders. Er is zoveel "nevenschade voor degenen die gevaar lopen. Ecocide is over het algemeen een onvermijdelijk gevolg van oorlog en genocide. Het begrip en de bescherming van de ecologie van de lokale of regionale natuurlijke omgeving komt niet eens voor op Gen I's belangrijkste lijst met eisen.

Vreemdelingenhaat, racisme, onrechtvaardigheid, grove ongelijkheid en anti-milieubewustzijn zijn een giftige mix. In een snel veranderende wereld is het van belang om te onderzoeken of er een dwingend alternatief is voor identiteit op basis van nationalistisch atavisme en ecocidale noties. Gezien de acties en resultaten van het Europese imperialisme en kolonialisme in de afgelopen vijfhonderd jaar, de globalisering van het industriële kapitalisme in de afgelopen tweehonderd jaar en de massale migratie als gevolg van de wereldoorlog en andere vormen van conflict in de afgelopen honderd jaar, lijkt het absurd om in sommige notie van etnische of raciale zuiverheid of superioriteit om een ​​hedendaagse identiteit te genereren. Er is maar één menselijke soort en afzonderlijke "zuivere" rassen zijn een mythe die gemakkelijk kan worden ontmaskerd door genetisch testen van menselijk DNA. De meeste landen, over de hele wereld, hebben een bevolking die zowel de diversifiërende krachten van kolonialisme als migratie uitdrukt. Het is onmogelijk dat deze culturele smeltkroes ongedaan kan worden gemaakt. Toevoegen aan de historische smeltkroes zijn de waarschijnlijke toekomstige effecten, zoals hierboven vermeld, van gedwongen migratie als gevolg van klimaatchaos. Een soortgelijk argument kan worden aangevoerd voor de niet-menselijke symbioment, of wat er nu nog van over is. Ik heb het punt gemaakt over het mogelijke einde van endemisme in een vorig hoofdstuk, en hoewel we nu nog niet op dat punt zijn, gaan we er snel naartoe. De wereldwijde vermenging van micro-organismen, schimmels, planten en dieren is de afgelopen tweehonderd jaar snel gegaan en ook die smeltkroes is niet ongedaan te maken. Klimaatopwarming maakt dat probleem ook erger, omdat planten en dieren gedwongen worden te migreren, hetzij naar de polen of naar grotere hoogten, om binnen hun favoriete ecologisch-thermische niche te blijven. Mensen zijn al betrokken bij het bepalen van hun toekomst, en dat zal nog meer het geval zijn wanneer opties voor verplaatsing, zoals het verplaatsen van ijsberen en hele Arctische voedselketens naar Antarctica, worden overwogen. Bij het nadenken over identiteit in deze contexten, moeten we nu de realiteit van opkomende hybride culturen en opkomende hybride ecosystemen. Onze speculaties over een aardse toekomst voor de rest van deze eeuw moeten de dynamische realiteit van de plek accepteren. Dit kan betekenen dat de verarming van ecoculturele diversiteit moet worden geaccepteerd vanuit een meer diverse maatstaf van slechts enkele decennia geleden.

Gebruikmakend van oudere tradities in de cultuur, op wetenschap gebaseerde definities van biofysische regio's (bodemsoorten, vegetatie enz.), plus nieuwe biomische wetenschap, zullen mensen hun opkomende identiteitsstatus moeten herdefiniëren in tegenstelling tot de nu falende globalisering en nationalisatie in de wereld. Antropoceen. Die taak, vooral in het licht van de gevolgen van klimaatverandering voor lokale en regionale ecologieën, zal niet gemakkelijk zijn, maar het is nog steeds zo dat geografie een belangrijke rol speelt in wat mensen kunnen doen op specifieke locaties op aarde.

De toepassing van de symbiocene principes (hoofdstuk 4) zal in de loop van de tijd het culturele en ecologische endemisme op verschillende plaatsen op aarde geleidelijk weer doen opduiken, en ik zal hieronder meer over dit thema zeggen. Maar voordat ik dat doe, denk ik dat het de moeite waard is om te kijken of er iets is dat de moeite waard is om te redden uit vroegere opvattingen over land, nationalisme en regionalisme met betrekking tot identiteit, dat de Gens zou kunnen helpen het Symbioceen binnen te gaan.

Identiteitsfragmenten
Zoals ik in het vorige hoofdstuk betoogde, voldeed de traditionele Aboriginal-samenleving van Australië aan enkele van de symbioceense principes. Hun nauwe trouw aan wat we nu als "land" begrijpen, was voor hen gebaseerd op grondige kennis van de plaats, liefde voor de plaats, opleiding over plaats en zijn geschiedenis, en een verlangen om hun plaats te verdedigen tegen indringers. Australische Aboriginals hebben nog steeds een sterke band en identiteit met hun traditionele geboorteplaatsen. Veel Australische Aboriginals geven er de voorkeur aan niet geïdentificeerd te worden als inheems, inheems, aboriginal of Aboriginal, maar willen bekend staan ​​onder de traditionele stamnaam van hun land. Dat is de diepte van hun regionale en culturele affiniteit met plaats. Australische Aboriginals houden van het land en wantrouwen binnenvallende vreemden. Zeker wanneer die vreemdelingen vertegenwoordigers blijken te zijn van agressieve koloniale machten.

Ondanks dat voorbehoud hebben Australische Aboriginals een lange staat van dienst in het vrijwillig opnemen van nieuwe mensen in hun territorium en cultuur. In het Australië van na 1788 werden blanken, verloren schipbreukelingen en ontsnapte veroordeelden in de vroege nederzetting vaak opgevangen en verzorgd door Aboriginals. Ze kregen stamnamen en leefden binnen de regels en conventies van hun clan. Wanneer vreemden bereid zijn om te leren en de gewoonten van de traditionele mensen te respecteren, worden ze geaccepteerd. Er is ook een rijke uitwisseling van kennis en een opkomende hybride cultuur is het resultaat.

Aboriginal Australiërs zijn ook genereus in het opnemen van geïntroduceerde, wilde dieren in hun geloofssystemen. Zo is de Aziatische Waterbuffel door de mensen van Arnhem Land opgenomen in hun Dreaming omdat dit dier, als op water gebaseerde vormgever van het landschap, affiniteit heeft met de Rainbow Serpent of the Dreaming, verantwoordelijk voor het uithakken van kronkelige waterlopen en billabongs.

De geest van vrijgevigheid en zorg voor het leven suggereert voor mij dat de menselijke identiteit kan worden gebonden aan bepaalde regio's, maar zonder de extreme xenofobie die de afgelopen tien jaar of langer in Europa en de Verenigde Staten is waargenomen. Er zijn wereldwijd veel andere voorbeelden van inheemse groepen gebaseerd op solifilie, die enkele van de symbioceense principes vertegenwoordigen die in hoofdstuk 4 zijn besproken, die langdurige en levensvatbare verbindingen met hun plaats/land hebben verdedigd. De Standing Rock Sioux-stam verzette zich, met de steun van vele milieu- en maatschappelijke belangengroepen, in 2016 tegen de Dakota Access-pijpleiding in North Dakota, omdat deze een heilige begraafplaats schond en het potentieel had om drinkwatervoorraden te lekken en te verontreinigen. Ze beweerden dat hun speciale interesse in land dat traditioneel eigendom was, belangrijker was dan de noodzaak en de autoriteit om de pijpleiding aan te leggen. De Standing Rock Sioux en hun steungroep hebben met succes de aanleg van de pijpleiding uitgesteld tot maart 2017, toen de Amerikaanse president toestemming gaf voor de bouw en de ontmanteling van het protestkamp. Zoals het geval was met de Occupy-beweging in 2011, was de oppositie tegen de pijplijn emotioneel geladen, maar snel gedwarsboomd door de autoritaire krachten die werken voor de natiestaat, globalisering en gigantisme. Het verzet werd neergeslagen toen leiders werden gearresteerd en sommigen gevangen werden gezet. Het behouden van de traditionele identiteit tegenover alle krachten van een natiestaat die zich tegen u verzet, is een zeer moeilijke positie om in te nemen.

De weerstand tegen regionalisme of micronationalisme door de natiestaat is ook aangetoond in de recente geschiedenis. We hebben een langdurige afscheidingsbeweging gezien in de Baskische regio van Spanje en, in 2017, in Barcelona in de regio Catalonië. Beide afscheidingsbewegingen zijn sterk tegengewerkt door de Spaanse regering. Hoewel racisme en anti-immigratie als primaire factoren worden erkend, was het verdedigen van de eigen unieke identiteit tegenover sterk homogeniserende krachten (bijvoorbeeld de Europese Unie en de Britse regering) ook een punt van aandacht bij de Brexit-stemming in Groot-Brittannië in 2017. dat er een heropleving van het Schotse nationalisme in het VK is geweest, en dat Wales altijd een plaats is geweest die zijn regionale verschil met de rest van Groot-Brittannië vierde. Er zijn zelfs af en toe afscheidingsbewegingen in West-Australië, aangezien geografische isolatie van de andere staten van Australië, zijn eigen specifieke manier van doen, een economie die onafhankelijk van de rest van het continent werkt, plus een zeer endemische biogeografie, samen zorgen voor onafhankelijkheid van de rest van Australië. Soortgelijke "separatistische" tendensen zijn waargenomen in de Verenigde Staten, met "Cascadia" gebaseerd op de bioregionale affiniteiten tussen staten aan de westkust en een nieuw leven ingeblazen Calexit-beweging in Californië, na de verkiezing van president Trump in 2016.

Een van de redenen voor de aantrekkingskracht van separatistische bewegingen is dat mensen die lange tijd banden hebben met verschillende bioregio's regionale dialecten, cultuur en landbouw hebben en zich er sterk mee identificeren. Velen houden van hun landschappen en hebben endemofilie vanwege hun onderscheidende kenmerken. Zelfs in het huidige Europa blijven deze bijzondere en unieke regio's bestaan, en de mensen daarbinnen blijven hun recht op zelfbeschikking betwisten tegen de aanspraken van natiestaten en bredere superregionale en mondiale krachten. Het moet echter worden toegegeven dat het idee van een separatistische identiteit op dit moment op geen enkele reguliere agenda staat. De natiestaat lijkt stevig verankerd, vooral wanneer deze wordt ondersteund door de belangen van het multinationale kapitalisme.

De bioregionale beweging, populair in academische en milieukringen in de jaren '70 en '80, verzette zich actief tegen gigantisme in haar pleidooi voor de juiste schaal voor het menselijk leven. Kirkpatrick Sale zag alle aspecten van het menselijk potentieel, inclusief identiteit, als gemaximaliseerd binnen het natuurlijke kenmerk. van een regio. Hij betoogde:

Op de juiste schaal wordt het menselijk potentieel ontketend, het menselijk begrip vergroot, de menselijke prestatie vermenigvuldigd. Ik zou stellen dat de optimale schaal de bioregionale is, niet zo klein dat het machteloos en verarmd is, niet zo groot dat het log en ondoordringbaar is, een schaal waarop het menselijk potentieel eindelijk kan overeenkomen met de ecologische realiteit

De bioregionale beweging sprak de hoop uit dat mensen hun bioregio kunnen leren kennen en liefhebben, binnen zijn specifieke kenmerken en eigenschappen kunnen leven en zichzelf kunnen besturen. Dit is een idee dat ecologische terroir en zijn culturele equivalenten viert, en zich verzet tegen het gigantisme van globalisering. Sale, andere bioregionalisten en sociaal-ecologen zoals Murray Bookchin hebben betoogd dat naarmate de ecologische cultuur en de politiek worden binnengevallen en uitgezaaid door ontwikkelingskrachten op wereldschaal, de aarde verarmt en openstaat voor catastrofale veranderingen. De overgang vindt plaats omdat degenen die hun symbioment of bioregio kennen en weten hoe ze die sombiositeit moeten koesteren, aan de kant van het bestuur worden geduwd door sterkere hiërarchische en homogeniserende krachten, die niet alleen vaak afwezig zijn in de bioregio, maar ook onwetend zijn over de speciale kenmerken en kenmerken ervan. Het wordt nog erger als de machthebbers van het bedrijfsleven niets weten van levensondersteunende systemen op wereldschaal, zoals waterbronnen of het klimaat, die op hun beurt bioregio's ondersteunen. Dan gaat op lokaal en globaal vlak de heterogeniteit verloren, terwijl de homogene krachten van een universeel ontwikkelingsmodel, het kapitalisme, schijnbaar niet meer te stuiten zijn.

Helaas voor de bioregionale beweging is, ondanks de inspanningen van mensen als Sale en Bookchin, de drang naar gigantisme, geen bioregionalisme, de afgelopen vijftig jaar exponentieel toegenomen. Zelfs Perth, West-Australië, de meest geïsoleerde hoofdstad ter wereld, was niet immuun voor de krachten van gigantisme en globalisering. Toen ik van 2009 tot 2014 in die staat werkte, ervoer ik zowel nostalgie als solastalgie naar mijn geboorteplaats. Ik vermeldde in de samenvatting dat mijn identiteit verbonden was met dat landschap, en kijken hoe het werd platgewalst voor nog meer buitenwijken voelde als een aanval op mijn emotionele kern, mijn identiteit. Bovendien heb ik tijdens mijn verblijf ook een episode meegemaakt van door klimaatopwarming veroorzaakt massaal afsterven van bomen in het Jarrah-bos waar ik woonde. Ik schreef in mijn blog in april 2011:

Ik woon in de heuvels bij Jarrahdale en tot ver in april zie ik hele delen van het bos langzaam sterven. Het zijn niet alleen Jarrah en Marri die geel worden en sterven, het hele ecosysteem verkeert in diepe nood, zo erg zelfs dat het, tragisch genoeg, lijkt alsof er hier en nu een herfst op het noordelijk halfrond plaatsvindt. Als we snel zouden kunnen kijken wat er aan de hand is, zouden we enorme stukken bushland zien sterven van de dorst in de greep van deze permanente droogte. Als je de tijd neemt om te kijken, zul je merken dat de inheemse ecosystemen op de kustvlakte ook in diepe nood verkeren door verschillende vormen van 'dieback'. Wat er gebeurt is een "tipping point" in het proces van "tipping"... een zeldzame maar enorm belangrijke gebeurtenis. De regio Perth, inclusief de heuvels, heeft de afgelopen 30 jaar een afname van 20% in regenval gehad en een veel grotere afname van 60% in afvoer naar de beekjes en onze dammen. Gooralong Brook, ooit een beek die het hele jaar door stroomde, is verdwenen en de meeste van zijn diepere poelen zijn nu kurkdroog. Het klimaat van de SW of WA is al ten kwade veranderd en als het nog warmer en droger wordt, zal de regio van Perth voortdurend in een ecosysteemnood verkeren. Deze nood gaat niet alleen over bomen, kikkers, jilgies en dorstige kangoeroes; het is ook een crisis van de menselijke geest. Onze identiteit als mensen uit de regio Perth staat op het spel. Alles wat endemisch is in dit speciale deel van de wereld, loopt het risico langzaam te sterven door uitdroging. Onze iconische bomen zoals Banksia en Jarrah sterven al en de wilde bloemen, de exquise grondorchideeën en kangoeroepoten zullen niet meer verschijnen in een droog, kleurloos voorjaar.

De casestudy van Perth vertegenwoordigt niet alleen de snelle achteruitgang en het verlies van identiteit voor babyboomers zoals ikzelf, maar markeert ook een duidelijk geval van geheugenverlies door de generaties in het milieu of de toenemende onwetendheid (ecoagnosie) voor alle generaties na de boomers. Elke generatie weet minder over hun bioregio als gevolg van de cumulatieve verwoesting van het milieu. De zogenaamde milieucrisis die als een verlies aan diversiteit wordt ervaren, is uiteindelijk ook een menselijke identiteitscrisis. Deze dubbele crises dwongen me te denken dat hoewel bioregionalisme een geweldig idee is, dit niet het soort idee was dat een identiteitsrevolutie zou veroorzaken. De diepgewortelde kenmerken van bioregio's, zoals voorgesteld door schrijvers als Sale en Bookchin, werden gewist van de kaarten van verstedelijkende en industrialiserende locaties over de hele aarde. Geleidelijke verwijdering van het endemische vond plaats, terwijl tegelijkertijd nieuwe vormen van invasieve heterogeniteit van over de hele wereld werden geïntroduceerd. Het netto resultaat voor mensen en plaatsen was een geleidelijke oppervlakkige vermenging van cultuur, ecologie en een gebouwde omgeving die bijna niet te onderscheiden is van waar dan ook op aarde en zeker waar dan ook binnen de natiestaat.

Soortgelijke ideeën over schaal en homogeniteit en hun relatie tot identiteit werden in 1992 gepresenteerd door Benjamin Barber in "Jihad vs. McWorld", waar "McWorld" de negatieve krachten vertegenwoordigde van wereldwijde homogeniteit van bedrijven en de nationale staat, en "Jihad" vertegenwoordigde de autonome negatieve krachten van het tribalisme, waaronder religie, etniciteit en een aantal revolutionaire nationalistische politiek. Beide posities, zo betoogde Barber, waren zeer gebrekkig, met McWorld die een diversiteitsdodende uniformiteit aan de wereld oplegde, en Jihad die (vaak letterlijk) alles doodde wat niet zichzelf was. Het nettoresultaat is hetzelfde: gedwongen uniformiteit, ironisch genoeg veroorzaakt door elkaars aanwezigheid. Barber betoogde:

De tendensen van wat ik hier de krachten van de Jihad en de krachten van McWorld noem, werken even sterk in tegengestelde richtingen, de ene gedreven door parochiale haat, de andere door universele markten, de ene herschept oude subnationale en etnische grenzen van binnenuit, de ander maakt landsgrenzen van buitenaf poreus. Ze hebben één ding gemeen: geen van beide biedt veel hoop aan burgers die op zoek zijn naar praktische manieren om zichzelf democratisch te besturen.

Barbers boek was vooruitziend in die zin dat de daadwerkelijke jihad binnen de islam een ​​grote bedreiging is geworden voor de veiligheid van natiestaten wereldwijd in de eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw. De opkomst van Generation Identity en expliciete pronationalistische bewegingen in Europa (in het bijzonder Polen en Oostenrijk) pasten ook in zijn hypothese. Tegelijkertijd zijn de krachten van het kapitalistische mondiale gigantisme zelfs nog bedreigender geworden, aangezien bevolking, industrialisatie en consumptie exponentieel zijn toegenomen. Barber zag het onrecht jegens mensen en het milieu in de loop van de tijd toenemen. Hij stelde voor:

De impact van globalisering op ecologie is een cliché, zelfs voor wereldleiders die het negeren. We weten maar al te goed dat de Duitse bossen vernietigd kunnen worden door Zwitsers en Italianen die benzineslurpers besturen die op loodgas rijden. We weten ook dat de planeet kan verstikken door broeikasgassen omdat Braziliaanse boeren deel willen uitmaken van de twintigste eeuw en tropische regenwouden platbranden om wat land vrij te maken om te ploegen, en omdat Indonesiërs hun brood verdienen met het ombouwen van hun weelderige jungle in tandenstokers voor kieskeurige Japanse diners, waardoor de delicate zuurstofbalans wordt verstoord en in feite onze wereldwijde longen worden doorboord. Toch heeft dit ecologische bewustzijn niet alleen geleid tot een groter bewustzijn, maar ook tot grotere ongelijkheid, terwijl gemoderniseerde landen proberen de deur achter zich dicht te gooien en tegen ontwikkelingslanden zeggen: "De wereld kan uw modernisering niet betalen; de onze heeft het uitgewrongen!"

Het belang van klimaatopwarming is enorm toegenomen sinds de hypothese van Barber in 1992, en we worden nu geconfronteerd met meerdere crises. van grove ongelijkheid, psychische onrust, gigantisme onder globalisering en klimaatchaos, allemaal op het punt van omslagpunten van geopolitieke stabiliteit. Hoewel het verhalen zijn over onderdrukking en uiteindelijk beperkt succes, hebben inheemse bewegingen, secessionistische bewegingen, bioregionalisme en jihad elementen in zich die kunnen worden gebruikt om een ​​geregenereerde versie van de menselijke identiteit op te bouwen, een die plaats terugneemt van alle vormen van kolonialisme en bevrijdt. van universele vormen van onderdrukking en tierracide.

Identiteit herbouwen en het symbioceen construeren
Vanaf dit punt moet de menselijke wereld worden geherstructureerd om tegelijkertijd identiteit, ongelijkheid en ecologische vernietiging aan te pakken. Het kapitalisme valt de identiteit op alle fronten aan door alles ervoor te homogeniseren. Zoals Naomi Klein doeltreffend heeft betoogd, heeft de klimaattegenstelling het punt bereikt waarop "dit alles verandert", inclusief de tot nu toe bereikte homogenisering van de menselijke identiteit onder McWorld. Door die tendens te weerstaan, is er potentieel voor eenheid in plaats van jihad degenen die diversiteit waarderen. Zulk verzet gaat verder dan alle eerdere op klassen gebaseerde acceptatie of afwijzing van het kapitalisme. Het gaat ook verder dan alle voorgaande vormen van religie en filosofie. Dit is ongekend. Een nieuwe symbiotische vorm van herbevestigde plaatsidentiteit en identiteitspolitiek moet belangrijker worden dan al het andere.

Het zal de erkenning zijn van de centrale plaats en het vitale belang van de sombiosic op lokaal en regionaal niveau die de innovatie mogelijk zal maken die nodig is om het Symbioceen in te luiden en te bestendigen. Het behoud van diversiteit en het voldoen aan de symbioceense principes vereisen een economie die nog niet begrepen wordt door het kapitalistische en socialistische gigantisme, zelfs niet in hun meest ecologische vorm. Zoals Herman Daly heeft betoogd:

Verschillende landen volgen verschillende beleidslijnen: sommige slagen, andere falen, en waarschijnlijk kunnen ze allemaal van elkaars ervaring leren. In een geïntegreerde wereld is er één groot beleidsexperiment, dus falen heeft enorme gevolgen. In evolutionaire termen kan er geen groepsselectie zijn met slechts één groep - succes en mislukking zijn eerder vermengd met het geheel dan gescheiden door groepen. Bovendien zijn culturen echt verschillend, en wat in het ene land werkt, is misschien niet goed voor een ander, laat staan ​​voor iedereen. Mensen bestaan ​​als leden van nationale, taalkundige, culturele en religieuze gemeenschappen, niet als wereldwijde seculiere kosmopolitische individuen die allemaal Esperanto spreken in Davos. Met andere woorden, kosmopolitisme lijkt zowel in het mondiale ecosocialisme als in het mondiale kapitalisme te worden aangenomen, terwijl de legitieme aanspraken van het communitarisme in beide gevallen relatief worden verwaarloosd. Evenzo lijkt de grotere schaal van de organisatie bevoorrecht te zijn boven de lokale. Reinhold Niebuhr dacht daarentegen dat "hoe groter de groep, hoe zekerder deze zich egoïstisch zal uiten in de totale menselijke gemeenschap". Dit zou suggereren dat zelfs de natiestaat meestal te groot is.

Met een chronische veranderingsfactor zoals klimaatverandering, is er nog steeds tijd voor mensen binnen bioregio's om de impact van een dergelijke verandering op hun landschap en biota te beoordelen en te documenteren. Klimaateffecten op de landbouw zijn ook duidelijk in de loop van de tijd. Met deze chronische veranderingen, plus de cumulatieve impact van de toenemende frequentie van overstromingen en stormschade, worden burgers zich steeds meer bewust van het grote belang van lokale en regionale landschappen voor hun eigen overleving en veiligheid. Zelfs in steden en dorpen, vooral die aan de open oceaan of dicht bij rivieren liggen, dragen regelmatige overstromingen en schade bij aan het bewustzijn van ongewenste biofysische veranderingen.

Naarmate er negatieve veranderingen plaatsvinden op geliefde en van vitaal belang zijnde plaatsen, bevestigt dit opnieuw het primaire belang van het biofysische in het leven van mensen over de hele wereld. Dat bewustzijn zal worden aangescherpt door de mogelijkheden van massale migratie naar "veilige" gebieden of massale migratie uit "onveilige" gebieden. Studies hebben pas onlangs de gevolgen van deze massale verplaatsingen van mensen in locaties zoals de Verenigde Staten geprojecteerd. Naarmate de risico's en feitelijke rampen toenemen, zullen mensen niet alleen meer negatieve psychoterratische gevoelens hebben, zoals eco-angst en solastalgie, maar ook noodhulp. van positieve aardse emoties zoals topofilie, endemofilie, ecofilie en eutierria. Het is ook waarschijnlijk dat mensen zich politiek zullen verenigen in solifilie als lokaal antwoord op de bedreigingen. Als een heropleving van lokale en regionale identiteit plaatsvindt, denk ik dat het een vergissing zou zijn om zo'n heropleving te zien als gewoon een uiting van grove xenofobie voor anderen of opkomend fascisme of beide. Integendeel, heroplevende op solifilie gebaseerde politieke actie wordt een zeker teken dat de sombiocratie voor het symbioceen is begonnen.

Een andere factor in een mogelijke heropleving van lokalisme en regionalisme is dat minstens 3 miljard mensen lokaal wonen en werken, weg van de stad. agglomeraties, en zijn geen erg mobiele wereldburgers. Hoewel ze misschien gewone mobiele telefoons of mobiele telefoons gebruiken, hebben ze geen e-identiteitscrisis, aangezien de wereldwijd verbonden smartphone en personal computer in de meeste delen van bijvoorbeeld Afrika nog steeds economische en technische onmogelijkheden zijn. We moeten niet vergeten dat ongeveer de helft van de wereldbevolking nog steeds in een kleine stad of een landelijk dorp woont en voornamelijk wordt onderhouden door het achterland. Deze mensen zijn al intens lokaal in hun overlevingsoriëntatie en zullen zeer gemotiveerd zijn om hun patch te beschermen mocht dat nodig zijn.

Ursula Heise heeft sterk gepleit voor een opkomend ecokosmopolitisme gebaseerd op dynamische wereldwijde netwerken van informatie, communicatie en cultuur. Heise heeft gelijk als hij denkt dat het oude 'idealistische' bioregionale model in gevaar is, maar nog niet is uitgestorven. Ik vermoed dat dergelijk ecokosmopolitisme bijvoorbeeld op het platteland van Nigeria of India niet sterk zal aanslaan bij de plaatselijke bevolking. Een 'gevoel van planeet' in tegenstelling tot een opkomend gevoel van het lokale - of, zoals Lorna Lippard het uitdrukte, 'de aantrekkingskracht van het lokale' - staat tegenover een ruimte van biofysisch voedsel gesmeed binnen symbiotisch verbonden biomen op lokale schaal, Verbreek die fragiele symbiotische banden die nog steeds in situ overleven, en de hel breekt los.

Het idee dat 'echte patriotten' ook kunnen beschermen en behouden wat ecologisch endemisch en uniek is voor een bepaalde regio, is een mogelijke brug tussen degenen wier identiteit sterk parochiaal is en degenen die sombiosisch zijn. De term 'patriotten' wordt binnen de milieubeweging gebruikt om een ​​endemische liefde voor een plek te beschrijven en degenen die bereid zijn deze te behouden en te beschermen. De traditionele term 'conservatief' wordt ook gebruikt om het behoud van energie en materie in de vorm van van ecosystemen die het leven ondersteunen.33 Binnen de milieubeweging, vooral in het Verenigd Koninkrijk, hebben critici van globalisering gewezen op het verband tussen identiteit en lokaal-regionale omgevingen. Naarmate lokale culturele en ecologische diversiteit uit landschappen wordt verwijderd, geldt dat ook voor lokale identiteit.

Zowel lokale mensen als globale mensen worden onder stress op hun identiteit getest. In het Midden-Oosten, onder historische religieuze en politieke krachten, plus mislukte oogsten en veeteelt als gevolg van antropogene klimaatopwarming die periodieke droogte verergerde, zijn mensen al verhuisd en werden vluchtelingen in Europa en andere delen van de wereld (degenen die hen willen accepteren). Hun beweging daagt niet alleen duidelijk hun eigen identiteit uit, het daagt degenen uit die in de regio's wonen waar ze naartoe verhuizen.

Uiteindelijk, ongeacht hoe we over onszelf denken, zijn we een biologische soort met relatief eenvoudige behoeften aan voedsel, water, onderdak en veiligheid. Zodra onze biologische behoeften in gevaar komen wanneer biofysische drempels worden overschreden, zullen mensen alles doen om toegang te krijgen tot deze basisbehoeften, inclusief migreren en, als ze wanhopig zijn, met geweld levensbehoeften van andere mensen afnemen.

Het lijkt erop dat we terug zijn bij de observatie van Margulis dat terwijl het leven in de biofysische wereld gedurende 3 miljoen jaar druk bezig is geweest met het opbouwen van symbiotische relaties, de mensheid extreem druk bezig is geweest met het verbreken ervan gedurende de laatste drie eeuwen. De symbiotische ontwrichtende vorm van wereldwijde ontwikkeling waartoe we ons hebben verbonden, is een ramp voor de ecologie, het klimaat en uiteindelijk voor alle biodiversiteit op de planeet. Het is ook een ramp voor het menselijk welzijn en de identiteit. Babyboomers en de oude en nieuwe oligarchen van de planeet zijn druk bezig met het plegen van tierracide, terwijl hun nakomelingen bezig zijn met wereldwijd toerisme en Netflix en 'Match of the Day' kijken. Zoals Bill Rees hartstochtelijk heeft nagedacht:

Waarom zijn we niet collectief doodsbang of op zijn minst gealarmeerd? Als onze beste wetenschap suggereert dat we op weg zijn naar de ineenstorting van systemen, waarom zijn ineenstorting - en het vermijden van ineenstorting - dan niet de belangrijkste onderwerpen van het internationale politieke discours? Waarom is de wereldgemeenschap niet betrokken bij een krachtig debat over beschikbare initiatieven en transnationale institutionele mechanismen die zouden kunnen helpen het evenwicht te herstellen in de relatie tussen mens en de rest van de natuur?

Het antwoord op de vraag van Bill Rees komt in ieder geval gedeeltelijk voort uit het feit dat mensen, de overgrote meerderheid van hen, geen wereldburgers zijn, geïnformeerd en klaar om betrokken te raken bij geo-eco-politieke en transnationale discussies over de dreigende eco-instorting. Er is geen 'wereldwijde gemeenschap' en mensen zijn op lokaal niveau druk bezig om bedreigingen voor het leven, zoals hongersnood, oorlog, verkrachting, geweld en drugsmisbruik, te vermijden. Op andere plaatsen proberen mensen werkloosheid en gebrek aan werkgelegenheid te omzeilen als gevolg van economisch rationalisme, nonchalance, draconische bestuurs- en bewakingsmechanismen, alomtegenwoordige vervanging van menselijke arbeid door automatisering en vervanging door kunstmatige 'intelligentie', terwijl ze zich zorgen maken dat ze worden overreden door een zelf. -rijdende elektrische auto. Tegelijkertijd blijven de prijzen voor huisvesting, huur, gezondheidszorg, energie en voedsel stijgen, en blijven natiestaten onder economisch rationalisme alle voormalige 'essentiële diensten' privatiseren, inclusief, op sommige plaatsen, drinkwater. Overleven in de metropool is nu bijna net zo moeilijk als overleven in het dorpin de stad is misschien veel erger dan dakloos zijn op het platteland, aangezien je familieleden in ieder geval in het dorp voor je kunnen zorgen en je onderdak kunnen bieden.

Opkomende sombioregionale identiteit
Van wat ik hierboven heb geschetst, is de menselijke identiteit voor alle mannen, vrouwen, LBGTQ-mensen en meer een plaats van gevaarlijke tegenstellingen geworden, waarbij globalisering de planeet vernietigt en mensen opsluit in psychische instabiliteit, giftige banen, structurele werkloosheid, verslavende consumptie , en diepe ongelijkheid. Controle en invloed op onze emoties in een dergelijke context is een slagveld geworden.

Tribalisme is ingebouwd in onze evolutionaire oorsprong en was ooit een essentiële vereiste voor onze overleving. Menselijke verwantschap, tribalisme en territoriale identiteit lijken vanuit een begrip van onze evolutie als soort universele menselijke eigenschappen te zijn. Hoewel menselijke verwantschap minder relevant lijkt dan tribalisme en territorium in de hedendaagse samenleving, hebben de andere twee hun invloed niet verminderd. boven menselijk gedrag. Met enige schroom opper ik dat stam en territorium opnieuw belangrijk kunnen worden, aangezien een vorm van emotioneel tribalisme misschien wel de enige menselijke sociale en culturele uitdrukking is die verenigbaar is met een symbioceense wereld. Het neotribalisme van de verdedigers van de "traditie" heeft een punt. Hun wereldbeeld is er een dat kan worden verdedigd op neobioregionale gronden die de essentiële elementen van de menselijke cultuur, ecosystemen, geologie en de biocomunen van biodiversiteit samenbrengen in een soort functionerend symbiotisch consortium. Het kosmopolitische alternatief leidt ons op het pad naar gigantisme, en vervolgens naar ecocide, en ecocosmopolitisme lijkt steeds meer op de laatste ademtocht van een bevoorrechte sector van de globaliseringsmoloch.

Gezien wat ik hierboven heb gesuggereerd over de vermenging van culturele en biologische diversiteit, worden de strikte grenzen van stroomgebieden en landvormen van oudere vormen van bioregionalisme minder belangrijk dan het algemene gevoel van samenhang dat mensen hebben binnen een bepaalde geografische ruimte. Zoals hierboven betoogd, wordt de porositeit van grenzen versterkt door de aaneenschakeling van mensen en andere biota van over de hele wereld op plaatsen die ooit relatief geïsoleerd waren.

We moeten voorbij oudere opvattingen over bioregionalisme gaan om de nieuwe opkomende orde van plaatsen te begrijpen en vervolgens leefbaar te maken voor bewoning. Het verleden, cultureel en ecologisch, ligt verborgen net onder een nieuwe laag, de dominante lagen van het Antropoceen.

De oudere lagen zullen herontdekt, gewaardeerd en gewaardeerd moeten worden naast de opkomst van nieuwe maar nauw verwante cultuur en ecologie. In dit proces zullen nieuwe biomen ontstaan, en ze zullen nieuwe vormen van endemofilie genereren bij de mensen die erin leven. Om uitdrukking te geven aan dit opkomende idee, definieer ik een 'sombioregio' als een identificeerbare biofysische en culturele geografische ruimte waar mensen samenleven en een gemeenschappelijk streven hebben naar het herstel en de creatie van nieuwe symbiotische onderlinge relaties tussen mensen, niet-menselijke organismen en landschappen. Meer verfijnde zelfvoorziening binnen sombioregio's betekent ipso facto minder wereldwijde vernietiging. Met meer emotionele "aarding" in de lokale omgeving, worden mensen veiliger. Terroirisme zou ook een tegenwicht kunnen zijn voor terrorisme en oorlog. Meer democratie binnen regio's zal overgaan in een sombiocratie, aangezien datgene wat inherent en endemisch is aan een sombioregio waardevol wordt geacht en behouden moet blijven. Confederaties van sombiocratieën kunnen grotere samenwerkingseenheden vormen, en er is niets dat dat proces op wereldschaal tegenhoudt. De Verenigde Naties (VN) kunnen worden vervangen door de Verenigde Sombiocracieën (VS).

In wezen hoop ik dat een nieuwe vorm van menselijke gemeenschap, sombio-tribaal in haar bescherming en liefde voor plaats, kan ontstaan ​​uit de huidige identiteitscrisis van alle "techno-industriële" post-boomergeneraties en andere mensen die al op hun plek zitten. op kleine schaal over de hele wereld. Ze zullen hun eigen innerlijke nood, de wetenschappelijke kritiek op homogeen gigantisme en zijn giftige erfenis, klimaatchaos, plus sombiofilie en tribalisme gebruiken om het Symbioceen te creëren. De inertie van recalcitranten wordt gedeblokkeerd door positieve aardse emoties gebaseerd op het begrip van de symbiotische revolutie in de wetenschap en de overweldigende aantrekkingskracht om deel uit te maken van een mentaal en fysiek sterke Gens.

Er zullen ongetwijfeld conflicten zijn in deze overgangsperiode. Ik hoop dat het minimaal en geweldloos zal zijn. Toch moeten we ook voorbereid zijn op geweld.

De derde en laatste oorlog: de emotionele oorlog tussen Terraphthora en Terranascia
Oorlogvoering maakt sinds de opgetekende geschiedenis deel uit van de menselijke conditie. De oorsprong van het woord 'oorlog' heeft betekenissen die verband houden met staten van verwarring en 'verward' zijn. Ik zie de relevantie van 'oorlog' in een tijd in de geschiedenis waarin we, om een ​​einde te maken aan de biofysische en conceptuele verwarring, een schok nodig hebben voor onze huidige systemen. Veel mensen, de terraphthoranen, zijn nu in oorlog met de omgeving waarin ze leven. Ze vechten ook tegen aardse mensen die volgens hen hun vrijheid om verder uit te buiten te blokkeren. Er zijn ook de terranasciente mensen die de destructieve aard van de terraphthoranen kunnen zien en hen met al hun psychische en fysieke energie kunnen weerstaan. Er zijn nu twee enorme stammen die tegenover elkaar staan ​​in deze verwarde wereld, en hun confrontatie lijkt onvermijdelijk. Het is een emotionele oorlog tussen Terranascianen en Terraphthoranen.

We hebben dan alle kenmerken van de Derde Wereldoorlog (WW3). Waarom maak je het niet officieel? Ik verklaar WO3. Deze nieuwe wereldwijde oorlog zal niet met geweren worden uitgevochten, maar zal een oorlog zijn waarin positieve aardse emoties direct de confrontatie aan moeten gaan met negatieve aardse emoties. Terraphthoranen zijn erop uit om zichzelf en de aarde te vernietigen, terwijl Terranascians erop uit zijn om zichzelf en de aarde te koesteren. De gevechtslinies konden niet duidelijker zijn. Een psychoterratisch drama dat zich al tientallen jaren afspeelt, moet nu omslaan in een openlijke emotionele oorlogsvoering

De overweldigende rechtvaardigingen voor WW3 zijn het herstellen van symbiotische verbindingen tussen de levensvormen op specifieke plaatsen op deze aarde en het herstellen van de gezondheid van mens en ecosysteem. Het Antropoceen vertegenwoordigt 'dysbiose', of het verbreken van vitale banden tussen symbiont-soorten, met als gevolg een slechte gezondheid en mogelijk de dood op het niveau van het microbioom. Dysbiose kan ook voorkomen op alle andere niveaus van levensorganisatie. Het verlies van symbiont-relaties en "moederbomen" in bosecosystemen vernietigt bijvoorbeeld hun integriteit en gezondheid. Het gebruik van 'cides', de moordenaars van het leven in de landbouw, maakt een einde aan bodemsymbiose en de biocomunen. Opwarmende en verzurende oceanen doden de symbiont-relaties die koraalriffen bouwen. Op micro-, meso- en macroniveau van het leven zijn het de banden tussen symbiont-soorten die het leven en zijn gezondheid in stand houden en bestendigen, inclusief die voor de mensheid. Dysbiose is de dood. Symbiose is leven.

Als gevolg hiervan zal het primaire werk van Gen S zijn om de levensbanden te identificeren en te behouden en nieuwe te creëren. Naarmate sombioregio's in deze taak slagen, zullen hun gezamenlijke inspanningen de gezondheid van ecosystemen op eiland-, continentale en mondiale schaal herstellen. Voor alle generaties die na de boomers zijn voortgekomen, is het nu hun tijd in de geschiedenis om zich te verenigen en te vechten voor een doel zonder weerga: zichzelf en hun eigen toekomst. De artistieke stammen zijn al in deze richting gegaan en ik word gesteund door de opkomst van symbiocene kunst in de afgelopen jaren. Symbiocene principes vormen een samenhangende en verenigende ideologie. Het idee van het Symbioceen en zijn positieve aardse emoties geven royaal richting aan het leven. Ze zeggen allebei dat ze in de richting gaan van toenemende symbiotische eenheid en diversiteit.

Met opkomende Symbiocene identiteit, en de woede en emotionele verontwaardiging om diegenen te confronteren die proberen te ontkennenverschillende contexten. Het grotere huis, de aarde, biedt universele identiteit als onderdeel van het leven, maar binnen verschillende locaties op de planeet moet er een unieke, symbiotisch gecreëerde diversiteit zijn. Er zal eenheid in verscheidenheid zijn. Identiteit in verschillen. Wanneer de Gen S deze universele motivatie zien voor het beschermen en behouden van de onderscheidende delen van de wereld, verenigen ze zich in hun diverse maar evenzo gemotiveerde plaatsgebaseerde reparatie en creatie. Het creatieve aspect van de symbiocene revolutie gaat verder dan duurzaamheid, regeneratief en zelfs enkele aspecten van "herstel"-denken, omdat Gen S intensief zal moeten innoveren om nieuwe symbiotische stromen en opkomend endemisme in plaats en cultuur te creëren.

De oorlog: geweld, intelligentie en mannen
Fysiek geweld mag nooit de eerste keus zijn bij intimidatie. De sombios in het Symbioceen is gebaseerd op "samen leven"; onderhandeling, rede en overtuiging zijn de ethische grondslagen. Maar als de "ghehds" van mensen (mensen en niet-mensen) worden geschonden, moet er een terugval- en reactiepositie zijn. Als de andere partij bedreigende tactieken gebruikt die niet kunnen worden genegeerd, is een reactie vereist die in verhouding staat tot hun bedreigingen en acties.

Ik stel voor dat naast de enorme aantallen die Gen S vormen, "groene spieren" nodig zullen zijn om op te treden als lijfwachten en hun emotionele beschermers. Verdediging en bescherming kunnen worden geboden door een demonstratie van kracht in de frontlinie wanneer de terraphtorische kant uit is op geweld en aanval. Veel soorten vermijden echte conflicten door elkaar hun sterke punten te laten zien in flagrante vertoon. Mannelijke zwarte zwanen doen dit door synchroonzwemmen terwijl ze een spiegelbeeld van elkaar poseren totdat de bravoure van de ene het begeeft. Op die manier kan naast het gooien van bloemen naar de vijand ook een sterke contra-intimidatie daadwerkelijk geweld voorkomen.

Er zijn echter gevallen waarin de voorbereiding op een gewapend conflict al aanwezig is om de aanhoudende activiteit van gewelddadige terrapthorische krachten te weerstaan. Zo zijn er plekken waar gewapende mensen (mannen en vrouwen) nodig zijn om wilde dieren te beschermen tegen stropers. In Afrika willen de stropers ivoor van slagtanden van olifanten of hoorns van neushoorns, omdat deze stof in andere delen van de wereld enorme prijzen afdwingt. Getrainde en gewapende beschermers zijn het enige dat tussen het behoud of het uitsterven van deze soorten in het wild staat, aangezien hun aantal de afgelopen vijftig jaar catastrofaal is afgenomen.

Het is een tragedie, maar de moord op moedige symbiotische beschermers en leiders die waarschijnlijk het idee van het Symbioceen komt nu veel voor. Eind 2017 waren er in verschillende delen van de wereld 164 mensen vermoord terwijl ze probeerden speciale plekken en wezens van deze aarde te verdedigen. Het is duidelijk dat ik, ook al ben ik een pacifist, de noodzaak zie om de beschermers van de aarde te beschermen met verdediging en nog meer geweld, aangezien zij het moorddoel worden van degenen die ecocide en tierracide plegen. Verdediging van het leven, zelfs als daarvoor geweld nodig is, moet in het symbioceen toegestaan ​​zijn. Sommige van onze darmbacteriën werken immers symbiotisch met ons samen om vitale lichamelijke verdediging uit te voeren en dodelijke bacteriën te doden in ruil voor onze toevoer van voedingsstoffen voor hen.

Hoewel fysieke kracht, bravoure en agressie niet alleen in het bezit van mannen zijn, hebben hun biologie en evolutionaire ontwikkeling in het verleden de nadruk gelegd op deze eigenschappen. Een heropleving van dergelijke attributen kan worden gebruikt om de verdedigers van het Symbioceen te verdedigen wanneer ze worden aangevallen. Groene gespierde mannen zullen zijn als mannelijke zwarte zwanen en zullen hun aantaLLen en attributen gebruiken voor anti-intimidatiedoeleinden en verdediging.

Tot op zekere hoogte is het overtollige moed en fysieke kracht, ooit gezien als mannelijke deugden, die een groot deel van de frustratie bij hedendaagse mannen en hun mannelijkheid verklaren. Eens 'alfa'-mannelijke kenmerken hebben nu weinig relevantie in de technologische wereld. Een van de gevolgen van misplaatste spierkracht en 'kracht' is de aantrekkingskracht van tribalisme en de solidariteit die wordt verkregen tussen mannen die doelgericht zijn en vastbesloten om tribaal te zijn. Er is ook een verworven emotionele kracht, bravoure, enigszins gelijk aan wat ooit verkregen kan zijn door fysieke bekwaamheid en atletisch vermogen. Die emotionele energie is nu gericht op het behoud van een soort übermannelijke identiteit, een identiteit die gemakkelijk in verband kan worden gebracht met nationalisme en andere mannelijke groepen die autoriteit, orde en vijanden nodig hebben om te gedijen.Het gaat over het uitoefenen van macht en overheersing over degenen die niet in hun wereldbeeld passen, en de schijn van moed en kracht in overeenstemming met andere mannen.

Het universele donkere pak en de stropdas van bedrijfsconformiteit in de geglobaliseerde wereld wordt gerepliceerd of vervangen door een symbolisch 'uniform' (bijvoorbeeld de tatoeage) dat een duidelijk andere identiteit en toch conformiteit uitstraalt binnen hun eigen patch en stam. Ik stelde dat een deel van deze agressieve emotionele kracht zou kunnen worden omgeleid naar de krachten die dingen in de wereld uit elkaar scheuren. Hoewel niet alle ecowarriors mannen zijn, zijn veel jonge mannen bereid om in de frontlinie te staan ​​van degenen die de resterende levensplaatsen op aarde beschermen. Ze riskeren hun persoonlijke veiligheid, boetes en gevangenisstraf om voogd te zijn. Hun moed en kracht moeten als deugdzaam worden beschouwd. Echter, alle sterke en behendige mannen en vrouwen (en alle andere geslachten) die deel willen uitmaken van de bescherming van Symbiocene beschermers, hebben nu een doel voor hun training, vaardigheden en hard werken. Groene spieren zullen gevaarlijk werk met zich meebrengen, maar zijn absoluut noodzakelijk als mensen die de symbiocene revolutie leiden, beschermd moeten worden tegen moordenaars. Als symbolisch en symbiotisch verzet en belangenbehartiging falen, wordt conventionele oorlogsvoering om het leven te beschermen noodzakelijk. De uitkomst van zo'n oorlog is waarschijnlijk catastrofaal voor al het leven op aarde.

Gen S, Solastalgia en Symbiocene identiteit
Het verlies van identiteit gekoppeld aan een gevoel van plaats was een van de bepalende kenmerken van mijn concept van solastalgia. Het thema 'identiteit' stond zelfs in de ondertitel van de eerste publicatie die eraan was gewijd. In die eerste publicatie betoogde ik dat hoewel solastalgia een ernstige psychische aandoening is, het verlicht zou kunnen worden. Ik stelde voor: De nederlaag van solastalgia en niet-duurzaamheid vereist dat al onze emotionele, intellectuele en praktische inspanningen worden omgeleid naar het helen van de kloof die is ontstaan ​​tussen het ecosysteem en de menselijke gezondheid, beide in brede zin. In de wetenschap kan zo'n toewijding tot uiting komen in het volledig ombuigen van wetenschappelijke investeringen en inspanningen naar een ethisch geïnspireerde en urgente praktische reactie op de krachten die de integriteit van ecosystemen en de biodiversiteit vernietigen. De behoefte aan een "ecologische psychologie" die de volledige gezondheid van de mens (spiritueel en fysiek) binnen de totale gezondheid van ecosystemen herstelt, is door veel vooraanstaande denkers over de hele wereld onder woorden gebracht. Het volledige transdisciplinaire idee van gezondheid omvat de genezing van solastalgia via culturele reacties op de aantasting van het milieu in de vorm van drama, kunst, dans en zang op alle levensschalen, van bioregionaal tot mondiaal. Het potentieel om de eenheid in het leven te herstellen en echte duurzaamheid te bereiken, is een wetenschappelijk, ethisch, cultureel en praktisch antwoord op deze aloude, alomtegenwoordige maar nieuw gedefinieerde menselijke ziekte.

Gezien wat ik heb geschreven, vind ik het vreemd dat sommige commentatoren over solastalgia hebben gesuggereerd dat "de pijn van solastalgia de neiging heeft om onomkeerbaar te zijn". in plaats van "donkere euforie", als je eraan toegeeft, "zal het je doen". vorige staat. Technisch gezien geldt dat voor elke plek op aarde. Zoals de ontkenners van klimaatverandering ons er constant aan herinneren, vinden er voortdurend veranderingen plaats en kunnen we de thermodynamische pijl van tijd en ruimte nooit omkeren. Als een psychoterratisch concept is solastalgia echter een negatieve aardse emotie, en emoties kunnen worden hersteld en hersteld tot een toestand die vergelijkbaar is met die van vóór de verlatenheid. De sleutel is echter het stoppen van de verlatenheid van de plaats en het herstel ervan in een staat die ooit was en opnieuw troost en onderhoud levert aan zijn 'eigenaren'. Ik denk dat een dergelijk herstelproject vergelijkbaar is met het idee van EO Wilson om de helft van het aardoppervlak te reserveren voor het behoud van een "thuis" voor alle resterende biodiversiteit van de aarde. Zijn boek Half Earth presenteert een samenhangende manier om te voorkomen dat alle megafauna van de aarde binnen de komende honderd jaar in gevaar komt en vervolgens uitsterft.

We kunnen speculeren over 'half brein', een beetje zoals de halve aarde. Zoals vermeld in hoofdstuk 2, betoogde Gregory Bateson dat onze psychische huizen, onze zetels van bewustzijn, substantieel "krankzinnig" zijn gemaakt door de vervuiling van het Antropoceen. Als we de cumulatieve geesten van de menselijke soort zien als 'psychische aarde', dan hoop ik dat we nog minstens de helft van ons positieve psychoterratische potentieel over hebben. Het is een glas half vol situatie. Voortbouwend op onze resterende intelligentie en goede emoties, heeft Gen S de mogelijkheid om te behouden en te beschermen wat er nog over is, en vervolgens vanuit die basis een volledig aardse/volledige hersen-aardse toekomst te creëren. In een essay over solastalgia, gepubliceerd in 2012, betoogde ik verder als volgt:

Met een nieuwe psychoterratische taal om onze emoties en gevoelens te beschrijven en te 'vervangen', worden krachtige transformerende krachten ontketend. Solastalgia is gefixeerd op het melancholische, maar het is ook een basis voor actie die het zal ontketenen. Er is een positieve kant aan psychoterratische classificaties, een waar positieve aardse emoties en gevoelens zoals biofilie, topofilie, ecofilie, solifilie en eutierria kunnen worden gebruikt om het negatieve en destructieve tegen te gaan.

Er speelt zich een drama af in ons hoofd en hart, waarbij solastalgia kan worden overwonnen door gelijktijdig herstel en rehabilitatie van mentale, culturele en biofysische landschappen. Nu solastalgia en andere psychoterratische termen (zowel positieve als negatieve) hun intrede doen in de onderzoeksliteratuur en in vele vormen van populaire cultuur, en naarmate de erkenning van de schade die verloederde en verlaten omgevingen aanrichten aan onze geestelijke gezondheid toeneemt, is het mogelijk dat we effectiever kunnen reageren om tegelijkertijd de mentale gezondheid en de gezondheid van het ecosysteem te herstellen.

Ik sta naast E.O. Wilson in deze strijd om het biofysische te behouden en te rehabiliteren. Ik wil ook de positieve, sombiocentrische psychoterratica toevoegen, en ik denk dat ze allebei de moeite waard zijn om voor te vechten. Het één kan niet zonder het ander, want om het antropoceen te vervangen moet het antropocentrische denken worden vervangen door het sombiocentrische denken. In het verleden hebben mensen als soort gevochten over allerlei echt triviale zaken, zoals de grenzen van natiestaten. Nu staat er niets minder op het spel dan het volledige herstel van de hele aarde en het volledige herstel en de herintegratie van de menselijke psyche en lichaam met de aarde op specifieke plaatsen. Een einde maken aan antropocentrisme en het vervangen door sombiocentrisme zijn resultaten die het waard zijn om voor te vechten. In het geval van Generation Symbioceen is het de strijd om identiteit en de strijd om een ​​goed leven.

Androgyne symbiotische intelligentie
We leven nu in een technologische wereld die wordt aangedreven door intelligentie die niet typisch mannelijk of vrouwelijk is. Er zijn nu duizenden banen in de industrie waar intelligentie en behendigheid de vereiste attributen zijn, niet brute kracht. In de groeisector van dienstenbanen zijn intelligentie en emotionele duidelijkheid de essentiële vaardigheden. Gelijke mannelijke en vrouwelijke intelligentie en gelijke emotionele reactievermogen worden de basis voor een nieuwe vorm van gelijkheid. Wanneer Gen S tevoorschijn komt, zullen jonge mensen hun androgyne symbiotische intelligentie gebruiken om snel de enorme verliezen voor de aarde en de geest onder het bloedbad van het Antropoceen in kaart te brengen en te beoordelen. We moeten kaarten hebben van het verdwenenr en het verdwijnende. Als die taak eenmaal is voltooid, wordt het creëren van nieuwe symbiotische koppelingen de taak van iedereen, en het zal mensen erg bezig houden.

De meest urgente taak voor Gen S zal het protest tegen gigantisme zijn. Hacken, op meerdere manieren, en vervolgens gigantisme vernietigen wordt iemands patriottische plicht. Alles, van hoe we denken tot hoe we leven, zal door de activisten en hacktivisten moeten worden verstoord - en vervolgens worden gereconstrueerd als het symbioceen. Er mag geen tijd zijn voor gokken en gamen, dit echt productieve werk zal meedogenloos en allesverslindend zijn. Het zal het vermogen van de knapste koppen van alle huidige Gens op de proef stellen.

Terwijl de symbolen van gigantisme instorten, zullen er nieuwe vormen van sumbioregionaal ondernemen ontstaan ​​die mensen in dienst nemen in echt werk. De principes van het Symbioceen, zoals opgesomd in hoofdstuk 4, zullen worden toegepast op alles wat mensen doen. Symbiomimicry zal plastic binnen de kortste keren op de wegjagen. We zullen onze op cellulose gebaseerde voedselverpakkingen eten en er dol op zijn. We zullen genieten van het leven in huizen die zijn gemaakt van bakstenen die zijn geproduceerd en voortdurend zijn gerepareerd door huiszwammen.

Gen S zal vol zitten met mensen met ideeën die gebaseerd zijn op symbiotische intelligentie, allemaal afgestemd op hun eigen regio en haar behoeften. Ideeën die overal werken, kunnen worden gedeeld, aangezien patenten die de biocomunen ondersteunen niet in particulier bezit kunnen zijn met rechten; ze zullen worden gedeeld als ghehds. Verder, naarmate het oude BNP daalt, beginnen nieuwe indicatoren, echte sombiosische indicatoren van het bruto sumbioregionaal product (SAP), te stijgen. Kankergroei wordt vervangen door normale groei, of groei die volwassenheid, metabole activiteit en voortplanting bevordert. De economie wordt zowel herstellend voor het leven als vernieuwend voor nieuwe vormen van symbiotische activiteit. Het zal een doel en een duidelijke richting hebben. Androgyne symbiotische intelligentie heeft nu het vermogen om de toekomst te zien, niet met perfecte helderheid, maar met voldoende helderheid om te weten dat zonder een snelle wereldwijde overgang naar het symbioceen de toekomst waarschijnlijk somber, zo niet catastrofaal zal zijn. Dit is nieuw in de geschiedenis van de mensheid, aangezien we nooit eerder zo'n voorspellend vermogen hebben gehad. Het is niet Nostradamus die ons deze verschrikkelijke waarschuwing geeft. Het wordt geleverd door enkele van de knapste koppen ter wereld. Voor het eerst kan de bekende catastrofe echter worden afgewend en kan een nieuwe positieve toekomst worden gecreëerd, wellicht zonder geweld.

Het samenkomen van menselijke emotionele intelligentie en de praktische intelligentie die nodig is om een ​​nieuwe basis te leggen voor menselijke samenlevingen wereldwijd, is het uiteindelijke doel van de meme van het Symbioceen. Door rampen te voorkomen, creëren we tegelijkertijd een levensvatbare toekomst. Dat is het lot en het werk van Generation Symbiocene.

Ik zal de toepassing van de symbiocene principes verder uitdiepen door me te concentreren op wat ik de 'hiërarchie van sombiositeit' zou noemen, en me te concentreren op enkele van de elementen die we nodig hebben aan de basis van zo'n hiërarchie om te koesteren wat we aan de top willen hebben.

Communicatie
In de westerse wereld stellen de vele positieve eigenschappen van de Gens, gecentreerd op een hoog opleidingsniveau en technologische verfijning, hen in staat om te communiceren met elke op Symbiocene geïnspireerde beweging wereldwijd. Communicatiesystemen, vergelijkbaar met degene die nu in westerse contexten worden gebruikt, kunnen ook worden overgedragen naar ontwikkelingscontexten. Dit kan worden gedaan zonder de noodzaak van monopolietechnologie en media die eigendom zijn van het bedrijf, aangezien reeds gedecentraliseerde, goedkopere en eenvoudigere technologieën het mogelijk maken "internet" te creëren zonder enorme schaal of hoge kosten over de hele wereld. Communicatie in eigendom zal nodig zijn om de monopolie/oligopolie-internetreuzen te vermijden die nu de toegang tot goederen (Amazon), communicatie (Facebook en Twitter) en besturingssystemen (Google, Apple, Microsoft) beheersen. Een wereldwijd communicatiepad zal noodzakelijk blijven, maar het zal moeten worden beschermd tegen commerciële belangen en bewakingsbelangen door middel van poorten die de symbioceense principes en kwesties van menselijke privacy en sociale rechtvaardigheid beschermen. Handel kan ook zijn eigen internetten hebben , maar ze mogen alleen voor zaken zijn. De oude scheiding van kerk en staat zal worden vervangen door de harde scheiding van commercie en communicatie. Alle post-boomgeneraties zullen deze overgang gemakkelijk maken, zoals velen al weten over de software in het publieke domein die nodig is om communicatie op lokaal en regionaal niveau levensvatbaar te maken. Wie nog niet in de IT-wereld zit, geniet al van zo'n scheiding. Als we onze persoonlijke en regionale identiteit willen smeden en bezitten, zullen we ons moeten loskoppelen van de kunstmatige intelligentie, op algoritmen gebaseerde drijfveren van een onderling verbonden, maar autoritaire, homogene, onpersoonlijke en onveilige sociale media. Op dit moment zijn de belangen van de monopolies niet de onze, tenzij we aandeelhouder zijn van een van deze bedrijven. Verhoogde aandeelhouderswaarde is het enige wat de algoritmen opleveren; ze zijn niet ontworpen om de persoonlijke identiteit, de symbioment of het algemeen welzijn te ondersteunen. De recente onthulling dat cryptocurrency Bitcoin-transacties het energieverbruik van internet en uiteindelijk al het energieverbruik binnen een paar jaar zouden kunnen domineren, drijft het zelfvernietigende aspect van het Antropoceen naar huis.

Zoals ik hierboven al zei, is identiteit of persoonlijke onzekerheid ook gekoppeld aan deze opkomende monopolies en oligopolies, en het dark web lijkt steeds meer toegang te krijgen tot massale databanken met onze persoonlijke informatie. De internetreuzen zijn echter net zo kwetsbaar voor ontwrichting als de grote op fossiele brandstoffen gebaseerde gecentraliseerde energie-industrieën van de vorige eeuw. Gezien het falen van alle soorten regeringen in de kapitalistische wereld om webgebaseerde oligopolies en monopolies in de zogenaamde vrije markt te doorbreken, zal het niet lang duren voordat technisch onderlegde Gens het gigantisme hacken en beginnen op te breken. Als dit eenmaal gebeurt, zijn we goed op weg naar het symbioceen. Geldde nek omdraaien wringen zal veel leuker (en veiliger) zijn burgerlijke ongehoorzaamheid.

Woonplaats
> Steden, zoals ze nu zijn vormgegeven, danken hun bestaan ​​aan geglobaliseerd gigantisme, ondersteund door het koolstofintensieve wereldwijde transport van goederen per vliegtuig, schip en vrachtwagen. Symbiocene planners zijn het met Bill Rees eens dat steden worden gezien als "entropische zwarte gaten" die falen in alle oppervlakkige pogingen tot zelfs maar pseudo-duurzaamheid. We zullen de megapolis moeten verlaten en leven in wat we de 'sombiopolis' zouden kunnen noemen. Ik heb geen duidelijk idee van hoe dit soort stad eruit zal zien, maar sluit de 'levende stad' van Frank Lloyd Wright's Broadacre City niet uit, compleet met wolkenkrabbers, bossen en fabrieken, omringd door landbouwvelden; een verzameling die hij omschreef als 'cultuurpatronen vermengd met goede gebouwen'. Ik zie ook Friedensreich Hunderdwassers organische levende design architectuur elk aspect van de gebouwde symbioment informeren." Ten slotte zullen architecten en ontwerpers vrijelijk organische vormen en stromingen in hun werk creëren. Het tijdperk van de rechte lijn en de doos zal eindigen, als ingenieurs uitzoeken hoe ze antropoceen beton en staal kunnen vervangen (twee van de grootste uitstoters van koolstof) met nieuwe materialen die voldoen aan de Symbiocene principes.

Energie
De babyboomers hebben gedurende hun hele volwassen ambtstermijn op deze aarde energie tegen losbandige tarieven gebruikt. Ze hebben een energie-intensieve economie opgezet en zijn nu afhankelijk. Gen S moet de gecentraliseerde energievoorziening en de machtsstructuren die deze bedienen en bezitten, ontmantelen. Gedecentraliseerde energie en technologieën die kunnen worden teruggeschaald naar lokale niveaus zullen vanaf het begin van het symbioceen een noodzaak zijn. Het is een geluk dat dergelijke systemen al grotendeels aanwezig zijn. Nu de kosten van lokaal geproduceerde, schone, veilige en hernieuwbare energie ver onder de concurrentie van fossiele brandstoffen en kernenergie liggen, is dit een revolutie waarvoor geen enorm gevecht nodig is. De Duitse Energiewende (energierevolutie) zal mondiaal worden en zich manifesteren in elke plaats, volgens zijn eigen hernieuwbare energiepotentieel. Wij mogen niet vergeten, Zodra kleinschalige energietechnologieën operationeel zijn, zullen ze dagelijks worden gebruikt door gemeenschappen en huishoudens over de hele wereld. Schone, hernieuwbare elektriciteit kan ook worden geschonken, gedeeld, lokaal verhandeld of verkocht als peer-to-peer-transacties rond gemeenschappen, met behulp van lokale valuta's. We zijn goed op weg om hernieuwbare energie en gedecentraliseerde politiek-economische machtsstructuren het bedrijfsmodel van gecentraliseerde energiemachtsstructuren en de gecentraliseerde banken en financiële instellingen die hen ondersteunen, te vernietigen. Ze zullen ook de verkwistende "mining"-energie ondermijnen die nodig is om wereldwijd verhandelde cryptocurrencies zoals Bitcoin te produceren.

Bovendien zijn biofotovoltaïsche cellen realiteit, dus het voldoen aan de strikte Symbioceen-principes voor energieproductie is geen sciencefiction meer. De uiteindelijke vorm van energie die het Symbioceen aandrijft, zal niet gebaseerd zijn op meer van onze huidige vormen van hernieuwbare energie. Het zijn de transitietechnologieën. De energie van de volgende generatie zal bijvoorbeeld een cel zijn die "biologisch afbreekbaar is en in de toekomst zou kunnen dienen als wegwerpzonnepaneel en -batterij die kunnen ontbinden in onze compost of tuinen. Onze gloeilampen zullen schijnen als vuurvliegjes. Symbioceen voedsel en een sumbivoor worden Gen S zal meer dan welke eerdere generatie dan ook waarderen dat 'je bent wat je eet'. Naarmate we het menselijke darmmicrobioom verder onderzoeken, wordt het duidelijk dat de relatie tussen het voedsel dat we consumeren en de kenmerken van onze darmbacteriegemeenschappen nauw is. De voeding die we uit voedsel halen, is afhankelijk van de gezondheid van onze darmbacteriën. Ons totale welzijn, inclusief onze geestelijke gezondheid, is nauw verbonden met het individuele darmmicrobioom.

In de toekomst zal gensequencing ons ons darmfloraprofiel opleveren en onze lichamelijke behoeften en voeding verfijnen om een ​​optimale gezondheid te bereiken. Regionaal, en zelfs individueel, zullen we ons voedsel en onze lichamelijke gezondheid optimaliseren, allemaal gebaseerd op de co-evolutie van microbiomen met mesobiomen. Dit is niet nieuw, maar het lijkt nieuw, omdat we nu de technologieën hebben om expliciet te maken wat altijd impliciet was in ons evolutionaire verleden. Met nieuwe kennis wordt het mogelijk om de dysbiose te herstellen die is toegebracht aan de symbiotische onderlinge verbindingen die in het verleden ons lichaam en mesobiomen ongezond maakten.

Om Gen S ethisch te laten eten, en als een weerspiegeling van de principes van het Symbioceen, moeten ze 'sumbiovoren' worden. Mensen hebben al landbouwsystemen gecreëerd die, in verschillende mate, levensvormen respecteren, en we behouden de vruchtbaarheid van plaatsen die voedselvoorziening produceren op de lange termijn. "Sombiocultuur" verbetert deze bestaande "duurzame" vormen van landbouw, zoals permacultuur en biologische en biodynamische landbouw. Ze zullen allemaal consistent worden met de gezondheid van symbiotisch verenigde ecosystemen en zullen evolueren naar onderscheidende vormen van sombiocultuur binnen sombioregio's. Met sombiocultuur zullen we eindelijk verlost zijn van de structurele dysbiose die eigen is aan de industriële landbouw.

Sombiosische voedselproductie zal de onderlinge afhankelijkheid tussen de niet-levende fundamenten van het leven (geochemische systemen) en alle soorten als levende wezens versterken. Door dit te doen, zal een dergelijke voedselproductie de symbiotisch verenigde levende systemen behouden en maximaliseren die levensgemeenschappen vormen. Sombiosisch voedsel viert de onderlinge verbondenheid van het leven en verwerpt voedselproductiesystemen die de bodem uitputten, uitgebreide monocultuur beoefenen, de voedselketen vergiftigen, soorten doen uitsterven, riskant DNA in het leven introduceren dat niet kan worden verwijderd zodra het is geïntroduceerd, en emissies produceren die wereldwijde problemen, zoals antropogene klimaatverandering.

De consumptie van sombiosisch voedsel uit sombiosische landbouw zal de gezondheid van mens en ecosysteem ondersteunen en zal de maximale diversiteit van het leven koesteren in overeenstemming met het doel om voedsel voor mensen (en andere wezens zoals onze gezelschapsdieren) te produceren. Het is een strengere norm voor voedsel dan 'biologisch', aangezien biologische systemen momenteel monoculturen kunnen zijn en geen verbinding hebben met de fundamenten van het leven in bioregionale contexten, noch hoeven ze expliciet symbiotische praktijken te koesteren.

Als je sombiosisch voedsel eet, ben je een sombiovoor en kan je worden omschreven als een sombiotariër. Als je het hele systeem van sombiosische voedselproductie en -consumptie ondersteunt, binnen de bredere categorie van sombiosische menselijke ontwikkeling, eet je binnen het symbioceen. Gen S zal sombiovoor zijn, ongeacht of het omnivoren, vegetariërs, veganisten, pescotariërs of carnivoren zijn. Sombotariërs begrijpen dat gezondheid het resultaat is van een delicaat en dynamisch evenwicht tussen de delen en het geheel. Ze weten dat op lokale schaal de symbiotische rollen van bacteriën, schimmels, mest, compost en bioturbatie allemaal bijdragen aan het behoud van de gezondheid van ecosystemen. Op grotere schaal bepalen biogeochemische cycli, zoals die welke de balans van stikstof, koolstof en water bepalen, de gezondheid van de aarde. Als het totale systeem gezond is, en het menselijk leven er harmonieus in is geïntegreerd, dan zal sombiocultuur een ghedeïstisch element hebben. De liefde voor eten is ook de liefde voor het leven. Koks en chef-koks die deze vitale verbinding begrijpen, zullen worden gezien als alchemisten van de ghedeïst, aangezien ze de levensenergie uit sombiosisch geproduceerd voedsel halen en deze via creatief koken overbrengen in de vitaliteit van diners.

Gezondheid
Gezondheid staat bovenaan de symbiocene hiërarchie. Het is het uiteindelijke resultaat van alle fundamentele elementen aan de basis, zoals de levering van voedsel, sombiosische habitats, gezonde ecosystemen en energie. Jonge mensen die nu volwassen worden, zullen een periode in de aardse geschiedenis ingaan waarin de herintegratie van mensen met de rest van het leven op deze planeet zal plaatsvinden. De positieve rol van gezondheid bij het leiden van deze beweging wordt cruciaal voor volledige toetreding tot het symbioceen. Sombiocentrisch denken (gefocust op mutualistische, symbiotische verbinding tussen soorten op alle schalen) zal het mogelijk maken om te denken tussen micro-, meso- en macroniveaus van levenssystemen en de relaties te zien die een goede gezondheid behouden, versterken of vernietigen.

Zoals hierboven aangegeven, zal Gen S de eerste generatie mensen worden die tot in detail kennis zal hebben verkregen uit kaarten van hun microbioom, mesobioom en macrobioom. Ze zullen bijvoorbeeld, met betrekking tot het microbioom, de relevantie ervan voor de menselijke gezondheid kunnen zien. Gensequencing opent een enorm veld van ontdekkingen over wat we zijn en wie we zijn als levende wezens. Ecologische wetenschap blijft kennis verschaffen over onderlinge verbanden in het leven en fysieke systemen op mesoniveaus met bijvoorbeeld toxicologie, waarbij niveaus worden bereikt van nooit eerder bereikte precisie over wat er precies in onze symbiose zit. Aardsystemenwetenschap biedt kennis op wereldschaal, vaak geleverd via op satellieten gebaseerde informatie- en gegevensverzameling, met reikwijdte en schaal die in het verleden niet mogelijk waren. Klimaatwetenschap is nu een essentieel onderdeel van het begrijpen van ons macrobioom op planetaire schaal en de gezondheid ervan. Een sombiologisch gezondheidsperspectief maakt het mogelijk om alle drie de niveaus te interpreteren en aan mensen te presenteren, op een manier die gezondheid weergeeft als een resultaat van de complexiteit van relaties tussen de drie niveaus. Het zal ook toekomstgericht zijn, omdat het mensen zal helpen om van de ziekte van het Antropoceen (op alle schalen) naar het optimale welzijn van het Symbioceen te gaan. De nieuwe transdisciplinaire discipline van de sombiologie zal de samenwerking van vele soorten perspectieven, zowel wetenschappelijke als culturele, mogelijk maken bij de studie van gezondheidsinteracties. Het transdisciplinaire krijgt eindelijk een eigen discipline. Symbiocene gezondheid zal jonge mensen een motief bieden om hun lichaam, leven en levensstijl te herintegreren tot een gegronde kijk op gezondheid. Aangezien gezondheid een gedeeld eigendom is van biljoenen organismen, binnen biomen op alle niveaus, biedt het bovendien het vooruitzicht van menselijke uitwisseling en samenwerking bij het in stand houden en optimaliseren van leven en gezondheid voor iedereen.

Seks en bevolking
Veel leden van Gen S zullen nieuwe manieren vinden om hun seksualiteit uit te drukken, en de hedendaagse ecoseksuele beweging is ook in de eerste plaats een op identiteit gebaseerde herverbinding met de aarde. De symbiotische erotiek is zowel ghedeïstisch als sensueel. Zoals de schrijvers van "Ecosex Manifesto" het hebben verwoord:

Ecoseksueel is een identiteit: voor sommigen van ons is ecoseksueel zijn onze primaire (seksuele) identiteit, terwijl dat voor anderen niet zo is. Ecoseksuelen kunnen GLBTQI, heteroseksueel, aseksueel en/of anders zijn. We nodigen ecoseksuelen uit en moedigen ze aan om uit de kast te komen. Wij zijn overal. We zijn polymorf en pollen-amoureus. We leren mensen over ecosex-cultuur, gemeenschap en praktijken. We beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat we allemaal deel uitmaken van, niet gescheiden zijn van, de natuur. Alle seks is dus ecoseks.

De bewuste scheiding van vormen van seksualiteit en voortplanting, niet alleen door anticonceptie, zal in de toekomst een belangrijk onderdeel zijn van bevolkingscontrole en zal bijvoorbeeld duidelijk indruisen tegen de leer van de katholieke kerk. Hoewel de huidige paus, Franciscus, een groot voorstander is van een levensvatbare symbioment, hebben hij en de kerk niets veranderd aan het standpunt van de katholieke kerk over anticonceptie. Terwijl androgyne symbiotische intelligentie het overneemt en krachtige redenen voor beperking presenteert voortplanting, zullen de oude instellingen die de controle over de bevolking verhinderden instorten. Nieuwe instellingen die seks en leven vieren, zullen de plaats innemen van de oude kerken. In het Symbioceen is er de mogelijkheid van eerlijkheid over de centrale plaats van seks in het leven van mensen en de vitale verbinding ervan met het begrijpen van liefde en het leven.

Bevolkingscontrole in het Symbioceen wordt dan gemakkelijker te zien als een sombiose oplossing voor de dubbele problemen van overconsumptie en te veel mensen. Velen van Generatie S zullen besluiten om geen kinderen te krijgen, terwijl anderen de voortplanting vrijwillig beperken tot slechts vervangingsniveau (maximaal twee kinderen per paar). Deze toewijding zal religieuze en andere factoren die de groei van de bevolking teweegbrengen boven de draagkracht van de sumbioregio's en, uiteindelijk, de planeet teniet doen. Het delen van de socialisatie van kinderen wordt gemeengoed en deze sombiogeletterde kinderen worden van vitaal belang voor de toekomst van het Symbioceen. Als ouders die levenslang onderwijzen, spelen Gen S-volwassenen een grote rol in de opvoeding van de volgende generaties. Dit werk wordt ook zeer gewaardeerd in het Symbioceen.

Terwijl ze hun eigen unieke identiteit opbouwen, heeft Gen S de taak om het Symbioceen te bouwen. Gezien de verschrikkelijke erfenis van het Antropoceen, zal hun werk snel en furieus moeten zijn. Zoals ik in hoofdstuk 4 betoogde, zal elk afzonderlijk artefact van het Antropoceen dat niet voldoet aan de fundamentele symbioceenprincipes, indien mogelijk, moeten worden vervangen door een gelijkwaardig Symbioceen 'sumbiofact'.

Veel giftige dingen (dingen) die niet slagen voor die test, moeten worden opgegeven. Eenmaal begonnen is deze omschakeling van parasitisme en vervuiling naar symbiotische en organische alternatieven niet meer te stoppen. Alles wat we bouwen en gebruiken moet volledig geïntegreerd kunnen worden in de rest van het leven. Er is geen terugkeer naar de grot mogelijk, aangezien deze revolutie het allerbeste van bestaande en vervolgens nieuwe technologie met ons meeneemt naar een meer sumbioregionale en tribale toekomst. De concurrentie tussen stammen om nieuwe Symbiocene-technologieën te bouwen en te gebruiken, zal ook een enorme motiverende factor zijn voor Gen S om te innoveren. Symbiocene vernieuwers en symbiotische uitvinders worden de meest beloonde mensen binnen nieuwe beroepen. Er zijn veel meer elementen in de symbiocene hiërarchie. Ik beschouw de ontwikkeling van de details van al dit werk bij het toepassen van de Symbiocene principes als de taak van degenen met de nodige specifieke vaardigheden en capaciteiten. Veel van de mensen met deze vaardigheden zijn babyboomers, en ik hoop dat ze niet egoïstisch zullen zijn en hun vaardigheden cadeau zullen doen aan Gen S. Terwijl ze hun rijkdom en vaardigheden schenken aan de zaak van het Symbioceen, doen ook zij zal naadloos het Antropoceen verlaten. Hun nalatenschap, als ze later in hun leven deze richting kiezen, zal niet langer verbonden zijn met het verwoesten van de planeet, maar met het herbouwen ervan samen met hun eigen kinderen en kleinkinderen. Dat betekent uiteindelijk een goed geleefd leven en een goede dood. en zullen hun vaardigheden schenken aan Gen S. Terwijl ze hun rijkdom en vaardigheden schenken aan de zaak van het Symbioceen,

De vorming van Gen S zal niet gemakkelijk zijn, maar de onrust zal de moeite waard zijn om te doorstaan. De grootste troef die Gen S zal hebben, zijn enorme aantallen en massale solifilie om het Symbioceen te bereiken dat alle oppositie zal overweldigen. De overgang van democratie naar sombiocratie zal ook niet gemakkelijk zijn. Natiestaten zullen niet snel hun macht afstaan ​​aan sombioregio's en zullen proberen politie en leger in te zetten om hun greep op macht en privileges te behouden. Leden van de politie en het leger zijn echter ook mensen, met hun eigen verlangen naar identiteit, en velen hebben ook kinderen en familieleden van wie ze houden. Als een kritieke massa mensen over de hele wereld zich tegen de vertegenwoordigers van het Antropoceen verzet, hebben ze geen kracht achter zich nodig voor bescherming. De 99 procent zal de confrontatie aangaan met de 1 procent in een succesvolle reprise op wereldschaal van de Occupy-beweging van 2011. Hopelijk zullen het leger en de politie gewoon meer 'groene spierballen' worden, die zich verzetten tegen de resterende terreur in al zijn vormen. Ze zullen transformeren in herstellers en beschermers.

Het symbioceen is een overtuigend idee om de simpele reden dat het een optimistische toekomst voor de mens biedt. Het is gebaseerd op niets anders dan de manier waarop het leven werkt, zoals begrepen door de allerbeste wetenschap, praktisch denken en de emotionele gesteldheid van mensen. Door symbiotisch en liefdevol samen te smelten met al het leven op deze planeet, zullen op zoveel manieren goede aardse emoties vrijkomen, van artistiek en technologisch tot ghedeïstisch. Generatie Symbiocene zal de eerste generatie in vele eeuwen zijn die kinderen in de ogen kan kijken en met liefde en openheid kan vertellen dat hun toekomst er goed uitziet. Die kinderen zullen naar buiten rennen en spelen in gezonde lucht, en vol zijn van symbiotische vervulling, het tegenovergestelde van natuurtekortstoornis - hun gelach en het gezang van vogels zijn duidelijke signalen dat alles goed is met de aarde.

De psychoterratica in het symbioceen

Hoofdstuk 4

De psychoterratica in het symbioceen

Positieve aardse emoties
Drie decennia geleden begon er enige hoop dat concepten als 'duurzaamheid', 'duurzame ontwikkeling' en 'veerkracht' de conceptuele en praktische basis zouden vormen voor relaties tussen mens en natuur op de planeet. Ondanks de oprechte en beste inspanningen van veel academici, beleidsexperts en natuurbeschermingsinstanties, zijn alle zogenaamde indicatoren van duurzaamheid achterhaald. Een belangrijke indicator, de kooldioxideconcentratie in de atmosfeer, ging van 340 delen per miljoen (ppm) in 1985 naar meer dan 400 ppm in 2016. Voor de maand april 2018 was het gemiddelde 410,26 zoals gemeten bij het Mauna Loa Observatory in Hawaï.2 Als we 350 ppm accepteren als een zogenaamd veilig niveau voor koolstofdioxide om verdere extreme opwarming van de planeet te voorkomen, dan hebben we duidelijk gefaald om duurzaam te zijn en ons duurzaam te ontwikkelen, aangezien een stabiel en leefbaar klimaat de basis is voor alle andere menselijke activiteiten. .

De ethische principes die ten grondslag liggen aan duurzame ontwikkeling - gelijkheid tussen en binnen generaties, het voorzorgsbeginsel en gelijkheid tussen soorten - worden allemaal op grote schaal geschonden. De opwarming van het klimaat betekent een massaal verzuim om de belangen van toekomstige generaties van alle soorten te respecteren. Zoals we in hoofdstuk 3 zagen, is de wereld de afgelopen vijftig jaar onrechtvaardiger geworden, met concentraties van rijkdom in de handen van minder mensen dan ooit. Een dergelijke intragenerationele ongelijkheid zal in de toekomst leiden tot nog grotere niveaus van intergenerationele ongelijkheid.

Ongelijkheid tussen generaties geldt ook voor niet-menselijke wezens, want naarmate de klimaatverandering ernstiger wordt en de risico's groter worden, onder invloed van de gecombineerde krachten van wereldwijde ontwikkeling en klimaatverandering, zullen soorten in gevaar komen en uitsterven.

voorbij de toch al verschrikkelijke niveaus. Het falen om een ​​aanpassingsbeleid te voeren, in het licht van de bedreigingen die we onszelf al hebben opgelegd, wordt helaas geïllustreerd door de ernstige impact van de orkaan Harvey in Houston in oktober 2017. We lijken niet in staat ons voor te bereiden om ons aan te passen aan een bekende verandering, en hebben daardoor het voorzorgsbeginsel geschonden, een van de belangrijkste ethische antwoorden op wat ooit de duurzaamheidsuitdaging werd genoemd.

Ik had grote hoop op een duurzame toekomst voor de mensheid onder duurzame ontwikkeling, aangezien ik ooit professor duurzaamheid was aan een Australische universiteit. Anno 2019 heb ik echter geen optimisme meer over dit conceptuele kader. Het is duidelijk dat op zichzelf ethische en beleidsprincipes gebaseerd op duurzaamheid niet voldoende zijn om menselijke motivatie en gedrag te veranderen. Ze wekken de aardse emoties niet op en worden te gemakkelijk opgenomen door terrapthorische krachten. Als een veranderingsmeme is het concept van duurzaamheid op zijn best inert en in het slechtste geval subversief gemaakt.

Het concept van veerkracht is ook toegeëigend door krachten die vastbesloten zijn om het in de zwaartekracht van de industriële samenleving op geglobaliseerde schaal te trekken. In plaats van ons te helpen terug te keren naar configuraties van succesvolle levensmodellen na verstoring, zien we nu dat veerkracht wordt gebruikt om het voortdurende bestaan ​​​​van processen en activiteiten te rechtvaardigen die mensen en de rest van de biota van de wereld tot uitsterven drijven. Kolen-, olie- en gasfracking-industrieën gebruiken nu hun advertenties en public relations om de boodschap te verspreiden dat hun industrieën niet alleen duurzaam maar ook veerkrachtig zijn. De aanhoudende veerkracht van niet-duurzame en ongewenste kenmerken van sociale systemen kan 'negatieve veerkracht' worden genoemd. Misschien is het toepasselijker ook wel 'perverse veerkracht' genoemd. Deze vormen van veerkracht doen zich voor wanneer pathologische sociale relaties die mensen, niet-menselijke soorten en ecosystemen onderdrukken en uitbuiten, resistent worden gemaakt tegen verandering door economische en politieke subsidies (donaties), pesten, intimidatie en gevestigde belangen. Er is hier een vorm van corruptie aan het werk die de fundamenten van het leven vernietigt.

Er is, voor zover ik weet, geen bewijs, behalve enige groei in het gebruik van hernieuwbare energie en batterijopslag, dat aantoont dat een van onze huidige acties leidt tot een veerkrachtigere planeet of een menselijk cultureel/industrieel systeem. Critici van hernieuwbare energie wijzen er snel op dat zonnepanelen, windturbines en lithium-ionbatterijen worden geproduceerd met behulp van fossiele brandstoffen, massale vervuiling, verstoring van ecosystemen en menselijke uitbuiting. Ze zijn echter een overgang naar iets veel beters, en ik heb veel geïnvesteerd in zonne-energie, batterijopslag en warm water op zonne-energie bij Wallaby Farm. Ondanks hoe geëvacueerd zonnebuizen, zonnepanelen en lithium-ionbatterijen zijn gemaakt, lijdt het geen twijfel dat ze, als ze eenmaal operationeel zijn, vrij beschikbare, niet-vervuilende, veilige vormen van bruikbare energie gebruiken. Als ze echter alleen worden gebruikt om de groei binnen het oude parasitaire industriële systeem uit te breiden, zal de aarde nog steeds onderhevig zijn aan grote verlatenheid; het zal net iets langer duren dan het zou zijn geweest als we fossiele brandstof als basis van die economie zouden blijven gebruiken. Het laatste bewijs van ons huidige beleidsfalen is de volharding van de ontkenning van klimaatverandering, zelfs de opkomst ervan, onder de huidige (2019) Amerikaanse regering. Ontkenning is een andere indicator dat duurzaamheid en veerkracht mislukte concepten zijn. Ze zijn door sociale commentatoren en critici gemakkelijk afgedaan als een “autoritaire” poging van de Verenigde Naties om de vrijheid van mensen in te perken en hen een vorm van totalitair ecosocialisme op te dringen. In de Verenigde Staten wordt 'veerkracht' door de regering-Trump als term gebruikt in plaats van 'klimaatverandering' in al het overheidsbeleid. Hierbij kondig ik de dood aan van 'veerkracht' als een bruikbare term om de toekomst van de mensheid een nieuwe richting te geven.

Lang voor het heden heb ik betoogd dat duurzame ontwikkeling niet definieert wat ontwikkeling inhoudt die moet worden volgehouden, anders dan het ontwikkelingsproces zelf. Ontwikkeling op wereldschaal, die over het algemeen niet in harmonie is met meer leven en planetaire krachten, zet ons op het pad naar tierracide, of de dood van het leven op planeet Aarde. We moeten snel veranderen van een uitbuitende, vervuilende en parasitaire samenleving in het tegenovergestelde.

Het fundament waarop we nu bouwen is ernstig gebrekkig en bevorderlijk voor niets anders dan grote golven van verveling, verdriet, angst, solastalgia, rouw en melancholie. De overheersing van negatieve aardse emoties in de eenentwintigste eeuw is een indicator, of symptoom, dat we aardse relaties helemaal verkeerd hebben. Op de een of andere manier zijn mensen, die geëvolueerd zijn binnen de matrix van het leven, vrijelijk genietend van de beste emotionele ervaringen die de aarde te bieden heeft, sociaal uit die matrix geëvolueerd naar een extreem donkere emotionele ruimte. Let wel, het zijn niet alle mensen. Het is meestal de helft van de menselijke bevolking die nu in steden en hun stedelijke omgeving woont. In het Antropoceen heeft de meerderheid van de mensen zich afgescheiden van de rest van de natuur en het leven, van het hebben van enkele doorlopende vitale verbindingen met de natuur tot het hebben van vrijwel geen.

De redenen waarom de grote scheiding heeft plaatsgevonden zijn complex, met slechts enkele van de dominante thema's de door God gegeven menselijke heerschappij over de natuur binnen het christendom; eco-vervreemding onder neoliberalisme en kapitalisme; de opkomst van hiërarchie in complexe samenlevingen; imperialisme en kolonialisme; en patriarchale ontwikkeling of mannelijke overheersing over een vermeende vrouwelijke natuur.

Ik zal niet proberen de literatuur samen te vatten die aan deze grootse thema's ten grondslag ligt; het is enorm, en voor velen is er niet genoeg tijd in het leven voor een inhaalslag op deze lectuur. In plaats daarvan zal ik betogen dat op basis van geen duidelijk bewijs van het tegendeel, deze dominante ideeën zo lang de scepter hebben gezwaaid dat ze een wereldbeeld zijn gaan produceren dat vreselijk veerkrachtig is maar in de kern verkeerd. De kernopvattingen die ten grondslag liggen aan sociale en natuurlijke scheiding en die ik als verkeerd wil bestempelen, zijn onder meer individualisme, atomisme, reductionisme en autonomie gebaseerd op wetenschap (evolutie) en ideologie (neoliberalisme). Deze ideeën impliceren dat mensen gescheiden zijn van de rest van de natuur; mensen zijn fysiek en moreel autonoom; materie kan worden teruggebracht tot de kleinste delen; competitie tussen individuen (survival of the fittest) heerst zowel in de natuur als in de samenleving; en dat concurrentie op een vrije markt binnen een economie een uitdrukking is van een natuurlijke, concurrerende orde.

De Britse journalist George Monbiot heeft het verhaal grafisch voor ons samengevat:
Onze goede aard is gedwarsboomd door verschillende krachten, maar misschien wel de meest krachtige is het dominante politieke verhaal van onze tijd. We zijn door politici, economen en journalisten ertoe aangezet om een ​​wrede ideologie van extreme concurrentie en individualisme te accepteren die ons tegen elkaar opzet, ons aanmoedigt elkaar te vrezen en te wantrouwen en de sociale banden verzwakt die ons leven de moeite waard maken. Het verhaal van onze competitieve, zelfmaximaliserende aard is zo vaak en met zo'n overtuigingskracht verteld dat we het hebben geaccepteerd als een verslag van wie we werkelijk zijn. Het heeft onze perceptie van onszelf veranderd. Onze percepties veranderen op hun beurt de manier waarop we ons gedragen

Individualisme, het scheiden van mensen van de natuur en van elkaar, lijkt een dominant verhaal te zijn geworden in de twintigste en nu de eenentwintigste eeuw. Deze dominante ideeën zijn al heel lang aangevochten door sommigen in de kunsten, sociale wetenschappen en geesteswetenschappen, maar ze blijven stevig verankerd in onze systemen van handel, recht, politiek en ethiek.

Gedurende een even lange tijd heeft de wetenschap, een ander maatschappelijk dominant conceptueel kader, deze ideeën niet serieus ter discussie gesteld. De wetenschap van de ecologie had beslist een integratieve mentaliteit nodig om te zien hoe organismen binnen kunstmatig gedefinieerde grenzen aan elkaar gerelateerd waren, en een paar bekende casestudy's toonden aan hoe symbiose, of coëvolueerde, wederzijds voordelige relaties tussen symbiont-soorten bestonden. Oxpeckers en buffels zijn bijvoorbeeld symbionten die een wederzijds voordelige relatie hebben rond het verwijderen van parasieten. Het probleem was dat ecologie in de reductionistische wetenschappelijke tradities, vooral op universiteiten, nie gerekend werd tot een serieuze wetenschap. De echte wereld was te rommelig voor gecontroleerde experimenten.

Er is nog een ander element: veel van de recente voorvechters van symbiose en holistische levensvisies waren vrouw en waren gemarginaliseerd in hun door mannen gedomineerde vakgebieden. Elyne Mitchell (1913-2002) was de eerste dergelijke kampioen in Australië die ik ken, en ze had een zeer verfijnde kijk op het regeneratieve vermogen van de bodem om het leven in stand te houden:

In deze opvatting van levende bodem vormen mens, dier, groente, schimmelgroei, micro-organismen, bacteriën - alles wat leven is - een integrale relatie. Deze relatie wordt alleen goed bewaard in de cyclische wet van de terugkeer, waardoor de vruchtbaarheid van de bodem voortdurend in stand wordt gehouden door de terugkeer van alle afval - van de vegetatie en van de dieren en van de mens die zowel dier als plant eet. Dus dat wat leven was wordt teruggegeven aan de bodem waar de micro-organismen en de schimmels het weer transformeren in de stroom van leven.

De bioloog Lynn Margulis propageerde de symbiotische kijk op het leven en droeg gedurende meer dan vier decennia bij aan enkele van haar onderzoeksfundamenten, tot aan haar dood in 2011. Eerder bracht Rachel Carson, hoewel ze niet expliciet over symbiose schreef, het idee van het "web" naar voren. van het leven" of "onderlinge verbondenheid" in de natuur. Haar beroemde werk, Silent Spring (1962), legde bij de bespreking van de bodem specifiek de nadruk op de onderlinge verbondenheid van het leven. Ze schreef: "Deze bodemgemeenschap bestaat dus uit een web van met elkaar verweven levens, elk op de een of andere manier gerelateerd aan de anderen - de levende wezens zijn afhankelijk van de bodem, maar de bodem is op zijn beurt slechts een vitaal element van de aarde alleen in deze gemeenschap bloeit het." Carsons aanval op de rol van giftige chemicaliën in de lucht, het water en voedsel leidde tot een 'politiek van vervuiling'. De mannelijke wereldorde, vooral in de handel, was gebaseerd op de heiligheid van de atomen van het leven en het vermogen van de mens om ze te beheersen en te bezitten. Handel in de landbouw was gebaseerd op het idee van de "autonome levensagent" die kon worden gecontroleerd in fabrieksachtige omgevingen. Verschillende levensmoordenaars, de 'cides', werden geïntroduceerd om onkruid, insecten en schimmels te bestrijden. Ideeën als 'het levensweb', ecologie, symbiose en alle vormen van onderlinge verbondenheid druisten in tegen het reductionisme en het atomisme in de patriarchale wetenschap. Dat veel vroege voorvechters van ecologisch en symbiotisch denken vrouwelijk waren, droeg alleen maar bij aan de bedreiging van het patriarchaat, het reductionisme en het mechanisme dat lange tijd heerste in de academische wereld, de wetenschap, de handel en de industrie. De nieuwe uitdaging voor het antropoceen-individualisme is nu aangebroken vanuit de wetenschap zelf met een hoofdletter S.

Wetenschap en de opkomst van symbiose
Biologie (de studie van het leven), als een van de harde wetenschappen, levert nu onweerstaanbaar bewijs dat de regels van de grondslagen voor het leven onderlinge verbondenheid, onderlinge relaties, diversiteit en samenwerking, en dat homeostase tussen de "diversiteit van levens" de stabiliteit geeft die het leven in het algemeen nodig heeft. Symbiose is nu naar voren gekomen als een primaire bepalende factor voor de levensomstandigheden. Kelly Clancy pleit voor symbiotisch samenleven als basis voor het leven:

Lange perioden van harmonieus samenleven kunnen de evolutionaire voorbode zijn van echte symbiotische relaties. Miljarden jaren geleden werd een andere oude cyanobacterie overspoeld en "gedomesticeerd" door een voorouder van planten. Het verloor de meeste genen die het nodig had voor een onafhankelijk bestaan ​​en werd wat we nu kennen als de chloroplast. In ruil voor een veilige omgeving voerden deze chloroplasten fotosynthese uit voor hun gastheren, waardoor een nieuwe vorm van leven werd aangewakkerd die zich uiteindelijk over een groot deel van de aarde verspreidde. Het is waarschijnlijk dat dezelfde soort arbeidsdeling een kiem was voor de ontwikkeling van meercellige organismen. Hier is evolutie geen wapenwedloop, maar een vredesverdrag tussen onderling afhankelijke naties.

De wetenschappelijke betekenis van symbiose impliceert 'samenlevende organismen', meestal voor wederzijds voordeel. Als een kernaspect van ecologisch en evolutionair denken bevestigt symbiose de onderlinge verbondenheid van het leven binnen de verscheidenheid van alle levende wezens. Het impliceert ook een algehele homeostase, of balans, van belangen, aangezien overheersing van een deel over de rest zou leiden tot functioneel falen. Symbiose vond zijn oorsprong bij de Duitse botanicus Albert Frank in 1877 en zijn identificatie van een mutualistische relatie tussen algen en schimmels in korstmossen. Hij bedacht de term "mycorrhiza" om de mutualistische onderlinge verbindingen tussen bomen en schimmels te beschrijven. Later, in 1879, werd dit idee door de mycoloog Heinrich Anton de Barry verder verfijnd als 'symbiose', gedefinieerd als 'het samenleven van ongelijksoortige organismen', in tegenstelling tot onafhankelijke, vrijlevende organismen. De samenwerking tussen radicaal verschillende soorten organismen die dicht bij elkaar leven was en blijft een radicale afwijking van de darwinistische evolutiemodellen die gebaseerd zijn op competitie tussen verschillende organismen in een competitieve omgeving.

In de kern gaat symbiose in tegen het idee dat evolutie inherent en uitsluitend competitief is, aangezien het leven ook gedijt door symbiogenese, "de evolutie, in de loop van de tijd, van nieuw gedrag, fysiologieën, organen of organismen die direct toe te schrijven zijn aan symbiose." Evolutie wordt gedreven door zowel samenwerking als competitie, en de wetenschap begint nog maar net een nieuw licht te werpen op de coöperatieve grondslagen voor het leven die worden verschaft door een begrip van de acties van symbiose en symbiogenese.

Hoewel we al sinds het einde van de negentiende eeuw op de hoogte zijn van de relaties tussen planten, hun wortels en hun metgezellen van macroschimmels, is de gedetailleerde kennis over dit soort relaties de afgelopen vijftig jaar exponentieel gegroeid. In Australië ontdekken wetenschappers bijvoorbeeld geleidelijk aan de enorme omvang en complexiteit van die symbiotische integratie. De symbiotische integratie treedt vaak op wanneer lage nutriëntengehalten in de bodem de trigger worden voor planten en schimmels om samen te werken. De schimmels helpen planten aan mineralen en op hun beurt halen de schimmels suikers uit de plant.

Het mechanisme voor deze interactie is dat de schimmels een structuur hebben die mycorrhiza wordt genoemd en die het wortelsysteem van de plant verlengt door er een functionerend onderdeel van te worden. De uiterste punt van de mycorrhiza, structuren die hyfen worden genoemd, worden verlengstukken van de schimmel die in staat zijn om in ruimtes te groeien waar wortels niet kunnen komen en moeilijk verkrijgbare mineralen zoals fosfor te extraheren. Bovendien beschermen de mycorrhiza's de plant tegen ziekteverwekkers en gifstoffen. In over het algemeen voedselarme landschappen, zoals die in Zuidwest-West-Australië, worden de relaties tussen schimmels en endemische planten de basis voor hele ecosystemen. Steve Hopper, een pionier van dit onderzoek in Australië, legt het belang uit van symbiose in dit type ecosysteem:

Het verzamelen en opslaan van voedingsstoffen uit zeer onvruchtbare bodems heeft bijvoorbeeld een selectief voordeel opgeleverd voor de evolutie van nieuwe wortelsystemen... of de symbiotische partnerschappen met bodemmicro-organismen, zoals mycorrhiza-schimmels. De diversiteit van dergelijke schimmels is nauwelijks gedocumenteerd, maar de ontdekking van meer dan 300 macrofungi in het natuurreservaat Two Peoples Bay suggereert een complexiteit die gelijk is aan die van de beter gedocumenteerde bloeiende planten.

Uit nog recentere ontdekkingen binnen de plantenwetenschap komt het verrassende idee dat bomen niet alleen samenwerken met schimmels, maar ook met elkaar om de kans op bloei te maximaliseren. De gezondheid van het ecosysteem wordt bijvoorbeeld gereguleerd door zogenaamde "moederbomen" die schimmelnetwerken beheersen die op hun beurt bomen van verschillende leeftijden en soorten met elkaar verbinden. Het regelsysteem regelt de nutriëntenstromen naar bomen die ze het hardst nodig hebben, zoals heel jonge bomen. Zoals Susan Simard heeft ontdekt, werkt het echter ook om informatie en energie over te dragen van stervende soorten naar soorten die mogelijk blijven gedijen, waardoor het bos als een groter systeem behouden blijft. Simard pleitte voor het "wood-wide-web":

We hebben geleerd dat moederbomen hun verwanten herkennen en ermee praten, waardoor toekomstige generaties worden gevormd. Bovendien geven gewonde bomen hun nalatenschap door aan hun buren, wat de genregulatie, verdedigingschemie en veerkracht in de bosgemeenschap beïnvloedt. Deze ontdekkingen hebben ons begrip van bomen getransformeerd van competitieve kruisvaarders van het zelf tot leden van een verbond.

Soortgelijke revolutionaire overwegingen zijn van toepassing op de functie en structuur van de menselijke darm. We beginnen te begrijpen dat het menselijk lichaam alleen gezond is en uiteindelijk in leven wordt gehouden door de werking van biljoenen symbiont-bacteriën, van vele verschillende soorten, die met ons samenwerken om zowel onze gezondheid als die van hen te koesteren en te beschermen. Ons "microbioom" is cruciaal voor onze fysieke en mentale gezondheid en wordt gereguleerd door de darm-hersenas via de nervus vagus. En het zijn niet alleen bacteriën waarmee we in ons lichaam leven. Er zijn normaal gesproken ook meer dan honderd soorten of soorten schimmels in ons. Zoals samengevat door Bret Stetka:

Veranderingen van in in onze woonachtige microbiota en hun collectieve genoom, het microbioom genaamd, zijn in verband gebracht met een breed scala aan ziekten, van verschillende vormen van artritis tot depressie. Op dit punt hebben wetenschappers de neiging zich te concentreren op welke bacteriesoorten de gezondheid kunnen belemmeren of in stand houden.

Maar onze biota bestaat uit een menagerie van microben. En een groeiend aantal onderzoekers is van mening dat naast bacteriën ook de schimmels die ons lichaam bewonen - of gezamenlijk het 'mycobioom' - invloed kunnen hebben op zowel ons welzijn als soms onze ziekte. Met ons gaan mee op de rit van het leven zijn microbiota en hun microbioom, schimmels en hun mycobioom, en naar alle waarschijnlijkheid virussen en hun viroom. Daarnaast zijn er verschillende soorten parasieten (bijvoorbeeld onze wimpermijten) die een optimale gezondheid zowel kunnen helpen als belemmeren. De plotselinge interesse in microsymbiose is grotendeels te danken aan de recente ontdekkingen over verbanden tussen de menselijke gezondheid en het darmmicrobioom en hoe belangrijk deze zijn voor de algehele gezondheid en vitaliteit. Microsymbiose is zelfs verbonden met de unieke kenmerken van een plaats, door de Fransen "terroir" genoemd.

Wij zijn Holobionts
We hebben nu een duidelijk inzicht dat bacteriën, bomen en mensen geen individuen zijn die als geïsoleerde atomen bestaan ​​in een zee van concurrentie. Het fundamentele idee van het leven als bestaande uit autonome entiteiten (organismen) die met elkaar concurreren, blijkt fundamenteel verkeerd te zijn. Het leven bestaat uit samensmeltende microbiomen binnen grotere biomen, gemeenschappen binnen gemeenschappen op steeds grotere schaal, ook wel bekend als "holobionts". meer interactie tussen biomen die we zien, en hoe meer doorlaatbare huid, bladeren en wortels worden. Binnen die doorlaatbaarheid bevinden zich niet alleen gassen, huidmondjes en poriën; er is een stroom van bacteriën, virussen en schimmels die allemaal een vitale rol spelen in ons bestaan als collectieve wezens. Dit is meer dan een "verstrengeling van verschillende maar onafhankelijke wezens; het is het delen van een gemeenschappelijk bezit, genaamd leven,

Wanneer we sterven, betekent het verlies van ons leven ook het uitsterven van biljoenen medelevende wezens. Het leven is een geschenk dat gemeenschappelijk wordt gehouden door gezonde holobionts. Het idee van het leven als een gedeeld of gemeenschappelijk bezit van levende collectieven is van zo'n wetenschappelijk belang dat ik voorstel om het zijn eigen naam te geven. Ik noem het gedeelde eigendom van het leven binnen holobionts de 'biocomunen'. Het leven is kostbaar; het is de reden voor alle complexiteit, diversiteit en relaties die het bezielen. Gezien het feit dat het hele duurzaamheidsparadigma van de afgelopen vier decennia dit vitale aspect van het leven niet heeft erkend, is het geen wonder dat de principes ervan geen "duurzame ontwikkeling" hebben bereikt.

Het Symbioment
Op zowel microscopische als macroscopische schaal heeft het leven geen "omgeving" als de omgeving datgene betekent wat zich buiten ons leven bevindt of ons omringt. De term 'de omgeving' slaat nergens op: het is een categoriefout, een product van onjuist dualistisch denken dat typerend is voor de antropocene scheiding. Onze taal en ons denken zijn geëvolueerd in de veronderstelling dat we ons niet in de omgeving bevinden, maar onafhankelijke eilanden zijn die er los van staan Het is tijd om onze taal om te buigen naar de realiteit van onze totale onderdompeling in de soep van het leven en symbiotisch geanimeerde levensprocessen, en dat betekent slecht nieuws voor het milieu.

Als gevolg van de nieuwe wetenschappelijke kennis van symbiotische coëxistentie, beweer ik dat we feitelijk leven binnen de "symbioment". en andere soorten wezens. Het leven werkt samen met leven tot verder leven. De symbioment is nu het uitgangspunt voor hoe we over al het andere kunnen denken. Samen met duurzaamheid en veerkracht moeten we de "omgeving van het Antropoceen, die niets anders doet dan onze scheiding van het leven bestendigen. De natuur, op aarde, als de basis voor de mogelijkheid van leven, plus organismen en holobionten, de levende evolutionaire experimenten in het leven, vormen de ontologie van de symbioment. Zo'n visie heeft ingrijpende implicaties voor onze toekomst, want zoals Lynn Margulis en Dorion Sagan hebben geconcludeerd:

We hebben er goed aan gedaan om ons af te zonderen van andere organismen en ze uit te buiten, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat zo'n situatie kan aanhouden. De realiteit en herhaling van symbiose in evolutie suggereert dat we ons nog steeds in een invasieve, "parasitaire" fase bevinden en dat we moeten vertragen, delen en onszelf herenigen met andere wezens als we een evolutionaire levensduur willen bereiken

Sombiocentrisme
Een gedetailleerd begrip van de rol van symbiose in de symbiose van het leven genereert een nieuwe vorm van denken. Het stamwoord, sombios, of 'samenleven', vormt de kern van een nieuwe reeks concepten die nieuwe connotaties hebben die voornamelijk verband houden met hoe mensen kunnen leven in samenlevingen die door dit begrip worden bezield.

In tegenstelling tot antropocentrisch of mensgericht zijn, betekent 'sombiocentrisch' zijn dat men rekening houdt met de centrale plaats van het proces van symbiose in al onze beraadslagingen over menselijke aangelegenheden. Het vereist dat we prioriteit geven aan het behoud van symbiotische bindingen in de totale symbioment. Het doel is om die banden te maximaliseren en die stand van zaken zo lang mogelijk vast te houden. Sombiocentrisme is ook een ethische positie die beweert dat symbiotische verbindingen, diversiteit en eenheid binnen complexe systemen behouden blijven. is het hoogste goed. Wat goed is voor mensen zal zijn om samen te leven met de rijkste diversiteit van het leven, om de vitaliteit en levensvatbaarheid van onderling verbonden levensvormen, inclusief die in ons, te maximaliseren.

Ik denk ook dat we een nieuwe intellectuele discipline nodig hebben, een die rekening houdt met de manier waarop de wereld echt werkt. Ik noem deze nieuwe discipline 'sombiologie'. Sombiologie is de systematische studie van mensen die samenleven met de totaliteit van het leven. Sombiologen bestuderen levensondersteunende relaties tussen mensen, andere biota, ecosystemen en biofysische systemen op plaatsen op alle niveaus, van lokaal tot mondiaal. Ze gaven invulling aan het idee van onderlinge verbondenheid. Ik ben een sombioloog. Sterker nog, ik voel me nu een professor in de sombiologie. Door deze nieuwe intellectuele oriëntaties te gebruiken, kunnen we nu het symbioceen binnengaan.

Het symbioceen
De eerste gedachten die ik had over het idee van een nieuwe meme genaamd "het Symbioceen" werden gepost op mijn blog Healthearth in 2011. De term "Symbioceen" komt van symbiose, die, zoals hierboven beschreven, zijn oorsprong vindt in het idee van het gezelschap van het leven (samenleven). Ik wilde het zeer belangrijke concept van symbiose gebruiken als basis voor wat volgens mij de volgende periode (-ceen) de geschiedenis van de aarde zal moeten zijn.

Het symbioceen, als een periode in de geschiedenis van de mensheid op deze aarde, zal worden gekenmerkt door menselijke intelligentie en praxis die de symbiotische en wederzijds versterkende levensreproducerende vormen en processen nabootsen die in levende systemen worden aangetroffen. Deze periode van het menselijk bestaan ​​zal een positieve bevestiging van het leven zijn en biedt de mogelijkheid van de volledige re-integratie van het menselijk lichaam, de psyche en de cultuur met de rest van het leven. De weg naar het vermijden van nog meer solastalgia en andere negatieve psychoterratische Aardse emoties die de psyche beschadigen, moeten ons naar het Symbioceen voeren. Ik zal de details van het Symbioceen hieronder bespreken, maar eerst moeten de redenen voor het uitvinden van dit nieuwe tijdperk worden gepresenteerd.

De noodzaak om het Symbioceen te creëren was een reactie op mijn groeiende besef dat er een gezamenlijke wetenschappelijke inspanning was om het Antropoceen geregistreerd te krijgen als een erkende periode in de geologische geschiedenis van de aarde. Zoals besproken in het vorige hoofdstuk, wordt beweerd dat antropogene 'forceringen' nu een grotere mondiale macht hebben dan alle zogenaamde natuurlijke krachten die in de natuur aan het werk zijn. De voetafdruk van de mensheid domineert nu de geologie, het klimaat en de ecologie van de aarde. Mensen hebben niet alleen een schadelijke parasitaire relatie met de rest van de levende natuur, ze domineren en degraderen de systemen op aarde die van vitaal belang zijn voor al het leven. Het netto resultaat van het Antropoceen kan naar mijn mening alleen maar eindigen in de vernietiging van de aarde als plaats voor leven in het algemeen, en het menselijk leven in het bijzonder.

Mijn negatieve onderbuikreactie was een reactie op het besef dat, ongeacht of de aardwetenschappen het erover eens waren dat we ons in een nieuw wetenschappelijk gedefinieerd geologisch tijdperk bevonden, het juist was om te denken dat mensen, de anthropos, de planeet waren gaan domineren. Die overheersing, tweeduizend jaar geleden begonnen als "heerschappij" in een hardnekkige interpretatie van het Oude Testament, is nu een enorm vernietigende kracht voor de planeet als geheel, zelfs als sommige mensen tijdelijk beter af waren vanwege de accumulatie van macht en rijkdom . Alleen al het idee van het Antropoceen viel mijn rechtvaardigheidsgevoel aan over de juiste relatie tussen mens en natuur, tussen natuur en leven. Mijn onderbuikreactie werd samengevat door deze woorden:

Velen suggereren nu dat we deze periode op aarde moeten hernoemen tot het Antropoceen. Dit tijdperk zou het Obsceen kunnen worden genoemd, niet het Antropoceen. Ik, een mens, wil bijvoorbeeld niet geassocieerd worden met een periode in de geschiedenis van de aarde waarin de dominante mensen in één soort de fundamenten van het leven voor alle andere mensen en niet-mensen wegvagen. Ik wil deel uitmaken van het "Symbioceen" waar mensen in harmonie leven met alle andere wezens. Dat kunnen we doen via eco- en biomimicry en eco-industriële economieën. Het wordt moeilijk, maar het is in ieder geval thermodynamisch mogelijk. Het kan zelfs ethisch en mooi zijn.

Dat is de uitdaging waar we nu voor staan. De negatieve aardse emoties nemen de overhand, omdat sommige mensen vastbesloten zijn geworden om de hele wereld te vernietigen of "creatieve zelfvernietiging". Het verbaast me al een tijdje dat er weliswaar bekende pessimistische reacties zijn op de terrapthorische tendensen in onze mondiale cultuur, zoals het Dark Mountain Project, maar dat er weinig systematische, terranawetenschappelijke, psychoterratische reacties zijn die een positieve visie op de toekomst bieden. Het wordt echter erger, aangezien de weinige positieve inspanningen die ik kan zien snel worden ondermijnd en worden omgezet in business-as-usual-groei, gemakkelijk toegeëigend door de vernietigende krachten. Ze schrijven technologische veranderingen voor, zoals geo-engineering, om problemen als klimaatverandering en de verwoesting van het milieu aan te pakken, maar trekken de giftige, anti-levensprocessen die worden gebruikt om deze technologieën te leveren, niet in twijfel. bij elke negatieve verandering.

Leven in de symbioceen- en symbioceenprincipes
De volgende stap vanuit het antropocentrische individualisme van het Antropoceen is het toepassen van het sombiocentrische denken en de transdisciplinaire discipline van de sombiologie om een ​​nieuwe periode in de geschiedenis van de aarde voor te stellen. Het symbioceen begint wanneer erkenning door mensen van de vitale onderlinge verbondenheid van het leven de materiële basis wordt voor alle daaropvolgende gedachten, beleid en acties."

Na een relatief korte periode (misschien tientallen jaren) zal er een punt zijn in de sociale ontwikkeling van de mens waarop bijna elk element van de menselijke cultuur, economie, leefomgeving en technologie weer naadloos zal worden geïntegreerd in levenscycli en processen. Om tot die geprefereerde levensstaat te komen, stel ik voor dat de belangrijkste organiserende principes van een symbioceen samenleving moeten worden opgenomen.
  • A volledige en goedaardige recycleerbaarheid en biologische afbreekbaarheid van alle inputs en outputs;
  • veilige en sociaal rechtvaardige vormen van schone, hernieuwbare energie;
  • volledige en harmonieuze integratie van menselijke systemen met biogeochemische systemen op alle schaalniveaus;
  • gebruik van de hernieuwbare bronnen van plaats en bioregio;
  • gebruik van de hernieuwbare bronnen van plaats en bioregio;
  • alle soorten, groot en klein, waarvan de levensbelangen en biocomunale eigenschappen begrepen en gerespecteerd worden;
  • bewijs van homeostase of heterostasis waar stabiliteit wordt gehandhaafd en waar conflict wordt erkend als onderdeel van grootschalige samenwerking;
  • bescherming van symbiotische banden tussen en binnen soorten op alle schaalniveaus; En herstel van symbiotische banden waar ze in het antropoceen zijn verbroken.
Aangezien al deze principes worden toegepast, in de goedheid van de symbioceentijd, op de allerjongste bodemlagen op aarde, zal een nieuwe, dunne film van vitaal organische microbioomsubstanties alles bedekken. De nieuwe "symbiofilm" markeert het juiste geologische begin van het neosymbioceen. Vanaf dat moment, terwijl we snel aan het Symbioceen bouwen, zal die "organische" laag dikker en rijker worden naarmate het de veelheid aan zonden bedekt die door het Antropoceen zijn achtergelaten.

Symbiomimicry, zo betoog ik, gaat verder dan biomimicry (voornamelijk bezig met het kopiëren van organische vormen) in die zin dat de symbiotische elementen van levensprocessen worden gerepliceerd in menselijke creativiteit en ontwerp. Naast het nabootsen van de levensvormen, repliceren we de levensprocessen (organische processen) die de wederzijds voordelige associatie van gedeeld leven tussen en binnen verschillende levensvormen sterk en gezond maken.

Deze symbioceenprocessen zijn niet onmogelijk moeilijk te bereiken, zelfs gezien de huidige stand van de menselijke wetenschap, volkskennis en technologie. Als we ons echt inspannen voor symbioceenwetenschap, burgerwetenschap, inheemse kennis en technologie, het allerbeste van 'biomimicry' en het nieuwe domein van 'symbiomimicry' gebruiken, kunnen we in slechts decennia ver in het symbioceen leven.

Het Symbioceen brengt een echte revolutie met zich mee, omdat we bijvoorbeeld elk giftig en vervuilend antropoceen artefact moeten vervangen door een gelijkwaardig (indien mogelijk) goedaardig Symbioceen "sombiofact". Nu er meer dan 7 miljard mensen op de planeet zijn, kan er geen tolerantie meer zijn voor door de mens geproduceerde giftige stoffen die levensgevaarlijk zijn en die worden gebruikt in de menselijke economische productie en het bedrijfsleven. Er kan niets minder zijn dan de volledige acceptatie van de Symbioceen principes.

Degenen die willen dat innovatie een nieuwe economie aandrijft die productief is binnen de associaties van het leven, hebben nu een nieuw verhaal of meme om hun creativiteit te stimuleren. Het kernidee van het Symbioceen is pro-groei. Het is echter geen pro-parasitaire of terrapthale groei, wat tierracide (aardmoord) is. Het is de ontkenning hiervan en hun vervanging door een vorm van groei die consistent is met symbiose, een fundament van het leven op aarde zoals wij dat kennen. terranasciente-groei is goed, en we hebben er zoveel van nodig als we kunnen creëren. Er kan echter geen "groene revolutie" (ecomodernisme) plaatsvinden op basis van bestaande technologieën of trickle-down "natuurlijk kapitaal" generatie. Het zal eerder een revolutie zijn die gebaseerd is op de snelle en volledige overgang van een vervuilende en consumerende samenleving naar een samenleving die alles produceert via niet-vervuilende, symbiotisch actieve middelen. In plaats van zich terug te trekken in primitivisme of atavisme, vereist het symbioceen een enorme golf van innovatie en creativiteit. De golf zal in politieke termen niet door links of rechts worden gegenereerd, en zal ook niet socialistisch of kapitalistisch zijn.

Voorbij zijn 'duurzaamheid' en termen als 'duurzame ontwikkeling'. In plaats daarvan stel ik termen voor die moeilijk te corrumperen zijn, zoals 'sombiositeit' en 'sombiosische ontwikkeling'. Er zullen actieve uitvindingen en creaties van de kant van de mens zijn om een ​​staat van sombiositeit te bereiken en te behouden. Het zal binnen sombiositeit zijn waar we mensen en andere levensvormen samen zullen zien leven in wederzijds ondersteunende relaties. Een dergelijke stand van zaken zal nieuw zijn en zal gebaseerd zijn op positieve aardse emoties die het gedeelde leven als de hoogste waarde zien. Het beleidsdomein zal ook radicaal moeten worden veranderd door sombiocentrisch denken. Het model voor sociale systemen is niet de natuur in het algemeen, het is het leven, en hoe leven mogelijk (en wenselijk) is binnen de matrix van een ethisch onverschillige aard. Vanaf dit punt is er niets dat het nieuwe conceptuele kader tegenhoudt om zich te ontwikkelen. grotere complexiteit en het leveren van nieuwe termen voor degenen die overbodig en gevaarlijk zijn geworden. We kunnen zelfs het conceptuele kader creëren voor een nieuwe overkoepelende levensfilosofie.

sombiocratie
De opkomst van nieuwe vormen van bestuur die het nieuwe symbiotische begrip van het gedeelde project van het leven weerspiegelen, is nu een mogelijkheid. sombiocratie is heerschappij voor de aarde, door de aarde, zodat we allemaal samen kunnen leven. sombiocratie is, naar Abraham Lincoln, "regering van de aarde, door de mensen van de aarde, voor de aarde, zodat de aarde niet zal vergaan."

"sombiocratie" definieer ik als een vorm van coöperatieve heerschappij, bepaald door het type en de totaliteit van wederzijds voordelige of goedaardige relaties, in een bepaald sociobiologisch systeem. sombiocratie is een regeringsvorm waarbij mensen regeren voor alle wederzijdse relaties van de aarde op alle schaalniveaus, van lokaal tot mondiaal. Organische vorm (alle biodiversiteit inclusief de mens) en organische processen (symbiotisch verbonden ecosystemen en aardsystemen) staan ​​voorop in deze nieuwe staatsvorm.

Als de processen die symbiose binnen ecosystemen, biomen en organismen voeden en behouden, worden geïdentificeerd, beschermd en behouden, zullen soorten binnen dergelijke gezonde systemen ook gedijen. We moeten de bevooroordeelde, antropocentrische notie van democratie (van demos, mensen) met bijvoorbeeld een diepe ecologische "raad van alle wezens"-benadering waarbij de belangen van soorten worden vertegenwoordigd in besluitvormingsstructuren door goedbedoelende mensen. Hoewel soorten belangrijk zijn, zoals we hebben gezien, is het ook het gedeelde leven tussen soorten dat naar voren moet komen. Daarom moeten we mensen kiezen om te regeren die levensondersteunende organische vormen, processen en relaties begrijpen en bevestigen, zodat ze kunnen beraadslagen over creatieve voorstellen van mensen.sombiocratie wordt bestuur voor symbiotische relaties tussen en binnen soorten, zoals tussen planten en schimmels, mensen en bacteriën, mensen en andere dieren. Deliberatieve sombiocratie zal de geschikte vorm van bestuur en besluitvorming zijn voor het Symbioceen op alle schaalniveaus, van lokaal tot mondiaal. Sombiocratie vereist van degenen die regeren (sombiocraten) om een ​​grondig begrip te hebben van de symbiotische, levensdelende onderlinge relaties die hen in staat stellen te functioneren. Om 'samen te leven' moeten mensen hun intelligentie en macht gebruiken om te helpen bij het creëren van gerechtigheid of algehele harmonie in een gemeenschap van levensbelangen. Binnen een sombiocratie, moeten biocraten nadenken over wat voor wederzijdse ontwikkeling toelaatbaar is om het samenleven te verwezenlijken. Het verbreken van symbiotische verbindingen op alle schaalniveaus moet worden vermeden, en het zal goed bestuur zijn om vitale symbiotische levensverbindingen te identificeren en ervoor te zorgen dat ze op hun plaats blijven. Bestuur door wetenschappelijk en traditioneel geïnformeerde mensen (inclusief burgerwetenschappers) op alle plaatsen en alle schalen identificeert de onderlinge verbanden tussen elementen van complexe systemen voordat ze zich inzetten voor actie die de gezondheid van ecosystemen beïnvloedt. We moeten ook onthouden dat plaats cruciaal is voor effectieve sombiocratie, aangezien degenen met nauwe en intieme banden met bepaalde plaatsen of bioregio's in de beste positie verkeren om hun plaats te kennen en beslissingen te nemen over de gezondheid en vitaliteit ervan.

Rechten?
Hoewel het in eerste instantie misschien contraproductief lijkt, zal de uitbreiding van "rechten" tot niet-mensen in een poging om elementen van ecosystemen in de cirkel van menselijke ethisch-juridische bescherming te brengen, niet in de geest van de sombios. Dit komt omdat 'rechten' binnen het westerse denken hun oorsprong vinden in uitbuitende en manipulatieve vormen van menselijke besluitvorming, die voortkomen uit de behoefte aan seculiere, particuliere rijkdom en eigendom die moeten worden beschermd tegen het voorrecht van instellingen zoals de kerk en de Kroon. Het bezit van rechten hangt af van het idee van het autonome individu als drager van rechten in een betwistbare sociale context. Bovendien ontstaat er een hiërarchie van rechten waar bijvoorbeeld mannen en hun machtsstructuren de voorkeur geven aan "mannelijke rechten" boven alle andere. Rechten zijn fouten, en wij hebben ze niet nodig in een niet-hiërarchische wereld van permeabele en poreuze kruispunten van levensbelangen. De enige plek waar de taal van rechten binnen het sombios-kader past, is het idee van een 'recht van doorgang'. Dit recht is echter voornamelijk beperkt tot schepen en scheepvaart in de vaart door internationale en nationale wateren.

Binnen wat 'sombio-ethiek' genoemd kan worden, kunnen symbiocene principes worden toegepast bij het nastreven van een goed leven. Bovendien zal er behoefte zijn aan een nieuw concept voor 'rechten', een concept dat rekening houdt met symbiotische onderlinge verbondenheid binnen de symbioment, de menselijke sombios en het menselijke bioom. Ik stel voor een vervanging van het rechtenconcept "ghehds" te noemen, waar in plaats van een hiërarchie van concurrerende rechten, uitgaande van autonome individuen of entiteiten in een betwist domein, ghehds de aanspraken zijn op vagiliteit, doorgang, beweging en stroom binnen organisch en symbiotisch. verenigde gehelen. Het welzijn van het geheel wordt gegarandeerd door de bescherming van ghehds die dingen verbinden en bij elkaar houden. "Rechten" veronderstellen verdeling en uitsluiting; "ghehds" veronderstellen eenheid en inclusie.

Het idee van ghehds nodigt ook uit tot nieuwe benaderingen van kwesties van onrechtvaardigheid waarbij, bijvoorbeeld, land werd toegeëigend van inheemse volkeren en vervolgens moet worden gevochten om aan hen terug te geven in westerse rechtsstelsels op basis van concurrerende claims over landrechten. Dekolonisatie en een terugkeer van inheemse volkeren naar een levende, symbiotische relatie met hun eigen land is ook een vorm van op ghehds gebaseerde radicale gerechtigheid. Ik zie ghehds als vergelijkbaar in functie met de liedregels van Australische Aboriginals. Ze vertellen mensen hoe ze succesvol op het land kunnen leven .

De impact van het symbioceen
Hoewel het symbioceen als idee zich in mijn denken nog in een zeer vroege ontwikkelingsfase bevindt, heeft het al een paar huizen gevonden. Bij de ontwikkeling van een jurisprudentiesysteem voor gerechtigheid op aarde hebben de Verenigde Naties mijn idee onderschreven en dat gesuggereerd

huidige benaderingen van het Antropoceen tijdperk die zich richten op menselijke effecten op de biogeochemie van de aarde moeten worden uitgebreid. Concepten zoals het Symbioceen, een tijdperk waarin menselijk handelen, cultuur en ondernemerschap de onderlinge afhankelijkheid van de grotere gemeenschap zouden voeden en de gezondheid van alle ecosystemen zouden bevorderen, zijn veelbelovender en oplossingsgerichter.

In de context van wereldwijde gezondheid is het Symbioceen-concept ook overgenomen door gezondheidsacademici en professionals. Om de gezondheid van mens, ecosysteem en planeet te maximaliseren, zal de noodzaak voor mensen om symbiotische associaties op alle levensschalen te herstellen en te behouden een belangrijke primaire verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorg zijn. Symbiocene gezondheid zal zorgen voor een goede gezondheid van de mens, net als voor alle andere organismen op deze meest zeldzame planeet die leven in stand houdt. Hedendaagse volksgezondheidsexperts ondersteunen nu deze biofiele en sombiofiele richting:

Kortom, het symbioceen vertegenwoordigt een tijdperk waarin onderwijs en bewustzijn van de voordelen van empathische en emotioneel intelligente burgers, instellingen en systemen prioriteit krijgen voor het maatschappelijk welzijn. De motor van dit proces zal de biofiele wetenschap zijn. Een dergelijke wetenschap beschrijft onderzoeken met als doel de bevordering van het leven, het welzijn van de mens en de totale soort in het achterhoofd. De biofiele wetenschap begrijpt dat allostatische belasting, dysbiose, geestelijke nood, microbioomdiversiteit, leefbare lonen en blootstelling aan milieutoxines niet overal in de samenleving in gelijke mate voorkomen; het begrijpt ook dat positieve psychologische eigenschappen niet op een gelijk SES-speelveld liggen.... Biofiele wetenschap in het symbioceen probeert manieren te ontwikkelen om blootstellingen die schadelijk zijn voor de gezondheid te beteugelen en veerkrachtige eigenschappen te identificeren, terwijl tegelijkertijd prioriteit wordt gegeven aan haar activiteiten in de richting van die met de grootste nood.

Net als bij solastalgia zijn hedendaagse kunstenaars geïnspireerd door het Symbioceen om het Antropoceen te ontkennen. De kunstenaars Jenny Brown in Australië en Cathy Fitzgerald in Ierland hebben beiden krachtig gereageerd op dit relatief nieuwe idee. Kunsttheoretici zien ook de verbanden tussen de nederlaag van solastalgia en de opkomst van het symbioceen.

Het idee van het Symbioceen wordt nu toegepast in en heeft de potentie om een ​​stimulans te zijn voor vele nieuwe richtingen in de milieuwetenschappen (sombiomentale geesteswetenschappen) en de toegepaste wetenschappen en vrije beroepen. Rod Giblett, mijn voormalige academische collega in West-Australië, heeft een goed begin gemaakt door te pleiten voor een nieuwe bioregionale benadering om de levende aarde in het symbioceen te omarmen. Ik hoop dat hij de eerste van velen is die de nieuwe meme zal gebruiken om een ​​positieve en optimistische visie op de toekomst te creëren.

Enkele antecedenten van het symbioceen
Hoe utopisch of blindelings optimistisch is het idee van het Symbioceen? Is het een atavistische of futuristische fantasie? Op een bepaald niveau zouden we kunnen stellen dat gedurende het grootste deel van de tijd dat Homo sapiens een soort op aarde is geweest, we ons in een proto-symbioceen toestand bevonden, aangezien bijna alle ondernemingen voldeden aan de Symbioceen-principes die ik hierboven heb geschetst. Het was pas op het punt van de industriële revolutie dat de onze ontwikkeling als een wereldwijde soort begon af te wijken van de matrix van de rest van het leven. Vervuiling van de atmosfeer en het gebruik van niet-biologisch afbreekbare en giftige chemicaliën in industriële processen kwamen langzaam op gang, maar zijn geëscaleerd sinds mijn geboorte in 1953. Zelfs de landbouw was standaard 'biologisch' vóór de Tweede Wereldoorlog en werd snel veranderd door het gebruik van fossiele brandstoffen voor energie, kunstmest op basis van fossiele brandstoffen en massale toepassing van landbouwchemicaliën. De 'grote versnelling' van industrie, landbouw en technologie in de tweede helft van de twintigste eeuw werd bereikt zonder veel of geen aandacht voor de centrale rol van symbiose als fundament voor het leven.

Er zijn echter veel schrijvers en denkers geweest die het idee hebben verdedigd dat mensen het vermogen hebben om in symbiotische harmonie of stabiliteit met elkaar en de rest van het leven te leven. Ik beschouw Peter Kropotkin, in zijn Mutual Aid as a Factor in Evolution (1901), als een belangrijk denker die veel meer zag dan hebzucht en egoïsme in de dierlijke en menselijke natuur. Veel moderne milieudenkers en -schrijvers zijn tot dezelfde conclusie gekomen, met de noodzaak om deze coöperatieve kant van de menselijke natuur tot uitdrukking te brengen in ethische en beleidsprincipes. Schrijvers zo divers als Lynn Margulis, Dorion Sagan, Murray Bookchin, James Lovelock, Donna Haraway en Tim Morton waren of zijn voorvechters van de symbiotische revolutie die de manier heeft veranderd waarop we over onszelf en onze relaties met andere wezens denken. Donna Haraway , in het bijzonder, heeft royaal bijgedragen aan de creatieve verbeeldingskracht die nodig is om symbiose uit de biowetenschappelijke obscuriteit te halen en naar de ecologische geesteswetenschappen in de eenentwintigste eeuw te brengen. In navolging van mijn eigen afkeer van het Antropoceen pleit ze voor de vervanging ervan door het ambivalente 'Chuthulucene', waarin het grote drama van leven en dood zich afspeelt, maar zonder de terrapthorische krachten van het Antropoceen. Ik ben het volledig met haar eens als ze vraagt: "Hoe komt het dat de baanbrekende naam van de Anthropos zichzelf opdrong op het moment dat inzichten en kennispraktijken over en binnen symbiogenese en sympoëtiek wild en wonderbaarlijk beschikbaar en generatief zijn in alle geesteswetenschappen, inclusief niet-koloniserende kunsten, wetenschappen en politiek?"

Om het pleidooi voor sombiosisch denken op te bouwen. Ik wil nogmaals de bijdrage benadrukken van Elyne Mitchell, de Australische schrijver-geleerde die mijn werk heeft beïnvloed. Verder zal bij het doornemen van enkele van de kwesties waarover Mitchell schrijft, de sombiositeit van Australische Aboriginals worden onderzocht.

Bodem en beschaving Elyne Mitchell, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Australië schreef, putte uit vroeg ecologisch denken om een ​​levensfilosofie uiteen te zetten. Mitchell publiceerde haar boek, Soil and Civilization, in 1946, voordat Aldo Leopolds beroemde A Sand County Almanac in 1949 beschikbaar kwam. In haar bescheiden boek bouwt Mitchell voort op de vroege wetenschappelijke kennis van symbiose als fundament voor het leven en weeft ze de noodzaak voor Australiërs om deze kennis, basiswetenschap en het "dromen" van de traditionele Aboriginals van Australië toe te passen om een ​​nieuwe basis te leggen voor een levensvatbare toekomst. Onnodig te zeggen dat er vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog maar heel weinig mensen waren die schreven over symbiose als belangrijk voor een goede relatie tussen mens en natuur, of over inheemse Australiërs als iets positiefs om bij te dragen aan een sombiosische toekomst voor Australië.

Hoewel er in de boeken van Mitchell weinig materiaal over inheemse mensen en cultuur staat, is er genoeg om een ​​meer inclusieve en integratieve levensfilosofie op te bouwen die een inheems wereldbeeld aanspreekt. Ik ben me er ook terdege van bewust dat Mitchell overtuigingen over Aboriginal Australiërs herhaalde die als racistisch konden worden beschouwd. Ze was een blanke, christelijke, autodidactische vrouw van het platteland, het waren de jaren veertig en haar lezerspubliek was 'blank Australië'. Maar misschien in weerwil van de publieke orthodoxie van die tijd, wilde ze als een fundamenteel feit erkennen dat, voorafgaand aan de kolonisatie door Europeanen, "de nomadische Aboriginal deel uitmaakte van de natuurlijke balans van het continent." Ze merkte verder op dat de kolonisatoren dat evenwicht in minder dan tweehonderd jaar hadden vernietigd.

Er is echter in haar verwijzingen naar symbiotische wetenschap en inheemse cultuur voldoende materiaal om ons iets belangrijks te vertellen over de relatie tussen natuur en mens, cultuur en natuur. Mitchell zag een tragische mismatch tussen de Europese geest en de biofysische realiteit van Australië in 1788, en Soil and Civilization was haar reactie op de spirituele en fysieke achteruitgang van het Australische continent. Ze stelde voor:

De natuurwetten van het onontdekte Australië waren onbegrijpelijk voor geesten gevormd in West-Europa. Maar om dit land als levende aarde te laten overleven, moeten we het evenwicht leren begrijpen dat bestond toen Australië alleen de nomadische aboriginals en de langzaam voortplantende buideldieren bevatte, en onze relatie met het land bepalen door wat we leren.

Mitchell schrijft: de "nomadische aboriginals", accepteren de universaliteit van de nomadische aard van een Aboriginal die jaagt en het verzamelt als levensstijl en als culturele basis. Ze schrijft dat "aboriginals, die gras verzamelden om te malen om te bakken, geen zaden zaaiden en er geen vegetatiemythes in hun ervaring opdoken". als Bill Gammage in The Biggest Estate on Earth en Bruce Pascoe in Dark Emu. Het idee dat Aboriginals de grond bewerkten, gereedschappen zoals schoffels gebruikten en graan oogstten dat actief door hen werd geplant, zou echter de stelling van haar boek hebben versterkt, dat een landbouw die gevoelig is voor de unieke Australische omstandigheden zowel wenselijk als mogelijk was.

Bovendien merkte Mitchell op dat, hoewel de Aboriginal-cultuur geen specifieke "chtonische goden" van het Griekse type had (verbonden met de onderwereld, de bodem en de landbouw), deze zich bevond in wat zij beschrijft als een "grenzeloze ruimte" die bekend staat als "de matrix van de Alcheringa, het dromenland van de aboriginals." Hier observeerde ze de mogelijke eenheid van "deze grond" en "deze kosmische uitgestrektheid", wat leidde tot een "permanente cultuur ... van kleine of grotere aantallen, afhankelijk van de mogelijkheden van het land." Zo'n eenheid vereiste ook een 'fusie van oude wijsheden met alles wat de moderne wetenschap kan ontdekken'. De ideeën van permacultuur, oude wijsheid, de waarde van wetenschap en grenzen aan groei werden in 1946 aan de wereld gepresenteerd door een wijze herdervrouw. in Australië.

Het ongebruikelijke gebruik van de term "dromenland" verdient enige opmerking, aangezien "land" en "plaats" een prominente plaats innemen in alle formele geschriften van Mitchell. Ik kan alleen maar aannemen dat ze de beschikking had over haar vroege antropologische verslagen (vóór de Tweede Wereldoorlog) van het Dromen en wat het 'dromenland' zou kunnen betekenen. Ik weet niet wat haar werkelijke bronnen waren. Echter, A. P. Elkin publiceerde zijn populaire boek The Australian Aborigines in 1938, en daarin zijn verwijzingen naar de Dreaming te vinden. Het debat over de oorsprong van deze term is goed besproken in de recente literatuur, dus ik hoef dit onderwerp niet opnieuw te behandelen. Elkin geeft een samenvatting van wat voor hem de belangrijkste filosofische dimensies van het dromen waren:

De Aboriginals hebben een min of meer logische en systematische kijk op het leven en de natuur, die haar animistische premissen heeft toegekend, die een lantaarn voor hun voeten is en een gids voor hun paden, van geboorte tot dood en daarna. Het is spiritueel, totemistisch en historisch van aard en drukt de centrale feiten uit van de menselijke persoonlijkheid, van de intieme relatie van de mens met de natuur en zijn band met het verleden, die allemaal worden overgedragen in de overtuiging dat persoonlijkheid voorbij ruimte en tijd gaat.

Zo'n totaal wereldbeeld creëerde wat ik begrijp, een soort proto-symbioceen. De versmelting van cultuur en natuur betekende dat daar was zeer weinig bewijs van een unieke menselijke impact op het land, aangezien een cultuur die symbiotisch verbonden is met het land zeer weinig materiële sporen achterlaat. Ook Stanner kwam tot zo'n conclusie. Hij stelt:

Het zijn natuurlijk nomadenjagers en verzamelaars die niets verbouwen, weinig bouwen en nergens lang blijven. Ze drukken bijna geen fysieke stempel op het milieu. Zelfs in gebieden die nog steeds bewoond zijn, is een deskundig oog nodig om hun recente aanwezigheid te detecteren. Binnen een paar weken kunnen de ruw ontruimde campings worden weggevaagd door zon, regen en wind. Na een jaar of twee is er misschien niets meer dat erop wijst dat het land ooit bewoond is geweest. Totdat je een paar oude vuurstenen gereedschappen, een steengroeve, een schelpenhoop, een rotsschildering of iets dergelijks tegenkomt, zou je kunnen denken dat het land nooit de aanraking van de mens heeft gekend.

Nogmaals, Stanner is misschien van gedachten veranderd over de kwestie van de landbouw en het bewijs van semi-permanente nederzettingen in delen van Australië, maar zijn verslag van de Dreaming sluit wel aan bij mijn idee van het Symbioceen. De integratie van cultuur en natuur levert een symbiotisch en goedaardig resultaat op. Er is niets geproduceerd door mensen in de lucht, het water, de bodem en het landschap dat niet veilig kan worden opgenomen in de vitale matrix van het leven. Er is een symbolische en materiële verwantschap tussen mensen en andere levensvormen, en ze ondersteunen elkaar. Wat tegenwoordig "milieu-ethiek" zou worden genoemd, werd gedurende duizenden jaren door Aboriginals gebouwd om de speciale relaties tussen mensen en plaats (land) in heel Australië te behouden en te beschermen. De principes van het Symbioceen waren allemaal aanwezig in de traditionele Aboriginal-samenleving."

De politiek van de traditionele Aboriginal-samenleving druiste ook in tegen Hobbesiaanse noties van schaarste, en de ideeën van eeuwigdurende conflicten en agressief kolonialisme. Conflicten werden geminimaliseerd omdat mensen zo ondergedompeld waren in bepaalde stukken land en de daarin aanwezige hulpbronnen. Het had geen psychische of culturele zin om het land van anderen over te nemen. Individuele identiteit (hun persoonlijke dromen) was verbonden met een grondige kennis van hun land. Een groot deel van de taalverwerving, het onderwijs en de socialisatie van kinderen was symbiomenteel onderwijs. Handel en sociaal verkeer werden zo geregeld dat conflicten tot een minimum werden beperkt en samenwerking werd gemaximaliseerd. Hoe dieper de symbiose tussen volk en land, hoe dieper de duurzame vrede tussen verschillende geografisch verschillende volken. Ik kom op dit thema terug in het laatste hoofdstuk."

Ik ben van mening dat Mitchell de dringende noodzaak zag van een versie van dit soort kosmologie om het Australische koloniale leven en al zijn ondernemingen binnen te gaan. In de landbouw, waar ze de grond zag wegwaaien en het plantenleven in vitaliteit achteruit zag gaan, was ze vooral kritisch van een cultuur die gescheiden is van de biofysische realiteit van symbiose en die geen verwante spirituele en ethische beperkingen heeft op hebzucht en egoïsme.

Selectief onderzoek naar alternatieven in de landbouwcontext, concentreerde Mitchell zich op landbouwexperimenten die bodemvruchtbaarheid bevorderden, gebaseerd op een aanname en kennis van de onderlinge afhankelijkheden tussen "bodem, plant en dier". Dat betoogde ze

Het principe dat ten grondslag lag aan al deze experimenten... was deze levende, organische symbiose die dieper gaat en veel verder gaat dan hun eigenlijke zoektocht naar fysieke gezondheid in mensen, dieren en planten. In het bewijs van biologische onderlinge afhankelijkheid is er bewijs van een universeel patroon dat een uiterlijke vorm is van het ritme waarop het leven zich beweegt.

Mitchell moedigde Australiërs aan om een ​​"vitale liefde voor het gevoel van zijn" te hebben door in eenheid en harmonie te leven met de bredere kosmos en ook met de fenologie van plaats. Ze was een vroege voorvechter van bioregionalisme en moedigde een culturele hereniging aan met het 'essentiële' Australië door het verwerven van een nieuw 'landgevoel'. Ze moedigde ook een 'echte liefde voor het land aan - een liefde voor de universele Australische aarde en een intense liefde (endemophilia) van de specifieke plaats waar elk individu vandaan komt." Haar visie van zo'n vitale hereniging omvatte zelfs een symbiotisch geïnspireerde culturele revolutie: "De moedige beslissing om beschaving op te bouwen in een symbiose met een gerevitaliseerde wereld, die een stabiele, gezonde bodem bezit , heldere beekjes, onverbrande bossen en stofvrije lucht, met mensen die op het land werken, dicht bij de realiteit, zouden een nieuw evenwicht en nieuw leven brengen."

Deze ideeën van Mitchell zijn vroege pogingen binnen de Australische context om mensen aan te moedigen afstand te nemen van een vorm van beschaving die zijn eigen biofysische fundamenten vernietigt en daarbij psychische, fysieke en culturele integriteit vernietigt. Ze presenteren een visie van een symbiotische beschaving die in welke context dan ook een van de eersten moet zijn die op een openbaar forum wordt gepresenteerd. Lang voordat latere voorvechters van symbiose, zoals Lynn Margulis en Gregory Bateson soortgelijke verbanden legden tussen biofysische gezondheid en geestelijke gezondheid, maakte Mitchell in 1946 een sterk pleidooi voor zo'n verband. Zoals vermeld in hoofdstuk 2, over het verband tussen de gezondheid van het land en psychologische gezondheid van mensen, schreef ze:

Maar geen tijd of natie zal genialiteit voortbrengen als er een gestage achteruitgang is van de integrale eenheid van mens en aarde. De breuk in deze eenheid is snel zichtbaar in het gebrek aan "heelheid" in de individuele persoon. Gescheiden van zijn wortels verliest de mens zijn psychische stabiliteit."

Ik verbond Elyne Mitchells idee van 'psychische stabiliteit' met het concept van solastalgia vanaf mijn vroegste gedachten over land-psyche-relaties. Wereldwijde psychische instabiliteit kwam tot uiting in een wereld in oorlog, maar Mitchell zag ook vooruitziend in dat een belangrijke factor in geopolitieke instabiliteit en oorlog was dat 'roofzuchtige beschavingen' ontstonden op basis van de behoefte aan constante kolonisatie om nieuwe hulpbronnen te exploiteren. Zodra dit proces mondiaal wordt, mijmert ze dat 'niet in slechts een klein gebied de geest van de mens zal worden uitgedoofd, maar bijna in de hele wereld'. In het volgende hoofdstuk kom ik terug op het verlies van 'geest'. .

Soortgelijke verbanden zijn gelegd door meer hedendaagse denkers over de toestand van de mensheid. Wijlen Lynn Margulis, hierboven genoemd, bracht ook de toestand van de psyche in verband met de toestand van de biofysische wereld. Zij en Bruce Scofield voerden aan dat "de psychologische onvrede van beschaafde mensen rechtstreeks voortkomt uit isolatie, een chronische fysieke dissociatie van mensen van de rest van de biosfeer, inclusief medemensen."

De aarde was druk bezig zich te ontwikkelen tot een 'symbiotische planeet', terwijl mensen de afgelopen 300 jaar hebben geprobeerd sociaal te evolueren in afzondering en in weerwil van de richting die de rest van het leven insloeg. De negatieve implicaties van fysieke dissociatie van de rest van de natuur en het leven zijn nu duidelijk. Een dergelijke observatie is cruciaal voor onze toekomst op aarde. Als we in de antisymbiotische richting (dysbiose) blijven gaan, zullen de psyche-apocalyps en de eco-apocalyps tegelijkertijd op ons afkomen en zal de dystopische wending in film en fictie een geleefde realiteit worden.

Symbioceen Samenvatting
Australische Aboriginals ontwikkelden een sociaal-symbiotische relatie met de elementen van hun 'land' gedurende een periode van vijfenzestig- tot tachtigduizend jaar ononderbroken bezetting van het Australische continent en Tasmanië. De nadruk lag op diepe integratie en verweven met de elementen van de symbioment, en dit is de basis van een vreedzaam samenleven met andere wezens en, belangrijker nog, de basis voor vreedzaam samenleven met andere groepen mensen die leefden in en verbonden waren met hun eigen 'land'. Deze diverse relaties met andere wezens, die in de loop van de tijd zijn opgebouwd, zijn niet slechts 'verstrengelingen'. Ze weerspiegelen de biocomunen, de ingewikkelde leven-delende woonarrangementen tussen verschillende soorten wezens op verschillende bestaansniveaus.

Er is hier ook geen ruimte voor een grove vorm van xenofobie, maar een weloverwogen respect voor andere stammen om voor hun eigen stukje te zorgen en te leven volgens de regels van hun eigen dromen. Natuurlijk is er interactie en soms zelfs conflict, maar er is een algemeen patroon van symbiose met ingrijpende implicaties voor hoe verschillende groepen mensen samen kunnen leven in grote ruimtes zoals continentaal Australië. Er is een manier van mens zijn die vreedzame coëxistentie mogelijk maakt tussen de 'zanglijnen' van onderling afhankelijke 'landen'. In de sociale samenleving van de Aboriginals ontstond een patroon van oude symbiose. Het kan worden gerepliceerd door empathische mensen in het symbioceen in de vorm van een confederatie van sombiocratieën.

Positieve psychoterratische aandoeningen
In het Antropoceen beginnen negatieve psychoterratische emotionele toestanden de overhand te krijgen naarmate de biofysische en gebouwde omgevingen verlaten zijn. In het symbioceen worden positieve psychoterratische emotionele toestanden gekoesterd terwijl de biofysische en gebouwde symbioment worden herenigd. Degenen die nog niet zijn verleid door het Antropoceen, hebben nog steeds overblijfselen in zich van voorheen niet nader genoemde positieve aardse emoties. Ik zal hieronder het geval uiteenzetten dat mensen van nature of instinctief empathisch zijn voor het leven, en verlangen dat het behouden blijft en voortduurt. In vergelijking met niet-bestaan ​​(dood) lijkt het leven ongelooflijk goed.

Er zijn over de hele wereld veel levensbevestigende geloofssystemen, met enkele religieuze tradities, zoals het jainisme, extremistisch in hun bescherming van alle vormen van leven. Albert Schweitzer bouwde met zijn veneratio vitae, of 'eerbied voor het leven', een heel systeem van ethiek op, uitsluitend gebaseerd op deze bevestiging. Hij betoogde in Civilization and Ethics:

Ethiek komt voort uit dezelfde wortel als wereld- en levensbevestiging, want ook ethiek is niets anders dan eerbied voor het leven. Dat is wat mij het fundamentele principe van moraliteit geeft, namelijk dat goed bestaat uit het in stand houden, bevorderen en verbeteren van het leven, en dat het vernietigen, verwonden en beperken van het leven slecht zijn.

In tabel 2 som ik de positieve psychoterratische emoties op die de afgelopen decennia in de literatuur zijn ontwikkeld. De lijst is zeker niet compleet, maar kan worden uitgebreid naarmate er toevoegingen worden gedaan door degenen die een unieke positieve aardse emotie of gevoel identificeren en verdedigen. Het zal me veel plezier doen om de lijst in de toekomst te zien uitbreiden.

Biophilia en andere aardse philia's
In de jaren zestig ontwikkelde Erich Fromm het Schweitzeriaanse idee van het leven als intrinsiek waardevol verder door het contrast te trekken tussen de liefde voor het leven en de liefde voor de dood. Zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk, staat 'necrofilie', of de liefde voor dood en vernietiging, tegenover 'biofilie', of de liefde voor het leven. In The Heart of Man ontwikkelt Fromm het idee van biofilie in de context van persoonlijkheidsontwikkeling:

De volledige ontvouwing van biofilie is te vinden in de productieve oriëntatie. De persoon die volledig van het leven houdt, wordt aangetrokken door het levensproces en de groei op alle gebieden. Hij construeert liever dan vast te houden... Biofiele ethiek heeft zijn eigen principe van goed en kwaad. Goed is alles wat het leven dient, kwaad is dat wat de dood dient. Goed is eerbied voor het leven, alles wat het leven, groei en ontplooiing bevordert. Het kwaad is het enige dat het leven verstikt, vernauwt, in stukken snijdt.

Fromms baanbrekende concept van biofilie verbindt de liefde voor de mensheid met liefde voor het leven en de natuur op een manier die vooruitloopt op veel thema's in de milieuliteratuur van het einde van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw. In zijn "Humanist Credo", gepubliceerd in On Being Human, koppelde hij zijn begrip van biofilie aan een alomvattende ethiek: "Ik geloof dat de man die voor vooruitgang kiest een nieuwe eenheid kan vinden door de ontwikkeling van al zijn menselijke krachten, die in drie oriëntaties worden geproduceerd. Deze kunnen afzonderlijk of samen worden gepresenteerd: biofilie, liefde voor mens en natuur, en onafhankelijkheid en vrijheid."

Fromms biofilie is zeker een positieve psychoterratische toestand. Hij pleit echter voor geen diepe, wederzijds voordelige, symbiotische kijk op de samenwerking die in het leven aanwezig is. Om zijn op het leven gebaseerde concept van biofilie nog verder te ontwikkelen, tot een meer empathisch en ecologisch begrip van het leven, zouden we misschien ook willen praten over 'ecofilie', of de liefde voor het totale ecosysteem waarin men zich bevindt. In 1996 pionierde de milieu-educator David Sobel met deze visie in zijn verzet tegen de negatieve psychoterratische toestand van ecofobie. Hij schreef: "Ik stel voor dat er gezonde manieren zijn om milieubewuste, mondige studenten te stimuleren. We kunnen de malaise van ecofobie genezen door de biologische neiging van kinderen om zich te binden aan de natuurlijke wereld te ondersteunen."

'Biofilie', een psychoterratische term voor een positieve aardse emotie, werd decennia na de creatie ervan door Fromm ook door E. O. Wilson gebruikt. Wilson definieert biofilie als "de aangeboren neiging om zich te concentreren op het leven en levensechte processen. Hij gebruikt de term echter op een manier die genetisch of biologisch geworteld is, in tegenstelling tot Fromm's neo-freudiaanse perspectief op persoonlijkheidsontwikkeling. Wilson heeft gepleit voor een " diepe instandhoudingsethiek", gebaseerd op een aangeboren biologische verwantschap met alle andere organismen, als tegenwicht voor destructieve impulsen zoals necrofilie. en acties die de ecosystemen en hun levensvormen vernietigen. Bovendien is het moeilijk om ons te concentreren op het leven en levensechte processen, wanneer ze grotendeels onzichtbaar voor ons zijn. De 'microkosmos', zoals Margulis en Sagan het noemen, is een onzichtbare wereld waar biofilie geen object is voor zijn aandacht. Dit is filosofisch belangrijk."

Wilson erkent in Half Earth de enorme uitbreiding van ons begrip van symbiose in de levende wereld. Hij verwijst naar het 'bacteriële tuinieren' in ons dat nodig is om ons lichaam gezond te houden, en stelt vervolgens voor:

De tuinen die in mensen en andere dieren groeien, zijn typerend voor complexe ecosystemen overal, van binnen en van buiten. Het totale aantal soorten microbioom dat in dieren en planten over de hele wereld leeft, blijft volledig onbekend, maar het moet enorm zijn... voor de komende decennia.

Ondanks zijn bewustzijn van symbiose, neemt Wilson zijn natuurbeschermingsethiek niet verder dan het redden van de helft van het aardoppervlak voor de natuur.Een dergelijke inspanning zou nutteloos zijn als bijvoorbeeld de opwarming van het klimaat breuken veroorzaakt in de vitale symbiotische verbindingen tussen aardvormende symbionten. Hij diagnosticeert de wereld als in "wanhopige toestand", maar houdt nog steeds vast aan biofilie als "de sleutel om geen verdere schade toe te brengen aan de biosfeer". 85 Wilson ziet de vooruitgang van de wetenschap op het gebied van symbiose, maar gaat niet ver genoeg in het uitbreiden en versterken van biofilie als een moreel of educatief voorschrift. het 'Eremoceen', of het 'tijdperk van eenzaamheid', waar niets op aarde is behalve mensen, landbouw en gedomesticeerde dieren.87 We moeten verder gaan dan biofilie en zelfs ecofilie om de essentie van de symbiotische revolutie in de biowetenschappen.

Sombiofilie
Ik pleit nu voor 'sombiophilia', of de liefde voor samenleven, als aanvulling op biofilie en ecofilie, om dit nieuwe inzicht vast te leggen dat leven niet alleen verbonden is in ecosystemen, maar ook onderling verbonden is binnen organismen. Het is duidelijk dat eerdere generaties mensen niet wisten dat hun lichaam de thuisbasis is van biljoenen bacteriën en schimmels, dus de microscopische symbiontwereld is nieuw voor ons. Desondanks moet co-evolutie tussen het microbioom en het menselijk lichaam in ons zitten als een soort "onbewuste", instinctieve kennis. Onze voedselvoorkeuren kunnen bijvoorbeeld zowel een voertuig voor voeding zijn als een keuze voor probiotische darmhulp. We eten om onze goede bacteriën te voeden. Je bent wat je bacteriën eten, zelfs tot op het niveau van stemmingen en emoties. Ik noemde het belang van terroir hierboven, en het is ook een logisch en materieel thuis voor de emotie van sombiophilia.

Zodra het verhaal van onze symbiont-interconnecties beter wordt begrepen, zullen mensen een nieuwe kennisbasis hebben waarop ze hun waarden en hun acties kunnen bouwen. Om de gezondheid te maximaliseren en de symbiogenese gaande te houden (naast eenvoudige evolutie door natuurlijke selectie), zal sombiophilia het resultaat zijn van nieuwe kennis. Onderwijs, plus elk relictueel element van aangeboren of onbewuste biofilie, ecofilie en sombiofilie dat we in ons hebben, zal verandering in de richting van het symbioceen voortstuwen.

Als ik het goed heb, zal het verlaten van het Antropoceen en het betreden van het Symbioceen een zeer bevredigende ervaring zijn voor de meeste mensen (en hun darmbacteriën). Onze instinctieve liefde voor het leven (macro, meso en micro) en levensechte vormen kunnen zegevieren over eco-necrofilie enmogelijke ecocide. Op wereldschaal is 'tierraphilia', of de liefde voor de aarde, een logische uitbreiding van sombiophilia. Voor zover we weten, is deze aarde misschien wel de enige plek in de kosmos waar leven is. Het kan zo speciaal zijn dat er iets groters dan liefde nodig kan zijn. om eer te bewijzen aan ons huis.

Topofilie
Het concept van "topofilie" werd voor het eerst gebruikt door de dichter W.H. Auden, in 1947, om de aandacht te beschrijven die werd besteed aan de liefde voor bepaalde en eigenaardige plaatsen, zoals blijkt uit de poëzie van John Betjeman. Het neologisme combineert topos (plaats) met philia (liefde), vandaar 'liefde voor plaats'. Volgens Auden heeft topofilie "weinig gemeen met natuurliefde. De wilde of onmenselijke natuur heeft geen charmes voor de gemiddelde topofiel omdat het in de geschiedenis ontbreekt; (de uitzondering die de regel bevestigt, is de geologische topofiel)." Zoals ik in hoofdstuk 2 betoogde, kan iemand solastalgie hebben voor aspecten van de gebouwde omgeving, dus Audens idee van topofilie is een bruikbare positieve psychoterratische emotie. De geograaf Yi-Fu Tuan breidde de reikwijdte van het concept van 'topofilie' uit door zowel de niet-gebouwde of natuurlijke omgeving als de gebouwde omgeving op te nemen in het domein van 'liefde voor het landschap'. Bij het definiëren van topofilie benadrukte hij de reeks menselijke 'affectieve banden met de materiële omgeving'. Tuan voerde aan dat topofilie in de meeste gevallen wordt gevoeld als een milde menselijke ervaring, een esthetische uitdrukking van vreugde over verbinding met landschap en plaats. Maar hij zei dat het krachtiger kan worden wanneer menselijke emoties of culturele waarden door de omgeving worden 'gedragen'. In zijn boek uit 1974, Topophilia, erkende hij het werk van de antropoloog Ted Strehlow, die inzicht verschafte in de diepte van de positieve gehechtheid van Aboriginals aan een plaats en wat er gebeurt als de gehechtheid aan een plaats wordt verbroken. emotie voor mensen die nauw verbonden zijn met het land.

Als we accepteren dat liefde voor landschap en plaats een krachtige emotie kan zijn, vooral voor inheemse volkeren en mensen die dicht bij het land en de bodem leven, dan zou een geleefde ervaring van de chronische verlatenheid van dat landschap of die plek een even krachtige emotie zijn en psychische toestand. Onder klimaatopwarming hebben we bijvoorbeeld het regelmatig voorkomen van door mensen veroorzaakte natuurrampen gezien als gevolg van enorme stormen in plaatsen als New Orleans, Houston, New York, Mumbai en vele andere stedelijke locaties over de hele wereld. Mensen die houden vanhun landschappen - of het nu steden, plattelandsdorpen, rivieren of bossen zijn - die liefde wordt nu van hen weggerukt. Topofilie wordt vervangen door solastalgie en tierratrauma.

Soliphilia
Soliphilia is een positieve reactie in de vorm van betrokkenheid van de gemeenschap bij het aanpakken van zowel de oorzaak van het probleem als het herstel van de resulterende mileuschade. Door de impact van milieuschade niet langer als strikt persoonlijk te zien maar als een gemeenschappelijk probleem met andere mensen, is er sprake van empowerment. Het is niet langer een kwestie die "het slachtoffer de schuld geeft" of een kwestie waarbij de slachtoffers zichzelf de schuld geven. De negatieve emotie zoals solastalgia kan nu dienen als basis voor een positieve. Solastalgia kan gezien worden als een emotie die kan worden teruggedraaid en verlicht. Solastalgia opgelegd door machtige regerings- en bedrijfskrachten, kan worden weerstaan ​​door diezelfde krachten te confronteren met soliphilia.

Ik begon met het creëren van een politiek neologisme om het proces uit te leggen van het omzetten van het negatieve in het positieve. Aangezien de meeste "milieu"- en "ontwikkelings"-kwesties politiek zijn en binnen het orthodoxe links-rechts politieke spectrum vallen, dacht ik dat het nuttig zou zijn om een ​​neutrale politieke term te hebben voor het proces van het bestrijden van solastalgie. Het is jammer dat het concept van 'solidariteit' in de politiek sterk wordt geïdentificeerd met links, aangezien het nuttig zou kunnen worden toegepast op de politiek om de oorzaken van solastalgie weg te nemen. Het is al erg genoeg dat we nog steeds de orthodoxe links-rechtsstrijd voeren over wie de ecocidale industriële samenleving moet bezitten; we moeten niet politiek vechten over hoe we solastalgie kunnen verslaan. In 2009 creëerde ik het concept van "solifilie" om een ​​cultureel en politiek concept te bieden dat zal helpen om wereldwijde angst en solastalgie teniet te doen. Soliphilia is de liefde voor de totaliteit van onze plaatsrelaties, en de bereidheid om de politieke verantwoordelijkheid te aanvaarden voor het beschermen en behouden ervan op alle schaalniveaus. Het concept vindt zijn oorsprong in het Franse solidaire (onderling afhankelijk) en het Latijnse solidus (vast of geheel), en de liefde voor medeburgers en buren, geïmpliceerd door het Griekse philia. Solifilie komt tot uiting in de onderling afhankelijke solidariteit en de heelheid of eenheid die nodig is tussen mensen, om de vervreemding en machteloosheid te overwinnen die aanwezig zijn in de hedendaagse politieke besluitvorming.maken over de symbioment. Soliphilia introduceert het idee van politieke betrokkenheid bij het redden van geliefde plaatsen op alle schaalniveaus, van micro, lokaal tot mondiaal. Deze "philia" is een cultureel en politiek geïnspireerde toevoeging aan de andere philia's die zijn gemaakt om positieve biologische en geografische opvattingen over connectiviteit en plaats te geven. Hoewel dit concept pas sinds 2009 bestaat, is het al besproken in hoofdartikelen over ecopsychologie en politiek die een wereldwijd bereik hebben. Het heeft zelfs enkele kunstwerken geïnspireerd. Soliphilia wordt nu toegevoegd aan liefde voor het leven en landschap om ons de liefde te geven van het geheel, en de solidariteit die nodig is tussen mensen om gezond en sterk te houden wat we allemaal gemeen hebben. De relevantie van soliphilia ligt in het harde werk dat mensen moeten doen, over de hele planeet, om die plaatsen te redden die worden aangevallen door terreur. Om alle 'algia's', of krachten die ziekte en uitsterven veroorzaken, te ontkennen, hebben we een positieve liefde voor plaats nodig, uitgedrukt in een volledig toegewijde politiek en als een krachtig ethos, of manier van leven. Soliphilia gaat verder dan de links-rechts politiek van controle en eigendom van kankerachtige industriële groei, en biedt een universele motivatie om sombiositeit te bereiken door middel van nieuwe manieren van symbiotisch leven die levensbevestigend zijn. Solifilie en sombiocratie vormen samen een nieuwe basis voor bestuur dat symbiose respecteert.

SOLIPHILIA IN WEST-AUSTRALIË
In Australië heb ik de Margaret River-regio in het zuidwesten van West-Australië bestudeerd vanwege zijn solifiele eigenschappen. Het gebied ligt tussen twee kapen aan de Indische Oceaan en wordt vaak de Kaap tot Kaap-regio genoemd. Margaret River is een casestudy bij uitstek voor solifilie. Hier, in het jaar 2009, bracht een voorstel voor een ondergrondse kolenmijn mensen in de regio ertoe om hun terroir te verdedigen. De regio staat bekend om zijn milde klimaat, landschap, bossen, stranden, wijngaarden en culturele activiteiten, dus het hele idee van een kolenmijn zat als een lelijke zweer in zijn gevoel van plaats. De geïnterviewden waren verontwaardigd over het voorstel omdat, zoals een geïnterviewde het uitdrukte: "Als er ergens beter op aarde was, zou ik er al zijn." Anderen waren getuige van hun liefde voor plaats (topofilie) door middel van uitdrukkingen als "Dit is Gods eigen land" en bevestigden het plezier dat ze halen uit het netwerken met anderen om te behouden wat de ondernemers "merk Margaret River" noemen. Slechts één negatieve verandering in de psychoterratische samenhang , en het hele gebouw wordt bedreigd en kan mislukken.

De regio van Kaap tot Kaap, heeft in de koloniale fase van zijn ecologische geschiedenis, mensen aangetrokken met herkenbare waarden en houdingen die anders zijn dan de heersende stroming. Surfers, hippies, kunstenaars en gepensioneerde dokters leven binnen dezelfde geografische ruimte. Verder zijn deze waarden en attitudes gecentreerd rond een sterk (endemisch) gevoel van plaats. In de loop van de tijd hebben de kolonisten van deze regio een netwerk opgebouwd van elkaar ondersteunende ondernemingen op basis van de hulpbronnen en kenmerken van de biofysische regio. En ze hebben het hartstikke goed gedaan. De wijnen uit deze regio zijn nu wereldberoemd en veel familiewijngaarden, zoals Cullen Wines, zijn pioniers in de uitstekende biologische en biodynamische wijnbouw. De internationaal bekende wijnschrijver Jancis Robinson zei dat "de Margaret River het dichtst bij het paradijs ligt van alle wijnregio's die ik heb bezocht tijdens mijn uitgebreide zoektocht naar kennis.

Samen met de wijn komen lokale en regionale producten die in restaurants worden gebruikt om het culturele terroir te ondersteunen. De deelnemers aan deze bioregionale coöperatieve menselijke inspanning kunnen worden beschouwd als "culturele symbionten", aangezien ze voordelen ontvangen van anderen in de regio en op hun beurt weer voordelen aan hen teruggeven. De inheemse bevolking van het gebied werkt ook aan hun heraansluiting, na de koloniale desintegratie, van cultuur en plaats binnen het Wardan Aboriginal Cultureel Centrum.

Naast de wijngaarden zijn er kunstgalerijen in het bushland met wilde bloemen, aangezien de regio de thuisbasis is van veel kunstenaars. De surfstranden zijn wereldberoemd om de grote golven die vanuit de Indische Oceaan naar binnen rollen. Ik had het geluk om tijdens een bezoek aan de regio een lokale houtbewerker te vinden die zich specialiseerde in het inheemse hout en er mooie meubels van maakte. Mijn salontafel is een constante herinnering aan de fijne kwaliteit van de Jarrah-boom met zijn rode innerlijke gloed en endemische, ebbenhoutachtige hardheid.

Hoewel met een diverse groep burgers, bevestigde het onderzoek dat ik heb uitgevoerd dat er eenheid in diversiteit is, vooral als het gaat om een ​​gemeenschappelijke vijand zoals steenkoolwinning of gasfracking. Hoewel technisch gezien niet binnen het Symbioceen, zorgen plaatsgebonden waarden die in harmonie zijn met de biofysische basis van de regio voor een goed begin. Wanneer ze worden bedreigd, reageren deze mensen met een snelle bioregionale reactie en vormen ze allianties die oude politieke verdeeldheid doorkruisen om een ​​unieke plek te beschermen.

In 2012 verbood de pro-ontwikkeling conservatieve deelstaatregering alle verdere exploratie en ontwikkeling van steenkoolreserves in de regio. De Labour-regering, die de staat in 2017 onder controle had, heeft ook gasfracking in de regio verboden. De druk om gas en kolen te winnen blijft het gebied echter bedreigen. Politieke druk van de federale regering om deze hulpbronnen te exploiteren, in ruil voor een groter deel van de federale inkomsten, wordt beschouwd als een wortel-en-stokbenadering van ontwikkeling. Ontwikkel deze "middelen" niet en de staat krijgt minder inkomsten van de federale overheid. Het toont aan dat meer geconcentreerde politieke macht op lokaal en regionaal niveau nodig is om de overblijfselen van ecologisch en cultureel bioregionalisme te beschermen.

Ik ben er zeker van dat solifilie op lokaal en regionaal niveau een politieke kracht zal blijven die mensen ertoe aanzet om alle vormen van ontwikkeling die onsympathiek staat tegenover het culturele mutualisme dat de gezondheid en vitaliteit van de regio op dit moment in stand houdt. Helaas, zoals we in hoofdstuk 2 zagen, was solifilie in het geval van de mensen van de Upper Hunter, vooral in Bulga, niet genoeg om de dag te redden. Ik blijf echter koppig optimistisch dat solifilie op de lange termijn de strijd zal winnen.

In de gebieden rond NSW waar gasfracking een probleem is geweest, is een op soliphilia gebaseerde protestgroep gevormd, de Knitting Nanas Against Gas (KNAG). Het is een vorm van pacifistisch protest waarbij volwassen vrouwen bij elkaar zitten en symbolen breien van hun verzet tegen gasfracking en soms dagbouwsteenkoolwinning. We zien nu overal ter wereld zulke volwassen protestgroepen; het zijn echter vooral vrouwen die de drijvende krachten zijn achter dergelijk activisme. De regio Gloucester wordt ook bedreigd door twee bovengrondse kolenmijnen en een voorgestelde nieuwe mijn aan de stadsgrens. De burgers (inclusief hun kinderen die tegen de kolenmijnen en de gasfracking zijn) zijn een ander voorbeeld van op solifilie gebaseerd sociaal en politiek protest en samenwerking. Ik leef in de hoop dat "Grootvaders tegen Terraphthora" zeer binnenkort zal worden gevormd. "Blockadia" zal alleen maar groter en sterker worden omdat het wordt gevoed door meer solifilie wereldwijd,

Endemophilia
Ik noemde deze term in hoofdstuk 1, mijn samenvatting, omdat het centraal staat in mijn liefde voor plaats. Ik heb 'endemophilia' gemaakt om de specifieke liefde van de lokale en regionale kenmerken van de mensen van een plaats te definiëren en te beschrijven. Endemophilia is gebaseerd op het Engelse woord 'endemisch', dat op zijn beurt is gebaseerd op het Franse woord endémique en de Griekse wortels heeft endemia (een woning in) en endemos (afkomstig uit de demos, of mensen) en philia (liefde).

Zodra een persoon zich realiseert dat het landschap dat hij voor zich heeft niet op een algemene manier elders in zijn land of op zijn continent of zelfs in de wereld wordt gerepliceerd, is er voldoende ruimte voor een positieve aardse emotie gebaseerd op zeldzaamheid en uniciteit. Hoe meer de uniciteit in bijvoorbeeld Australië wordt begrepen als een unieke verzameling planten, schimmels, gravende buideldieren en aarde, hoe meer het kan worden gewaardeerd.

Een voorbeeld van het belang van endemische complexiteit en diversiteit is te vinden in de zuidwestelijke regio van West-Australië. Zoals hierboven benadrukt, heeft dit gebied een van de hoogste niveaus van plant-endemie van alle bioregio's ter wereld, en het is een aangewezen wereldhotspot voor biodiversiteit.

Binnen de regio is er een rijkdom aan vaatplanten die internationale wetenschappelijke aandacht heeft getrokken. Het heeft 75 procent endemische soorten, en het aantal soorten (meer dan achtduizend geregistreerd) is geëvolueerd in de context van zeer verarmde bodems (arm aan voedingsstoffen) en hoge achtergrondzoutgehalten. Als reactie op deze barre randvoorwaarden heeft de WA-flora complexe aanpassingen ontwikkeld. In een nieuw begrip dat de oude competitieve 'survival of the fittest'-versie van evolutie heeft uitgedaagd, zien we in plaats daarvan enorm complexe symbiotische associaties van bloeiende planten, macrofungi (mycorrhiza), insecten, vogels en buideldieren die allemaal productief zijn voor de gezondheid van het systeem en diversiteit.

In bepaalde gebieden is het gecombineerde resultaat van de normale (miljoenen jaren in stand gehouden) relatie tussen buideldieren zoals Woylies (kleine, grondgravende rattenkangoeroes), schimmels, aarde en bomen een gezond bosecosysteem. Op bosgebieden waar Woylies niet te vinden waren, merkten onderzoekers op dat de grond hard en waterafstotend was door een opeenhoping van wasachtige lagen van eucalyptusresten die een harde oppervlaktekorst vormden. De waterkerende ondergrond zorgde voor een hoge afvloeiing van oppervlaktewater na regen, met grote erosie en problemen met het transport van voedingsstoffen naar de waterwegen. Waar Woylies actief waren, konden ze aantonen dat hun graafactiviteit door het oppervlak van de grond brak, waardoor water en voedingsstoffen diep in de ondergrond konden doordringen, waardoor ze beschikbaar werden voor het hele bosecosysteem

Tegelijkertijd waren de Woylies van vitaal belang voor de verspreiding van mycorrhiza-schimmels (truffels) door ze op te eten en vervolgens sporen terug in de grond uit te scheiden. De schimmels dragen bij aan de nutriëntenbelasting van het bos. Aangezien elke Woylie jaarlijks tot zes ton grond kan graven en verplaatsen, zijn ze een belangrijke factor in de algehele gezondheid van het ecosysteem." Zo'n ecosysteem is er een waarin de grootst mogelijke diversiteit behouden blijftdoor het mozaïek van dynamische symbiotische relaties tussen alle elementen van het ecosysteem. Gecombineerd, en inclusief de inheemse Noongar-bevolking, vormen al deze elementen een uniek endemisch landschap dat nergens anders op aarde kan worden nagebootst. Endemophilia vat, in één woord, de bijzondere liefde van de lokale en regionale onderscheidende, gemanifesteerd in de mensen van die plaats. Het is wat een bepaald gevoel van verbondenheid geeft, een endemisch gevoel van plaats, in tegenstelling tot een wereldwijd gevoel van plaats. Het is vergelijkbaar met wat Edward Relph 'existentiële innerlijkheid' noemde, of het diepe, bevredigende gevoel echt thuis te zijn in iemands kenmerkende plaats en cultuur. Zo'n staat zou ook 'homewellness' kunnen worden genoemd. Relph legt uit:

"De persoon die geen plek heeft waarmee hij zich identificeert, is in feite dakloos,zonder wortels. Maar iemand die een plek wel ervaart vanuit de houding van existentiële innerlijkheid, maakt deel uit van die plek en het maakt deel uit van hem. "

In veel opzichten is endemophilia een voorwaarde voor nostalgie, aangezien een persoon een endemophile emotionele gehechtheid moet hebben om ervoor te zorgen dat de scheiding ervan intens negatief is. Hetzelfde geldt voor solastalgie, aangezien de chronische verlatenheid van een plek waarschijnlijk degenen treft die van hun plek en zijn onderscheidende kenmerken houden. Hoe meer men endemophilia voelt, hoe waarschijnlijker het is dat ze hun plaats intiem kennen, en dat intimiteit zowel een bron van aardse vreugde is als een mogelijke bron van negatieve psychoterratische emoties wanneer terrapthoraanse krachten de overhand hebben. Als de terraphthorane wereldmarktkrachten landschappen en architectuur homogeniseren, lijkt het einde van endemisme een waarschijnlijk resultaat. Als we echter het symbioceen binnengaan, wordt een dergelijke uitkomst steeds onwaarschijnlijker.

Endemophilia opent ons voor de mogelijkheid van een enorm scala aan positieve psychoterratische ervaringen met de flora en fauna van een regio. Kennis van uniciteit plus lokale fenologie maken van het ene jaar op het andere dezelfde positieve emotionele ervaringen mogelijk. Elk jaar, op dezelfde tijd, wanneer de orchideeënsoort die nergens anders ter wereld bekend is, verschijnt in 'jouw plaats', wordt die unieke gebeurtenis gevierd, want het is een teken dat alles in orde is met de wereld. Aboriginal Australiërs hebben lang genoten van endemophilia. Een vertaling van een lied uit de regio Oenpelli in Arnhem Land, Noord-Australië, vat deze bijzondere ervaring samen:

Kom met me mee naar het punt
en we zullen naar het land kijken,
We kijken naar de rotsen,
Kijk, er komt regen aan!
Het valt op mijn liefje.

In West-Australië is er binnen literaire en academische contexten veel gedaan om het unieke karakter van de landschappen, flora en fauna te vieren en te documenteren. Ik ben niet de enige die de waarde van de flora en fauna van het zuidwesten inziet, en de creatieve schrijfster en dichteres Annamaria Weldon heeft in haar boek The Lake's Apprentice haar endemophilia uitgesproken voor een speciale regio in het zuidwesten van West-Australië. Naarmate de waarde van het onderscheidend vermogen van plaatsen wordt ingezien, krijgt endemophilia geleidelijk erkenning als een bruikbaar begrip.

Eutierria
Ik drijf vaak weg in onbewuste toestanden zoals dagdromen en verlies de tijd uit het oog. Vogels kijken doet het voor mij, en ik kan urenlang "verdwaald zijn met de vogels". Als ik weer bij bewustzijn kom, herinner ik me dat ik in een vreemde toestand verkeerde, een toestand waarin ik volledig opging in het kijken naar andere wezens en het binnengaan in hun levenskrachten. In religieuze tradities zou zo'n toestand kunnen worden omschreven als een vorm van extase of euforie, maar ik heb niet het gevoel dat ik in een hyperreële toestand verkeer, noch een toestand die wordt versterkt door geestverruimende middelen. Ik sta echter open voor het idee dat een dergelijke gemoedstoestand in zekere zin 'spiritueel' is, een thema dat in het volgende hoofdstuk zal worden onderzocht.

Het gevoel van totale harmonie met onze plek en het naïeve verlies van ego (subject en object samensmelten) dat we als kinderen vaak voelden, zijn zeldzaam geworden in deze periode van wat Richard Louv 'nature deficit disorder' noemt (zie hoofdstuk 3). Ik realiseerde me dat zo'n staat van harmonie, vooral wanneer verbonden met de aarde, een andere emotie is die vreemd genoeg ontbreekt in het lexicon van de Engelse taal.

Ik creëerde "eutierria" om deze situatie recht te zetten, en het is een positief gevoel van eenheid met de aarde en haar levenskrachten, waar de grenzen tussen het zelf en de rest van de natuur worden uitgewist, en een diep gevoel van vrede en verbondenheid het bewustzijn doordringt. Eutierria is afgeleid van eu wat goed betekent, tierra voor de aarde, en oa een achtervoegsel voor lid van een groep positieve psychoterratische aandoeningen, in dit geval emotie of gevoelens.

Met 'eutierria' heb ik in onze taal, in een enkel concept, een aards equivalent van 'dat oceanische gevoel' (verbonden met religieuze gevoelens en/of Freuds psychoanalytische theorie) of een seculier spiritueel gevoel van eenheid met ons thuis, weer gegeven. Ik heb het gevoel dat Alexander von Humboldt ook zo'n eutierria-ervaring moet hebben gehad op zijn reizen door Latijns-Amerika. Hij beschreef zijn ervaring als volgt: "De natuur kan zo rustgevend zijn voor de gekwelde geest, een blauwe lucht, het glinsterende oppervlak van meerwater, het groene gebladerte van bomen kan je troost zijn. In zo'n gezelschap is het zelfs mogelijk om de realiteit van iemands persoonlijk bestaan. Het geeft vleugels aan onze gevoelens en gedachten, "

EEN NOCTURNE NAAR EUTIERRIA
In de gloeiende schittering van kunstlicht, het oorverdovende gebrul van de antropfonie en de verstikking van aardse geuren gaat een universom van nachtelijke ervaring voor ons verloren. We worden verblind door het licht, de geluiden van het leven worden tot zwijgen gebracht door decibels en de reukzin is afgeslotenomlaag. Een hele kosmos aan ervaringen wordt voor onze ogen weggestopt door een waas van gloeiend wolfraam, koel neon, heet halogeen en oogverblindende diodes die ons verblinden met licht. Als het niet de kakofonie van airconditioners, weg- en luchtverkeer is, dan is het wel het digitale gebrul in de oortelefoons, dat de symfonie van de natuur opheft. Lege nachtzwaluwen. Honden hebben medelijden met ons als rijke, aardse geuren verloren gaan als de stank van deodorant in onze neusgaten komt. Om de nacht te zien, zijn geluiden te horen en zijn parfumuitscheidingen te ruiken, moeten we de uitdovende lichten vermijden, onze verstopte neuzen vrijmaken en een plek betreden die wordt verlicht door de maan, stem gegeven door ecofonie en geur uit het reukbos . Het gevoel van aardse eenheid, het uitwissen van de scheiding van het zelf van de ander, wordt "eutierria" genoemd en is "een goed aards gevoel". Binnen een staat van eutierria is de nacht niet langer een plaats van sterrenloze zwarte gaten, maar een goede duisternis waar de zintuigen zich afstemmen op de harmonie van beelden, geluiden en geuren van onze aarde en haar universum.

We zijn nog maar net begonnen met de scheppingsdaden die nodig zijn om onze positieve aardse emoties volledig tot uitdrukking te brengen. In plaats van ze te nemen. als vanzelfsprekend, als naamloos, maar goed gevoel, hebben we nu een typologie aan de positieve kant van de psychoterratica om vanuit te werken. Er is nog veel meer werk te doen bij het creëren van voorwaarden voor positieve aardse emoties. Ik heb bijvoorbeeld nagedacht over 'topopinia' als een woord voor dat gevoel van willen gaan naar plaatsen waar ik, in mijn verbeelding, al van hou en waar ik 'dennen' of lang naar verlang. Ik heb bijvoorbeeld topopinia voor de hooglanden van Papoea-Nieuw-Guinea en hun paradijsvogels. Ik daag lezers uit om hun eigen termen te creëren voor positieve psychoterratische aardse emoties om hun eigen goede aardse ervaringen adequaat te beschrijven.

Bovendien stoort het me dat we geen concept hebben voor het tegenovergestelde van ecocide. Ik stel voorlopig "terraliben" voor van terra (aarde) en liben (Oudhoogduits, leben, leven, van Germaans libēn)) wat betekent "laat de aarde leven". Terranascient denken is misschien genoeg, maar ik heb het gevoel dat er dringend behoefte is aan een sterke, eenvoudige tegenhanger van ecocide en tierracide. Ik wil triomfantelijk door de lucht kunnen slaan en met duizend anderen "terraliben" roepen, terwijl de terraphthoranen zich bij ons voegen of zich omdraaien om weg te rennen. Er kan veel meer zijn, en het zal gemakkelijker zijn om oude positieve aardse emoties terug te krijgen, en nieuwe te definiëren en te creëren, nu we de meme van het Symbioceen als onze gids hebben. Het is het ideale huis waarin onze positieve emoties kunnen gedijen.

Ghaia en de ghedeist

hoofdstuk 5 Earth Emotions

Gaia en de Ghedeïst

Seculiere spiritualiteit
Ik ben geen spiritueel persoon in religieuze zin, maar terwijl ik door Wallaby Farm en andere locaties dwaal waar ik kan verdwalen, voel ik een affiniteit met de aarde en haar eigen emotionele zwaarte. Ik betreed waar de inheemse bevolking tienduizenden jaren liep. Ik kan hun aanwezigheid voelen als ik over steenmos loop dat mijn lichaamstrillingen absorbeert. Ik heb het gevoel dat ik in de gaten wordt gehouden en mijn acties worden beoordeeld. Mijn gevoelens van cutierria zijn zo dicht bij spiritueel, in de zin van betrekking hebbend op het niet-materiële, als ik ooit krijg, omdat ze mijn volledige onderdompeling in een landschap inhouden, een plek waar ik één ben met al het andere. Ik maak foto's van wezens die in de Wallaby verblijven of er doorheen trekken, en ik probeer mijn beeld op hun ogen te richten. Als ik door de camera obscura een "buitenaards" oog zie, weet ik dat er naar me wordt gekeken door een ander wezen. Die blik dringt door in mijn wezen en ik voel mijn sensuele en mentale verbinding met de eigenaar ervan. We zijn verenigd op dezelfde plek, delen het leven voor een moment, misschien betwisten we het de volgende (als het een giftige slang is). Als de vuurvliegjes rond de donkere schemering op de Wallaby zijn, verhuis ik naar een ruimte die in literaire kringen magisch realisme wordt genoemd. Er is geen magie, maar in een oogwenk van een vuurvliegje is er iets eeuwigs. Onder de Melkweg voel ik me omringd door een biljoen vuurvliegjes en voel ik het patroon, de beweging en de schoonheid van de kosmos waar ik deel van uitmaak. Er zit iets spiritueels in deze gevoelens, en het is een seculier gevoel, niet verbonden met God of goden.

In voorgaande hoofdstukken heb ik gedocumenteerd hoe de mens zich heeft losgemaakt van de natuur en natuurkrachten. In de "grote scheiding" verliezen we ons emotionele kompas met betrekking tot de aarde en de kosmos. Zoals vermeld in hoofdstuk 2, was het Elyne Mitchell die me voor het eerst waarschuwde voor het vitale verband tussen de toestand van de aarde en emotioneel-mentale toestanden. Psychische instabiliteit en solastalgie waren aanverwante begrippen.

Ze werd beïnvloed door Carl Jung, die weliswaar beroemd was als psycholoog en onderzoeker van subjectieve ervaringen, maar ook een wetenschappelijk realist was, in die zin dat hij zag dat alle menselijke emoties en gedachten voortkwamen uit 'de universele bodem' die door alle andere organismen wordt gedeeld. Als gevolg hiervan treedt emotionele vervreemding op wanneer mensen geïsoleerd raken van hun 'wortels'. Jung verwoordde duidelijk het verlies van een oorspronkelijke identiteit met 'natuur' als een bron van het verlies van emotionele energie bij mensen:

Naarmate het wetenschappelijk inzicht is gegroeid, is onze wereld ontmenselijkt. De mens voelt zich geïsoleerd in de kosmos, omdat hij niet meer betrokken is bij de natuur en zijn emotionele "onbewuste identiteit" met natuurverschijnselen heeft verloren. Deze hebben langzaamaan hun symbolische implicaties verloren. Donder is niet langer de stem van een boze god, noch is bliksem zijn wrekende raket. Geen rivier bevat een geest, geen boom is het levensprincipe van een man, geen slang de belichaming van wijsheid, geen berggrot het huis van een grote demon. Geen stemmen spreken nu tot de mens vanaf stenen, planten en dieren, noch spreekt hij tot hen in de overtuiging dat ze kunnen horen. Zijn contact met de natuur is verdwenen, en daarmee ook de diepe emotionele energie die deze symbolische verbinding opleverde.

Jungs analyse van emotioneel verlies past bij het verslag van het verlies van de Australische Aboriginals tijdens de koloniale invasie. We zagen in hoofdstuk 2 dat zodra de fysieke en emotionele verbindingen tussen land en mens zijn verbroken, er niets anders dan onrust en desintegratie plaatsvindt. Ik heb ook betoogd dat de emotionele ontreddering van Aboriginals nu wordt gerepliceerd in niet-inheemse contexten. Nieuwe vormen van invasieve kolonisatie, zoals grootschalige steenkoolwinning, zijn op agressieve wijze het leven van mensen binnengedrongen in plaatsen als de Hunter Valley en Appalachia. Dit proces is nu mondiaal geworden onder de meedogenloze gevolgen van de opwarming van het klimaat. We wonen nu allemaal in een klein dorpje genaamd Bulga dat wordt verwoest door steenkoolwinning terwijl het tegelijkertijd heter wordt.
Elyne Mitchell dacht dat het mogelijk was om onze betrokkenheid bij de natuur te herstellen en onze emotionele of spirituele gezondheid te herstellen. Mitchell sloot haar vooruitziende boek af met een oproep aan haar lezers om een ​​symbiotische beschaving op te bouwen:

In haar non-fictiepublicaties benadrukte Mitchell dat haar basis voor een nieuwe symbiose tussen mens en land uiteindelijk afhankelijk van wat ze afwisselend een landgeist, landgeest, spiritus mundi en de vitale geest noemde. Om zo'n affiniteit met land- of aardegeest te voelen, dacht Mitchell ook dat het 'vreemde ritme en de harmonie die liefde is' niet geïsoleerd is binnen individuele mensen, maar een fractal van liefde is binnen de bredere kosmos. Ik zal hieronder opnieuw ingaan op het concept van liefde.

In wat volgt, zal ik de vroegere Jungiaanse symbolische verbindingen met aardse emoties vervangen door nieuwe symbiotische verbindingen. Ik zal trachten te zien of er een emotioneel "onbewuste" is binnen de symbioment, dat tot bewustzijn kan worden gebracht, en dat bewustzijn onderzoeken als een fundament van het symbioceen. Er is ook liefde, en het idee dat een van de meest intense emoties die we als mens nog steeds in ons hebben, het vermogen is om liefde te ontvangen en te geven. Liefde uit het domein van individuele mensen halen en het naar het rijk van de aarde projecteren, evenals levend, als een 'persoon', is een idee dat door velen wordt gedeeld. Kunnen we van de aarde houden en daarbij banden vormen die zo hecht en sterk zijn dat het bereiken van het symbioceen een wandeling in het park zal zijn? Gezien het feit dat het Symbioceen zo'n revolutionair idee is, zal er wat radicaal denkwerk voor nodig zijn om het in de ideeëntuin te laten doordringen.

Gaia en de Anima Mundi
In 1988 voltooide ik mijn proefschrift in de filosofie over het onderwerp organicisme. In het proefschrift betoogde ik dat er in de westerse filosofie een traditie bestond die de nadruk legde op de organische eenheid van het leven in het algemeen en het menselijke sociale leven in het bijzonder. Het idee van organisch leven, zijn eigenschappen en kenmerken, werd gebruikt als metafoor en conceptuele basis voor alle andere vormen van complexiteit binnen de menselijke samenleving en haar instellingen. Ik voerde aan dat de pre-socraten, de klassieke Griekse filosofen, en vooral de Duitse idealisten zoals G.W.F. Hegel een actieve, doelgerichte en organische kijk op het leven gebruikten om een ​​systematische, organische filosofie te creëren, en een ethiek die aan die kijk verbonden was. Hoe graag ik u ook een samenvatting van het hele proefschrift zou willen geven, inclusief de details van Hegels dialectiek als een filosofische uitdrukking van de vitaliteit van het leven, het was de connectie die ik maakte met de milieu-ethiek van de late twintigste eeuw die relevant is. hier. Ik betoogde:

Het is enigszins ironisch, hoewel bevorderlijk voor de organische eenheid van dit proefschrift, dat een van de meest invloedrijke theorieën die de onderlinge verbondenheid van al het leven in de afgelopen tijd naar voren bracht, de Gaia-hypothese van Lovelock was. De theorie dat de biosfeer een levend organisme is of zich gedraagt, brengt ons terug naar een idee dat aanwezig was in het pre-socratische denken. Het idee dat organische eenheid en orde de hele biosfeer en misschien zelfs grotere domeinen van het realiteitscontinuüm doordringen, brengt de erkenning met zich mee dat het ethische of het goede een "deel" is van de objectieve orde der dingen.

Het idee dat de planeet organisch verenigd is, kan op basis van de nieuwe wetenschap van symbiose worden uitgebreid tot het besef dat de aarde het ultieme symbiotische bioom is. Het leven op aarde, als symbiotisch verenigd, heeft sterk bewijs dat het op alle niveaus van de biosfeer ondersteunt.
Terwijl het bewijs voor een symbiotische biosfeer nu sterk is. Ik zie nog geen dergelijk bewijs voor een symbiotische, levende kosmos. Er is geen degelijk bewijs geleverd voor leven buiten de grenzen van de aarde. Ik ben niet eens overtuigd door het idee van Gaia als een zelfregulerend superorganisme, bezield door symbiose op planetaire schaal. Er is symbiose in en tussen levensvormen, maar niet als een factor die het leven als "Gaia" of de totale aarde aandrijft. Het is om deze reden dat ik met Lynn Margulis een bedenking deel over Gaia die "levend" is en de kenmerken van persoonlijkheid heeft. Ik erken echter dat anderen, geïnspireerd door het idee van Gaia, zien dat het "spirituele" en/of "persoonlijke" kenmerken heeft. Voor degenen die de aarde als levend zien, is het Gaiaanse wereldbeeld meer dan een materialistische uitleg van de manier waarop de wereld werkt; het animisme geeft ons ook een spirituele dimensie aan het leven.
Een concrete toepassing van de Gaia-hypothese ligt op het gebied van ethiek, in het bijzonder voor onze relaties met niet-menselijke wezens. In de voetsporen van Aldo Leopold, en zijn idee om een ​​gevoel van 'verwantschap met medeschepselen' te ontwikkelen, kan een door Gaia geïnspireerde ethiek worden gebouwd op de darwinistische verbinding van soorten die in de loop van de tijd uit een gemeenschappelijke voorouder evolueren, plus een ecologisch en symbiotisch gefundeerd verband. met andere wezens in een gedeelde ruimte. Stephen Clark bracht in het essay "Gaia and the Forms of Life", gepubliceerd in 1983, het nu populaire idee van verwantschap met andere soorten naar het domein van de formele milieu-ethiek. Hij betoogde:

"Het ontwaken van dit gevoel van verwantschap, dit voor jezelf reëel maken dat we bestaan, en alleen kunnen bestaan, als elementen binnen vormen van een voortdurende gemeenschap (niet een geaggregeerde of sociaal samentrekkende menigte van scheidbare individuen) is de realistische analoog van het Kantiaanse " koninkrijk van doelen." De ethische noodzaak zou als volgt kunnen worden weergegeven: "Doe dus alsof uw stelregels tegelijkertijd moeten dienen als universele wet voor alle entiteiten waaruit de wereld bestaat."

Crispin Tickell citeert in het voorwoord van James Lovelock's The Revenge of Gaia uit Lovelock over symbiose als

"een duurzame relatie van wederzijds voordeel voor de gastheer en de indringer." Hij schrijft dat Lovelock beweert dat de enige levensvatbare toekomst is om symbiose te hebben, niet een ziekterelatie, met de rest van de planeet. Tickell stelt dan de vraag: "Hoe bereiken we die symbiose?"

Ik ga in op deze belangrijke vraag door een antwoord te geven op basis van de rol van onze emoties. De rol van positieve aardse emotieszal worden versterkt door ze allemaal in de context van een seculiere land- of aardse 'spiritualiteit' te plaatsen. In plaats van te vertrouwen op een spirituele interpretatie van Gaia, of gepaste spirituele affiniteiten met de aarde getoond door inheemse volkeren, pleit ik voor een nieuw geformuleerde levensspiritualiteit gebaseerd op symbiotische wetenschap die relevant is voor de eenentwintigste eeuw en daarna. Positieve aardse emoties zullen zegevieren over de negatieve, en zullen dit doen door de liefde van het symbioceen te vestigen, bezield door een seculiere vorm van spiritualiteit.

Avatar en sombiokritiek
Voordat ik wat geselecteerde literatuur over liefde en geest ga verkennen, wil ik de film Avatar uit 2009 van James Cameron onderzoeken vanuit het perspectief van sombiokritiek.' Ik pas sombiocentrische kritische evaluatie toe op de hoofdthema's van de film. filmische kwaliteiten, maar vanwege wat het afbeeldt als een fictieve Symbioceense setting met thema's die relevant zijn voor de belangrijkste onderwerpen van dit boek, met name het Antropoceen en zijn koloniserende tendensen.Ik wil mezelf en mijn evaluatie loskoppelen van de filmische kwaliteiten van Avatar.
Sombiokritiek, zoals ik het heb gedefinieerd, is een tak van ecokritiek die alle vormen van creatieve inspanning evalueert vanuit het perspectief van hun bewustzijn van

  • de mate van onderlinge verbondenheid tussen de sociale wereld en de biologische en ecologische systemen die haar ondersteunen,
  • de omvang van de symbiotische onderlinge verbondenheid tussen verschillende soorten wezens op deze planeet;
  • het vermogen om de liefde over te brengen van een gemeenschap van wezens die samenleven op deze aarde (gevoel van verwantschap);
  • en de bijdrage aan het idee van sombiosische ontwikkeling en het doel van samenleven binnen de symbioment.
  • De setting voor Avatar is de maan Pandora, waar een stam van mensachtige soorten, de Na'vi, woont. Een roofzuchtige groep mensen valt Pandora binnen op zoek naar 'unobtanium', een minerale hulpbron die zeldzaam en enorm waardevol is. De Na'vi vormen een belemmering voor de vrije toegang tot unobtanium, en een groot deel van de plot van de film draait om het conflict tussen mensen en de Na'vi. Een diplomatieke band tussen de mensen en de Na'vi wordt gecreëerd in de vorm van een genetisch gevormde "hybride" met de geest van een mens en het lichaam van een Na'vi. De hybride, of 'avatar', kan met de Na'vi communiceren en met hen interageren in hun eigen leefgebied. Het leven op de maan Pandora is georganiseerd rond een combinatie van coöperatief mutualisme, een diepe ecologische visie en symbiose op een grote schaal. Er zijn voorbeelden, binnen de fauna van Pandora, van organismen die wederzijds voordelige symbiotische relaties met elkaar hebben. Maar het is het grootschalige symbiotische mutualisme dat het dichtst bij het huidige wetenschappelijke begrip van symbiose komt, binnen het 'wood-wide-web'. Op een Avatar-website wordt gesuggereerd dat "de bomen en planten van Pandora elektrochemische verbindingen hebben gevormd tussen hun wortels en effectief fungeren als neuronen, waardoor een maanbreed 'brein' ontstaat dat bewustzijn heeft bereikt, wat bekend is bij de Na'vi als Eywa." En om de plausibiliteit van de fictie verder op te bouwen:

    Van wat wetenschappers kunnen zien, werkt en communiceert de Pandora-ecologie als een zenuwstelsel, wat een symbiotische relatie suggereert tussen alles wat met Pandora te maken heeft. Misschien zijn de beste symbolen van deze relatie kleine lichtgevende houtsprites, de zaden van de d'Utraya Mokri, de boom der zielen. De boom is heilig voor de Na'vi en wordt beschouwd als het hart van de diepe verbinding van al het leven.

    Eywa bouwt niet alleen leven op, het kan ook leven teruggeven aan de doden. Het verbindt alle levensvormen met elkaar zodat ze kunnen samenwerken en uiteindelijk de menselijke indringers kunnen bestrijden.

    Er is één scène in de film waar ik me op wil concentreren. De menselijke man, Jake Sully (in avatar Na'vi fysieke vorm) en de inheemse vrouw Na'vi Pandoran, Neytiri, verstrengelen hun grijpbare, gevlochten paardenstaarten of 'wachtrijen'. Omdat deze wachtrijen uitbreidingen zijn van hun neurale systemen, kunnen ze worden gebruikt voor communicatie, samenwerking en verbinding met andere Na'vi, verschillende soorten en de totaliteit van het leven op Pandora. Wanneer Jake en Neytiri de gevoelige ranken aan het uiteinde van hun wachtrijen samenvoegen, is er een zichtbare erotische elektriciteit en wordt hun vereniging gezien en gevoeld als sensueel (mogelijk seksueel) en intens cognitief. Hun symbiotische moment zou ook een manifestatie kunnen zijn van wat "liefde" zou kunnen worden genoemd in bewuste, gevoelige wezens. Men kan stellen dat het volledig verenigen met de ander in een gedeeld leven de ultieme uiting van liefde is. Het is, zoals Hegel het zou noemen, de vervulling van 'identiteit-in-verschil'. Ik denk dat het welsprekender wordt uitgedrukt als de 'symbiotische erotiek'. Door samen te werken, laten Jake en Neytiri het publiek een diepe empathie met de Na'vi ontwikkelen. De film kan gemakkelijk worden gelezen als een allegorie op de benarde situatie van de hedendaagse aarde. In hun roofzuchtige en moorddadige zoektocht naar 'unobtanium'. de mensen die Pandora binnenvallen geven niets om de kenmerkende mensachtige en andere levensvormen. Ze hebben geen echt begrip van hoe de Na'vi en andere levensvormen op Pandora met elkaar verbonden zijn. Ze houden zich bezig met een grote militaire drive voor het uitsterven van alles wat hen in de weg staat. Ze zijn bereid om krachtige technologieën te gebruiken om de "boom vanleven," de zielenboom, om meer materiële rijkdom en macht te krijgen. De mens wordt voor het grootste deel afgeschilderd als een soort zonder empathie voor de grotere krachten die het leven bijeenhouden, en tonen hun bereidheid om oorlog en ecocide om hun doelen te bereiken. Een zeer sombere kijk op de menselijke natuur staat in contrast met de buitenaardse, animistische, pantheïstische en ecologisch "spirituele" mensachtigen. Het is een strijd tussen terraphthora en terranascia.
    Toen de film in de bioscopen draaide, werd opgemerkt dat velen in het publiek terug wilden gaan en het intense leven en de liefdeservaring van de Na'vi voor elkaar en hun Gaiaanse 'levende maan' Pandora wilden herbeleven, onmiddellijk na de film. afgesloten. Velen meldden dat ze 'de blues' hadden ervaren, of wat ik interpreteer als krachtige, negatieve psychoterratische emoties in de vorm van zowel intense nostalgie, het verlangen om 'naar huis' terug te keren, als wat ik een soort virtuele solastalgie heb genoemd, of diepe existentiële nood over de verwoesting van het milieu die op Pandora plaatsvond door toedoen van de menselijke indringers. Mensen waren emotioneel verlaten toen ze "terugkwamen naar de aarde" aan het einde van de film, ondanks het feit dat Pandora alleen in de bioscoop bestond als een verbeterde 3D-brilervaring. Een kijker beschreef deze emoties kort en bondig: "Men kan zeggen dat mijn depressie tweeledig was: ik was depressief omdat ik heel graag in Pandora wilde wonen, wat zo'n perfecte plek leek, maar ik was ook depressief en walgde van de aanblik van onze wereld. wat we de aarde hebben aangedaan. Ik wilde zo graag aan de realiteit ontsnappen.'
    Ik schreef op mijn blog over de psychoterratische dimensies van Avatar. Healthearth, niet lang na het zien van de film in 2010:

    Terwijl de echte wereld wordt verlaten (klimaatverandering, nood aan ecosystemen, enz., enz.), ervaren echte mensen solastalgie. Wanneer ze in Avatar een alternatieve wereld kunnen 'zien', die mooi, divers en complex is, een die voldoet aan hun esthetische, spirituele en ethische behoeften, willen ze erin leven. Tijdens de driedimensionale film ervaren ze een virtuele solastalgie terwijl ze virtuele deelnemers worden aan de poging tot vernietiging en verwoesting van de Na'vi en andere levensvormen in deze ongerepte omgeving... allemaal ter wille van een betekenisloos materialisme. De film wordt voor zulke mensen een existentiële ervaring van negatieve veranderingen in het milieu (gedefinieerd als solastalgie). Aan het einde van de film, wanneer ze moeten accepteren dat zo'n wereld alleen maar virtueel is, ervaren ze er een virtueel heimwee naar en worden ze depressief. De ironie van mensen die eindelijk de waarde van het leven inzien, verschillende manieren om 'mens' te zijn plus de intrinsiek waardevolle complexiteit van niet-menselijke wezens en hun levende systemen via een film over een virtuele wereld en de vernietiging ervan, is mij niet ontgaan.

    Wat de virtuele solastalgie-ervaring van Avatar me suggereerde, was dat diep in veel mensen de empathie zat die nodig was om te communiceren met de coherente en complexe wereld die planeet Aarde ooit vertegenwoordigde voor alle mensen en al het leven. Niet noodzakelijkerwijs een volkomen vredigen harmonieuze plek, maar een die voldoende de krachten van de schepping bevoordeelde boven de krachten van de vernietiging, om het leven en de positieve emoties te laten koesteren en bestendigen. Pandora was een fantasie van een plek die de uitdrukking van psychoterratische emoties mogelijk maakte, zoals solastalgie, nostalgie, solifilie en cutierria. Bovendien stelde mutualisme via symbiotische "eenheid-in-diversiteit" de krachten van het leven in staat om eindelijk de krachten van dood en vernietiging te overwinnen. Ik ben niet de eerste die de verbanden opmerkt tussen aardse emoties en Pandora-emoties, en het psychoterratische leed dat mensen voelen als gevolg van hun betrokkenheid bij de film.
    Mensen die in hun dagelijks leven verbonden blijven met de aarde, hebben deze emotionele empathie niet verloren. Maar misschien kunnen intens stedelijke mensen dit soort oorspronkelijke empathie voor andere levensvormen en de systemen die hen in stand houden, nu pas ervaren wanneer ze het ervaren in een virtuele setting zoals een film. Het suggereert dat er iets fundamenteels en fundamenteels in de psyche van mensen is dat leidt tot de afwijzing van de opzettelijke vernietiging van het leven, en dat een liefde voor het leven en een leven van liefde bevestigt. Zoals gedocumenteerd in het vorige hoofdstuk, heb ik deze bevestiging van het leven 'sombiophilia' genoemd, en het staat naast biofilie in de positieve psychoterratische typologie.
    Sinds de eerste vertoning van Avatar is de toestand van de wereld, volgens alle vormen van symbiomentele maatstaf, alleen maar verslechterd. Machtige bedrijven zoeken nog steeds de wereld af om fossiele brandstoffen te winnen en te verbranden. Plaatsen waar inheemse mensen een traditioneel leven leiden, worden nog steeds "ontwikkeld" en uitgebuit voor nog meer fossiele brandstoffen. Terwijl het Noordpoolgebied smelt, ziet de fossiele brandstofindustrie het eerder als een kans om meer olie te winnen dan als een regelrechte ramp. Klimaatverandering zorgt ervoor dat hele regio's van de planeet onbewoonbaar worden, tot het punt waarop alle vormen van leven moeten "verhuizen" naar veiligere plaatsen. Zelfs degenen in zogenaamde ontwikkelde landen vinden nu dat hun gezondheidstoestand, levensduur, levenskansen en kwaliteit van leven ernstig inferieur zijn aan die van de generatie van hun eigen ouders.
    Terwijl de wereld in een handmand naar de hel gaat, vraag ik me af of er genoeg liefde over is in de wachtrijen van de mensheid om ons te redden van de krachten die dood en vernietiging aandrijven. Welke overblijfselen van een collectieve liefde- en levensbevestigende geest in de mensheid zijn er om de ecocide, vreemdelingenhaat en collectief geweld tegen te gaan dat in veel landen en hun leiders wereldwijd opkomt? Als het niet duidelijk is als massabeweging in de echte wereld, dan was het zeker duidelijk bij enkele van de vele mensen die Avatar bekeken.
    Avatar was duidelijk een sciencefictionwerk. Maar de vooruitgang van de wetenschap achter symbiose op microscopisch niveau heeft de geloofwaardigheid en waarheidsgetrouwheid van de visie van de film op het leven op Pandora vergroot. De film stelt mensen in staat om een ​​mensachtige cultuur te zien die sterk verbonden is met haar symbioment en andere holobionten die het leven delen. Kijkers konden ook zien hoe mensen konden communiceren en verbinding konden maken niet-destructieve manieren, en hoe toekomstige generaties van Na'vi moesten worden gekoesterd door zowel de samenleving als de levensboom.
    De verwantschap, of sumbiophilia, met andere soorten geïdentificeerd via Leopold en de Gaia-hypothese vindt ook weerklank in de relaties tussen Na'vi en niet-Na'vi die in de film worden onderzocht. De liefde voor het leven en het respect voor het leven kunnen ook tussen mensen worden overgedragen in de verenigende kracht van liefde. De levensboom verschijnt als een spirituele verenigende kracht, waar de kracht van eenheid en creatie sterker is dan de kracht van vernietiging. De goede mensen, die zich bij de Na'vi aansluiten bij het verslaan van hun medemenselijke terraftorische krachten, worden als helden beoordeeld. De film toonde ook aan dat er veel manieren zijn waarop een collectief gevoel van niet-materiële of spirituele empathie voor het leven en zijn coöperatieve kant kan worden uitgedrukt, inclusief de samenwerking die nodig is om veldslagen te voeren en het kwaad te overwinnen. Ten slotte, om de samenvattingkritiek van de film compleet te maken: de Na'vi en de organische eenheid die op Pandora worden weergegeven, vertonen alle kenmerken van het proto-Symbioceen, zoals beschreven in hoofdstuk 4. Avatar was een film die het proto-Symbioceen aan het werk presenteerde in een fictieve setting. Dit alles brengt ons terug bij Don Fredericksen en zijn Jungiaanse waarschuwing dat als we onszelf zien en begrijpen als plaatsvervangend medeplichtig aan de poging tot vernietiging van Pandora, we onze eigen persoonlijke terrafthorane neigingen onder ogen moeten zien. Avatar is een film waarin we zien hoe onze eigen soort probeert vele andere te vernietigen. We worden gedwongen om naar het terraftorische in ons te kijken dat we normaal gesproken zouden ontwijken. Geen wonder dat mensen een buitengewoon ongemakkelijke vorm van virtuele solastalgie voelden bij de poging tot vernietiging van Pandora en de levensboom. Ze voelden het omdat ze weten dat ze deelnemers zijn aan hetzelfde archetypische drama dat zich hier op aarde afspeelt. Terug willen naar Pandora in zijn ongerepte staat is een vorm van ontduiking. Het is de moeite waard om Don Fredericksen op dit punt nogmaals te citeren:

    "Maar wetende dat ik weet dat ik niet wil erkennen, levert het meest pijnlijke besef op. Ik bedoel eenvoudig dit: door mijn eigen titanische psychologische register te ontwijken, het misschien op titanische ben mijn eigen psychische huis aan het vervuilen. Dit genereert een innerlijke, zelf gegenereerde vorm van solastalgie, "

    Terug willen keren naar Pandora is een nostalgische oplossing voor deze innerlijke solastalgie, maar het is ook een vorm van identiteit met die krachten die de goedheid en schoonheid van het leven bevestigen. De unie tussen mensen en plaats, de unie tussen mensen en andere wezens, en de unie tussen mensen en andere mensen zijn allemaal aanwezig in Pandora om ons te helpen zien wat we op aarde moeten doen. Avatar is een enorm liefdesverhaal over de vereniging tussen twee individuen, een vorm van erotische symbiose, en de vereniging tussen mensen en plaats, ecologische en culturele symbiose. Het betrekt de menselijke emoties op elk mogelijk niveau, inclusief aardse emoties, dus geen wonder dat het zo'n succes was - zoals het isprequels en sequels zullen zijn als ze ooit gemaakt worden.
    Het is dan ook niet fantasierijk om na te denken over de symbiotische verbindingen tussen soorten, en de intense samenwerking binnen soorten, als een soort empathische levensgeest die alles bij elkaar houdt. Misschien was het een "vleugje" van deze geest die mensen die naar Avatar keken zo sterk voelden. Bovendien moeten we niet zo verbaasd zijn over een dergelijke geestherkenning, omdat de symbiotische empathie in de Na'vi en hun levensboom antecedenten heeft in de hele menselijke cultuur, ook in de eurocentrische mythologie. Elyne Mitchell noemt 'Yggdrasil', de gigantische es in de Noorse mythologie. Het is de boom des levens; het verbindt alle levende wezens via zijn bladeren, takken en wortels en voedt het leven door zijn cycli van leven en dood. De symboliek van de levensboom is terug te vinden in een groot aantal menselijke culturen. Het is duidelijk dat James Cameron iets veel diepers aanboorde dan de moderne symbiotische wetenschap toen hij de plot van Avatar ontwikkelde.

    De liefde voor kleine dingen
    Het gevoel dat er iets groters in het leven is dan een individu heeft mensen zien kijken naar de grootste levende organismen op aarde voor inspiratie over wat de zin van het leven is. Bomen zijn een duidelijk voorbeeld van zichtbare eenheid in diversiteit, een uitstekend voorbeeld van wat de filosoof Hegel de dialectiek noemde, waar de kenmerkende, tijdelijk ver van elkaar verwijderde delen van de plantstructuur - knop, bloesem en vrucht - allemaal samenhangen in een enkele samenwerkende entiteit. Het zijn allemaal 'momenten' van het ene levende wezen dat in de loop van de tijd 'in proces' is. Bomen kunnen ook inspirerend zijn, zoals uitgelegd door John Christie, een schrijver die een erfgoedboerderij in Australië runt. Hij onderzoekt het idee van een oerverbinding met bomen en hun verbinding met empathie:

    In de mythologie is dit de Wereldboom, de 'axus [sic] mundi', het centrum dat de hemel boven met de onderwereld beneden verenigt, het stille punt waaromheen het universum draait. Hier is de boom een ​​centrerende kracht. Vinden we hier troost? Robert Vischer was een Duitse filosoof die eind 19e eeuw de term 'Einfuhlung' (esthetische gevoeligheid) uitvond, later in het Engels vertaald als 'empathie'.
    Dit idee kwam voort uit een ouder concept dat denken en lichamelijk voelen koppelde aan een waardering van objecten. Zo wordt er gezegd dat een lichaam opzwelt als het een hal binnenkomt; het zwaait, zelfs in de verbeelding, wanneer het de wind in een boom ziet waaien. Het is de ervaring van de ritmische continuïteit tussen het zelf en de ander, tussen 'buiten' en 'binnen'. De suggestie hier is dat we het zelf objectiveren in externe, ruimtelijke vormen (in dit geval bomen), het erin projecteren en er analoog mee worden, waardoor subject en object samensmelten.

    Wij worden de boom; ik en de wereld verenigen zich. Bomen, of boomgroepen, zijn dus als botanische kathedralen - spelonkachtig en beschermend en verheffend - en daarom ben ik het eens met Christie, wat betreft mijn concept van eutierria, of een 'goed aards gevoel'. probeert ook dat gevoel van versmelting van subject en object vast te leggen. Ik dacht aan kleinere eenheden van plaats dan de hele wereld, maar waarom niet? Als we ons kunnen inleven in de boom des levens, ermee kunnen versmelten, dan zouden we in een eeuwige staat van eutierria kunnen verkeren.
    We hebben echter tegen de verkeerde boom geblaft als het gaat om aanbidding van grootte. De grootste levende organismen met een aaneengesloten genetische identiteit zijn geen reusachtige bomen of walvissen; het zijn kolossale netwerken van schimmels. In 2007 werd dat inderdaad gemeld

    de ontdekking van deze gigantische Armillaria ostoyae in 1998 luidde een nieuwe recordhouder in voor de titel van 's werelds grootste bekende organisme, volgens de meesten de 110 voet (33,5 meter) lange, 200 ton wegende blauwe vinvis. Op basis van zijn huidige groeisnelheid wordt de schimmel geschat op 2.400 jaar oud, maar zou wel 8.650 jaar oud kunnen zijn, wat hem ook een plaats tussen de oudste levende organismen zou opleveren.

    Hoewel het een interessant nieuwsbericht is, slaagt dit verslag van de "grootste" (en oudste) er niet in om het feit echt te waarderen dat de schimmel is ingebed in een nog groter organisme, het bos, en zijn hele reeks symbiont-biomen. Bovendien, zoals we hebben waargenomen, bevinden zich in de schimmel verschillende soorten symbiont-bacteriën die de schimmel helpen invasieve bacteriële aanvallen te overleven. Deze collectieve entiteit kan, zoals we nu door de plantenwetenschap begrijpen, bomen in een bos met elkaar verbinden, en via de symbiotische schimmel mycorrhizae het wortelnetwerk uitbreiden over honderden vierkante kilometers, en misschien zelfs verder, als we kijken naar de talloze andere symbiotische verbindingen tussen organismen. Misschien waren we ook tegen de verkeerde boom aan het blaffen toen we grootte als kenmerk van het leven beschouwden. Hoewel het gemakkelijk is om van een "grote, machtige god, een reusachtige boom of zelfs een uitgestrekt bos te houden, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om van symbiotische bacteriën te houden in iemands darm en in elke andere opening en elk oppervlak dat we op ons lichaam hebben."

    De grote denkers uit het verleden konden bij het zoeken naar inspiratie onmogelijk het idee opnemen dat op persoonlijk lichamelijk niveau het grootste aantal cellen, biljoenen daarvan, die actieve, levende delen van het menselijk lichaam vormen - ongeveer 90 procent van hen zijn in feite symbiont-bacteriën. Zoals Bassler ons eraan herinnert: "Je hebt 1010 bacteriecellen in je darmen. Je hebt maar 10° menselijke cellen in je hele lichaam. Er zijn dus 10 keer meer bacteriecellen in of op je dan menselijke cellen. In gewicht, je bent meer mens dan bacteriën, omdat je cellen groter zijn, maar in aantallen komt het niet eens in de buurt." We kunnen aan de eencellige bacteriën nog een flink aantal schimmels en virussen toevoegen. We moeten de som van het leven nog ontdekken vormen die bij ons leven in de menselijke holobiont, of het gasthuis dat we het menselijk lichaam noemen.

    Evenmin hadden de grote denkers kunnen vermoeden dat bacteriën, onzichtbaar voor het oog, verreweg de grootste familie-eenheid vormen in de grote levensboom. Als bacteriën en mycorrhizae voor ons zichtbaar waren geweest, zouden Descartes en andere grondleggers van het mechanistische reductionisme zag meteen de noodzaak in van holistische life sciences. We beginnen nog maar net te beseffen dat ons leven in de symbioment een gedeelde regeling is, een wederzijds voordelige relatie tussen holobionts, radicaal verschillende levensvormen die leven en dood gemeen hebben. Alle wezens, groot en klein, zullen samenwerken om hun deel van het leven zo lang mogelijk te behouden.

    We ontdekken zelfs nieuwe plekken waar de grote diversiteit van het leven te vinden is. Nieuw onderzoek heeft ontdekt dat er binnen de aarde nieuwe symbiotische microbiomen zijn. Zoals Gaetan Borgonie en Maggie Lau onthullen:

    Een wijdverspreide misvatting over de diepe ondergrond is dat dit rijk bestaat uit een aaneengesloten massa uniform samengeperst vast gesteente. Weinigen zijn zich ervan bewust dat deze rotsmassa zwaar gebroken is en dat er in veel van deze breuken en breuken water loopt tot kilometers diepte. De diepe aarde ondersteunt een hele biosfeer, grotendeels afgesneden van de oppervlaktewereld, en wordt nog maar pas ontdekt en begrepen....

    Interessanter is dat we afleiden dat diepe microbiële groepen sterke, gepaarde metabolische partnerschappen of syntrofische relaties hebben opgebouwd, die de organismen helpen de uitdagingen te overwinnen van het extraheren van de beperkte energie die afkomstig is van rotsen. In plaats van rechtstreeks met elkaar te concurreren, brengen deze microben een win-win-samenwerking tot stand.

    Nu we weten dat er een diep aardmicrobioom is, suggereert dit dat we extra voorzichtig moeten zijn bij het boren in de aarde. Het naar de aarde duwen van water en chemicaliën op zoek naar gas (fracking) en het vervolgens vrijkomen van enorme hoeveelheden afvalwater brengt een grote verstoring van dit rijk van het leven met zich mee. Waar is de sectie, in de huidige milieueffectrapportages voor fracking, over de impact op diepe symbiotische microben? Het verbreken van symbiotische banden is meer dan een "impact": het is een aanval op een diep fundament voor het leven.
    De volgende grote vraag is hoe we de symbiotische ordening in het leven in het algemeen, en het menselijk leven in het bijzonder, in metafysische termen moeten zien. Om te beginnen moeten we nadenken over onze identiteit. We zijn niet wie of wat we dachten dat we waren. We voelden ons erg op ons gemak bij het idee dat we autonome entiteiten en hoogontwikkelde 'individuen' waren. Geheel terecht zouden we ons nu ontmoedigd moeten voelen!

    Sommige mensen zijn er vrij gemakkelijk in geslaagd om te begrijpen dat ze deel uitmaken van de 'grote' helft van de symbiotische wending in het denken over het leven. Het was zowel vertrouwd als comfortabel om te denken dat we deel uitmaken van iets dat veel groter is dan wijzelf (Gaia), aangezien een dergelijke opvatting consistent is met oudere denktradities. Maar de andere helft, als ik het zo mag zeggen, is om na te denken over wat het betekent om een ​​vitaal onderdeel te zijn van iets dat veel kleiner is dan wijzelf (microbiomen). Onze identiteit en levensloop zijn evenzeer verbonden met microben en microbiomen zoals het is voor macrobiomen (ecosystemen). Onze empathie voor het leven moet groeien, zowel in de aanwezigheid van grote bomen als de aanwezigheid van biljoenen microben die in en op ons leven. Symbiose en empathie, op kleine schaal, zouden geen vreemde bedgenoten moeten zijn.

    Liefde als onzichtbare ondeelbare eenheid
    Naast empathie voor specifieke entiteiten, is er het idee dat, door hele complexe ecosystemen te doordringen, er een verenigende kracht of vitaal kenmerk is dat door iedereen wordt gedeeld. Zelfs hier abstraheren we te veel, aangezien ecosystemen een menselijke fabricage zijn van systeemgrenzen die niet bestaan ​​in de symbioment. Het leven in de symbioment kent geen grenzen of muren.
    Een vroege denker die de taak op zich nam om het leven binnen een grenzeloze ecologisch verbonden entiteit te begrijpen, was Rudolf Steiner. In 1923 creëerde Steiner het concept van "liefdesleven" in relatie tot het leven van bijen. Hij betoogde:

    Dat wat we alleen in onszelf ervaren op een moment dat ons hart liefde ontwikkelt, is eigenlijk precies hetzelfde dat als substantie aanwezig is in de hele bijenkorf. De hele bijenkorf is doordrongen van leven gebaseerd op liefde. In veel opzichten verloochenen de bijen de liefde en daardoor ontwikkelt deze liefde zich binnen de hele bijenkorf. Je zult het leven van bijen beginnen te begrijpen als je eenmaal duidelijk bent over het feit dat de bij leeft alsof ze zich in een atmosfeer bevindt die door en door doordrongen is van liefde... de bij zuigt haar voedsel, dat ze tot honing maakt, uit de delen van een plant die doordrenkt zijn van het liefdesleven. En de bij, als je het zo zou kunnen uitdrukken, brengt het liefdesleven van de bloemen in de bijenkorf. Dus je zult tot de conclusie komen dat je het leven van bijen moet bestuderen vanuit het standpunt van de ziel.

    Het bestuderen van bijen vanuit het standpunt van de 'ziel' kan ruwweg worden vertaald als het bestuderen van bijen in de context van hun relatie tot bloeiende planten en, op zijn beurt, plantrelaties met schimmels, of wat Elyne Mitchell de aardgeest van de bodem zou noemen. Het idee dat bijen 'liefdesleven' vangen en er honing van maken, is een prachtige manier om iets binnen de wetenschap te beschrijven dat erg complex is. Ik zou een verhaal kunnen vertellen over enzymen, suikers, een bijenhoningmaag, microbiomen in die maag, regurgitatie en verdamping, maar dat vermijdt gewoon

    het feit dat bijen het leven in planten via symbiose met schimmels en hun eigen symbiont-bacteriën omzetten in honing. Honing is het levensproduct van een holobiont; honing is meer dan bijen.

    Steiner was een pionier in de studie van organische onderlinge verbindingen en zag leven en liefde in ecologische termen. Hij suggereerde in zijn lezingen over bijen uit 1923 dat om het leven te begrijpen, "je diep moet kijken in de hele ecologie die de natuur te bieden heeft".

    Door te pleiten voor 'liefdesleven' volgde Steiner vele anderen in de geschiedenis van het denken die affiniteiten zagen tussen liefde en leven. Ik suggereerde eerder dat we veel zouden kunnen leren van inheemse mensen over wat aardse spiritualiteit inhoudt. The Dreaming was en is voor mij een vorm van symbiotische spiritualiteit die mensen verenigt met de symbioment en de kosmos. Je "land" zien als je "liefje" betekent dat je ervan houdt. Bovendien, hoewel ze symbiose op microscopische schaal niet kunnen zien of direct ervaren, accepteerden traditionele Aboriginals dat je niet alles hoeft te zien om te weten dat alles met elkaar verbonden is. Wijlen Big Bill Neidjie maakt in zijn educatieve verslag van de traditionele overtuigingen van zijn volk in Arnhem Land, gepubliceerd in Gagudju Man, duidelijk dat onbekende krachten deel uitmaken van wat hij 'heilige plaatsen' noemt. Omdat ik een documentaire over dit project heb bekeken, kan ik tot op de dag van vandaag zijn diepe, aardse, resonerende stem in mijn hoofd horen zeggen:

    Wij lopen op aarde,
    waar wij voor zorgen,
    als een regenboog die er bovenop zit
    . Maar dat iets eronder
    onder de grond.
    kennen we niet
    Je kent het niet.

    Ondanks het feit dat we op weg zijn om veel te 'weten' over het onzichtbare en het ondergrondse, is de bewering van Big Bill nog steeds waar. We kennen de samenstellende delen van de onzichtbare netwerken die samenhangen als een gedeeld leven, maar we zijn nog niet in staat om het leven zelf te definiëren, behalve in termen van een gedeelde levenseigenschap, de biocomunen, tussen ongelijksoortige elementen van een organisch geheel. Misschien is hier niets nieuws aan in zicht.
    Het idee van Steiner, dat het delen van het bezit van het leven een vorm van liefde is, is al lang een thema in het westerse en niet-westerse denken. Andere, oudere culturen hebben ook geschreven over de kracht van een liefdesgeest of -essentie die alle dingen doordringt. De oude Grieken zagen het leven bijvoorbeeld als een strijd tussen de krachten van eenheid en ontbinding. De pre-socratische liefhebber van wijsheid Empedocles schreef over liefde en strijd, en hij beweerde dat alleen wanneer liefde 'in het middelpunt van de werveling staat, alle dingen daarin samenkomen om één te zijn'. In Plato's Dialogen wordt de noodzaak van een evenwicht tussen liefde en strijd besproken, en in het Symposium stelt Eryximachus dat, wil de gezondheid gedijen, "hij die in staat is eerlijke liefde van vuil te scheiden, of de ene in de andere kan veranderen, ... kan de meest vijandige elementen in de grondwet met elkaar verzoenen en hen tot liefdevolle vrienden maken."

    Hegel "verliefd"
    Negentiende-eeuwse filosofen zoals G.W.F. Hegel en Goethe zagen ook liefde als de basis van het leven. Hegels hele filosofie zou kunnen worden gezien als een levensfilosofie, waarin de blauwdrukken voor allerlei niet-mechanische relaties de organische eenheid in levende organismen zijn en de eenheid die we liefde tussen mensen noemen. Hegels fragment 'Liefde', de titel die zijn redacteur Herman Nohl gaf, werd tussen 1797 en 1798 geschreven. In dit vroege werk ontwikkelt Hegel een formulering van organische, levende relaties die zal worden doorgevoerd in zijn volwassen geschriften. Hij begint het fragment over liefde door te pleiten voor de realiteit van relaties: "In feite is niets onvoorwaardelijk; niets draagt ​​de wortel van zijn eigen wezen in zich (subject en object, mens en materie), elk is slechts relatief noodzakelijk; de een bestaat alleen voor de ander.' In de toestand van 'liefde' komt dit relationele kenmerk duidelijk tot uiting. Liefde is volgens Hegel een ware eenheid, aangezien ze 'alleen bestaat tussen levende wezens die gelijk zijn in macht en dus in elkaars ogen levende wezens vanuit elk gezichtspunt; in geen enkel opzicht is de een dood voor de ander'.

    Hegel ziet het mogelijke resultaat van zo'n vereniging, een kind, als het hebben van een ontwikkelingsproces om het binnen een liefdevolle relatie tot eenheid te brengen. In een vroege formulering van de dialectiek beschrijft Hegel deze vorm van ontwikkeling: "Het zaad breekt los van zijn oorspronkelijke eenheid, verandert steeds meer in tegenstelling en begint zich te ontwikkelen. Elk stadium van zijn ontwikkeling is een scheiding en zijn doel in elk is om voor zichzelf de volledige rijkdom van het leven te herwinnen ... Het proces is dus: eenheid, gescheiden tegenstellingen, hereniging.
    Hegel zou in zijn latere geschriften doorgaan met het beschrijven van dit proces van liefde in termen van leven, dan het Absolute, of geest. Maar de 'proces'-filosofie die eraan ten grondslag ligt, is een poging om 'het leven te denken'. Hegels beroemde idee van de 'dialectiek' is de volwassen formulering van deze zoektocht om het leven te beschrijven binnen een 'procesfilosofie'. Ondanks latere, complexere beschrijvingen van de dialectiek, waarvan een groot deel gebruik maakte van organische metaforen, produceerde hij in zijn vroege geschriften een verslag van het dynamische proces dat het leven bezielt. Hegel zegt in ongewoon heldere taal: "In de liefde heeft de mens zichzelf in een ander gevonden. Aangezien liefde een vereniging van het leven is, veronderstelt ze een deling, een ontwikkeling van het leven, een ontwikkelde veelzijdigheid van het leven. Hoe gevarieerder de verscheidenheid in hoe meer het leven leeft, hoe meer plaatsen het zichzelf kan voelen, des te dieper wordt de liefde." tijd. Het is deze eigenschap die de liefde kenmerkt als een soort organische eenheid en van groot filosofisch belang. Hegel, om hem het laatste woord over liefde te geven, zegt dat het "iets is dat tegelijkertijd voelt, d.w.z. in het gevoel van het hart en het object betekent hier een geest die alles doordringt en een enkele essentie blijft, zelfs als elk individu zich bewust is van zijn gevoel als zijn eigen individuele gevoel.
    Ik zal het voorbeeld van Hegel volgen bij het definiëren van liefde als een geest die alles doordringt, als de basis voor een seculiere spiritualiteit, gebaseerd op de symbiose die het leven in al zijn uniciteit en diversiteit verenigt.

    Liefde en symbiose
    Vanaf de twintigste eeuw zijn er maar weinig serieuze discussies geweest over de overeenkomsten tussen liefde en leven. Het idee alleen al dat men de relatie tussen persoon en plaats, lichaam en symbioment zou kunnen beschouwen als vergelijkbaar met die tussen geliefden, lijkt niet relevant te zijn in een wereld die nu geobsedeerd en beoordeeld wordt, voornamelijk door waardeneutrale wetenschap, materialisme en contant geld. waarden. De 'filieën van het leven zijn geneutraliseerd of gecommercialiseerd, terwijl filiafielen, zoals kunstenaars en schrijvers, moeite hebben om een ​​empathisch publiek te vinden voor hun uitdrukking van de' milieucrisis' als een verlies van liefde. Het is misschien veel gemakkelijker voor de media om verzilver solastalgie en depressie en presenteer ze als slachtoffers van de eco-apocalyps.Iedereen wil naar een ramp kijken.
    Zoals vermeld in hoofdstuk 4, ontwikkelde Erich Fromm in de jaren zestig het idee van biofilie, of de liefde voor het leven. Hij voerde aan dat de biofiele persoonlijkheid 'vormt en beïnvloedt door liefde, rede, door zijn voorbeeld' in plaats van door autoritarisme en geweld. De associatieve aard van liefde zal hieronder worden besproken; Fromm neemt biofilie echter mee in elk aspect van de menselijke ontwikkeling, inclusief de persoonlijkheid. Hij beschouwt biofilie als een "totale oriëntatie" op het leven, en zegt dat het voor mannen en vrouwen "tot uiting komt in iemands lichamelijke processen, in zijn emoties, in zijn gedachten, in zijn gebaren; de biofiele oriëntatie komt tot uiting in de hele mens."
    De hedendaagse Welshe schrijver Ginny Battson heeft liefdeslevens verbindingen tussen mensen en elementaire symbiotische krachten binnen biomen expliciet naar een nieuwe dimensie gebracht. Ze schrijft over de netwerken van schimmelhyfen en hun analogie met het idee van liefde:

    Hyphae groeien uit hun "vinger" toppen, de zachtste verkenning in het vinden van een weg naar hun volgende onderlinge verbinding. In een laboratorium kan de groeirichting van hyfen worden gecontroleerd door omgevingsstimuli, zoals het aanleggen van een elektrisch veld. Hyfen kunnen voortplantings mogelijkheden op enige afstand waarnemen en ernaar toe groeien. Hyfen kunnen door een doorlatend oppervlak weven om het te penetreren.

    Men kan de menselijke geest van liefde een beetje beschouwen als de hyfen, in het voelen van partners en het vinden van manieren om verbinding te maken en uit te wisselen door middel van lagen. De liefde zelf gloeit natuurlijk in vele regenboogkleuren. Aristoteles zegt dat liefde bestaat uit een enkele ziel die twee lichamen bewoont. Mycelium is misschien wel de ziel en eenheid van het bos, waar niet slechts twee wezens verenigd zijn, maar velen, en uit liefde voor de hele gemeenschap.
    In de menselijke context is samenwerking tussen mensen een basis voor alle vormen van sociale activiteit. Liefde, empathie en vriendschap zijn in wezen coöperatief van aard en vormen de basis van verdere creatieve en koesterende handelingen. Ons werk als ouders, de intrinsiek onbaatzuchtige aard ervan, helpt het kind opgroeien tot een productieve en zorgzame volwassene. Hetzelfde proces is van toepassing op alle vormen van productief werk, inclusief kunst en industrie. Liefde als coöperatief en associatief is een vorm van culturele symbiose omdat het niet kan worden afgedwongen, maar vrijelijk wordt ondernomen en gedeeld om een ​​groeiend domein van goederen te bereiken. Liefde is de basis voor ethiek.
    Het aanvoelen van de behoeften van anderen is een voorbeeld van liefde, en het wordt vrijelijk ondernomen door degenen die 'verliefd' zijn. Zoals betoogd door de Australische filosoof Eugene Kamenka: "De vrije eigenschap van liefde ligt in het feit dat er geen externe beperkingen of interne illusies en onderdrukkingen nodig zijn om door te gaan als liefde."

    De Ghedeïst
    We kunnen zien dat, voor leven en liefde, beide alleen mogelijk zijn als er verbinding, uitwisseling, creatie, reproductie, verdediging en delen is. Het principe of biocomunen dat het leven in een bos of op de menselijke darm-hersen as bezielt, heeft een patroon dat wordt herhaald in liefde tussen mensen op kleine schaal (tussen geliefden) en op grotere schaal in de soliphilia of "liefde voor de hele gemeenschap" van mensen. Met individuele organismen kan de eenheid worden verbroken door krachten die zich verenigen, zoals giftige stoffen, kankerachtige groei en ongebreidelde infectie. Maar om het leven te laten voortduren, moeten de krachten die het leven creëren en in stand houden, op de lange termijn zegevieren over de destructieve krachten. Dat het leven in het algemeen zelfvernietigend is, is een tegenstrijdigheid die zou eindigen in uitsterven. Er moet meer dan een 'gelijk evenwicht' worden gevonden, aangezien levenskrachten zich manifesteren als organismen en in staat moeten zijn om tot volwassenheid te groeien, reproductieve cycli te voltooien en destructieve krachten op afstand te houden.
    Op grotere organisatieniveaus hebben de wetenschappen van biologie en ecologie ons laten zien dat soorten onderling verbonden zijn op een manier die de gezondheid van hele gemeenschappen in stand houdt. De eigenschap 'gezondheid van het ecosysteem' wordt bereikt, zoals we in hoofdstuk 4 hebben gezien, door de interactie van een divers aantal soorten die allemaal op een gecoördineerde manier samenwerken om een ​​gemeenschappelijk doel te bereiken. Uiteindelijk wordt grootschalige organisatie weerspiegeld in kleinschalige organisatie en vice versa. Op alle niveaus is wederzijdse samenwerking, de symbiose tussen diverse soorten, een groeiend resultaat van evolutie door symbiogenese in de tijd
    . Wanneer diverse organismen en diverse soorten samenwerken, delen ze de biocomunen, de gemeenschappelijke eigenschap van het leven. Geen enkel organisme. op zichzelf kan dit doel bereiken. Bacteriën, planten en mensen werken allemaal onderling samen en 'communiceren' op mysterieuze wijze hun behoeften. Zelfs darmbacteriën communiceren onderling, een proces dat 'quorum sensing' wordt genoemd, om hun vermogen om elkaar en hun symbiont-partner (ons) te coördineren en te helpen, te maximaliseren. Een dergelijk inzicht is ook praktisch omdat het ons helpt te begrijpen dat het herstellen van de schade aan de aarde een coöperatieve onderneming is tussen veel verschillende soorten organismen. Germaine Greer, terwijl ze de complexiteit en gezondheid van ecosystemen herstelde op een aangetast terrein in Cave Creek in het zuidoosten van Queensland, had de verontrustende gedachte dat de taak te zwaar voor haar leek:
    Ik liep naar de plek waar boskalkoenen alle dure mulch hadden geschraapt tot een enorme nieuwe heuvel waarin hun eieren al aan het broeden waren. Al mijn angst ebde uit het geheugen weg. Hoe had ik kunnen denken dat ik hier alleen in zat? Ik had helpers, duizenden, nee, miljoenen, en ook vijf mensen. Cave Creek was tenslotte niet zomaar een antropogeen bioom. We werkten allemaal samen, bacteriën, schimmels, ongewervelde dieren, reptielen, amfibieën, vogels en bomen, plus af en toe een mens.
    Er blijft iets diep mysterieus en vaags over de manier waarop de systemen van onderlinge verbinding werken. We moeten nog uitzoeken hoe 'zij' communiceren met 'ons' en wij met hen. Toch gebeurt het naadloos een miljoen keer, elk moment van elke dag binnen in een menselijk lichaam. Zeker, er is de nervus vagus, gen signalering en chemie, maar het gaat verder dan dat, als een mysterie, de gedeelde biocomunen. Dat mysterie opent ruimte voor een nieuw seculier concept voor de levens affiniteit tussen diverse organismen. Strikt genomen zijn ze niet allemaal onze "verwanten", aangezien we in het geval van bacteriën niet eens weten dat ze er zijn. Trouwens, er zijn er in het ecosysteem met wie ik de verwantschaps status niet wil delen. Verlamming tikt bijvoorbeeld op Wallaby Farm. Het zijn bloedzuigende parasieten die ook hun gastheer kunnen doden. Geen mutualisme hier.
    Als gevolg van het mysterie van de eigenschap van het gedeelde leven, heeft het idee van een seculier woord voor 'geest' mij ook bezig gehouden. Zeer weinig mensen hebben een materiële affiniteit ontwikkeld met de biljoenen organismen die essentieel zijn voor ons leven, maar buiten onze perceptuele fysieke en psychologische grenzen vallen. Afgezien van enige recent verworven kennis dat ons darmmicrobioom van vitaal belang kan zijn voor de fysieke en mentale gezondheid, moeten we de aanwezigheid van onze symbiotische darmflora nog integreren in enige vorm van empathisch of 'spiritueel' rijk. Ik stelde dat de aanwezigheid van de biocomunen binnen holobionts de basis vormt voor een seculiere vorm van spiritualiteit die het onderling verbonden leven tussen alle levensvormen en alle individuele wezens op de levende planeet verenigt. We hebben nieuwe concepten nodig om ons te helpen emotioneel contact te hebben met het hele leven, niet alleen met dat wat groot, spectaculair en direct aanwezig is voor onze zintuigen.
    Er is een oud stamwoord in Indo-Europese talen dat de betekenis vastlegt die ik wil overbrengen. "Ghehd" heeft betekenissen die verband houden met Oud-Engelse en Germaanse woorden zoals "samen", "verzamelen" en "goed". Ik dacht dat een moderne versie van het woord 'ghehd' in een seculiere spirituele context zou kunnen worden opgenomen in de vorm van de 'ghedeïst'. Het woord wordt gevormd met de geest, ghed, en een afkorting van het Duitse "Geist", met zijn betekenissen van geest en geest en affiniteiten in andere talen van een vitale kracht of "levenskracht". Het neologisme "ghedeist" werd dus door mij gecreëerd om een ​​seculier positief gevoel voor de eenheid van het leven te verklaren, en de intuïtie, nu ondersteund door de wetenschap, dat alle dingen met elkaar verbonden zijn door het delen van een levenskracht. Mijn definitie van de "ghedeïst" is het bewustzijn van de geest of kracht die de dingen bij elkaar houdt, een seculier gevoel van onderlinge verbondenheid in het leven tussen het zelf en andere wezens (menselijk en niet-menselijk) en hun samenkomen om te leven in gedeelde aardse plaatsen en ruimtes , inclusief ons eigen lichaam. Het is een gevoel van intense affiniteit en gevoel van empathie voor andere wezens die allemaal een gezamenlijk leven delen. Het is een gevoel van diepe verbondenheid met het grootse project dat we leven noemen.
    We hebben geen "geloof" meer nodig om te geloven in iets waarvan we normaal gesproken geen direct zintuiglijk bewustzijn hebben, omdat we via microscopische technologie daadwerkelijk symbiose aan het werk kunnen zien in microbiomen. Opleiding en ervaring om symbiotische spiritualiteit te begrijpen, kunnen nodig zijnplaats grotendeels door onderdompeling in de natuur op grote schaal, en onderdompeling in het microscopische door het gebruik van zintuiglijke technologie. Een deel van deze technologie kan digitaal worden verbeterd, vooral wanneer sciencefictionfilms zoals Avatar een model bieden van hoe mensen in de aanwezigheid van symbiotisch verbonden leven in drie dimensies kunnen worden gebracht. Een eerdere film, Fantastic Voyage (1966), nam een ​​team van geminiaturiseerde mensen mee in een geminiaturiseerde onderzeeër naar de beschadigde hersenen van een mens om vitale reparaties aan de neurale circuits uit te voeren. Ik kan me een driedimensionale educatieve reis door de darm voorstellen die de kijker van een startpunt bij de mond en het orale microbioom door het spijsverteringskanaal voert en vervolgens via de anus verlaat. Onderweg maken we kennis met de darmflora en de goede bacteriën die ons gezond houden. Ook maken we kennis met de slechte bacteriën en zien we hoe ze door het lekkers worden verslagen of geneutraliseerd. Zou de film Journey to the Bottom of My Body een blockbuster kunnen worden? Auteurs van kinderboeken zouden het hele verhaal over het symbiotische microbioom kunnen omzetten in eennieuw genre.

    Ghedeïstische ethiek
    De associatieve aard van het leven, het feit dat het leven integratie met ander leven vereist om te kunnen bestaan, geeft een praktische kant aan het idee van de ghedeïst. We moeten soms weten in welke richting we moeten gaan, en het oude 'goede' in de ghedeïst biedt een zekere mate van leidraad. Onthoud dat "ghehd" betekenissen heeft die verband houden met verenigen, samenkomen, verzamelen en goed doen. Dit is precies wat de symbiotische wetenschap heeft ontdekt als fundament voor het leven in de eenentwintigste eeuw.
    In de symbiotische wetenschap hebben we gezien dat samenwerking zoveel mogelijk uit de aarde haalt om het leven uit te breiden en te verlengen (om te groeien) en om de krachten te verslaan die dingen uit elkaar trekken en ziekte en dood veroorzaken. Het leven is, zoals ze zeggen, een strategie die zich verzet tegen entropie en verval. Er bestaat niet zoiets als afval in de symbiose van het leven. Alles wat leeft, of ooit leefde, wordt geconsumeerd en 'gerecycled' als leven. Schimmels zoeken en delen schaarse elementen en mineralen die plantenwortels niet kunnen vinden; bacteriën accepteren en helpen ons voedsel te verwerken en krijgen in ruil daarvoor voedingsstoffen, reguleren de bloeddruk en beschermen ons tegen de bacteriën die ons anders zouden vernietigen.
    Het grote ethische drama van Terraphthora en Terranascia is het verhaal van het leven. Om het leven te laten voortduren, moet terranascia op de lange termijn zegevieren, ondanks alle krachten van willekeurige rampen en berekende predatie die ertegen zijn gericht. De wisselvalligheden van het leven kunnen bestaan ​​uit de asteroïde die morgen inslaat, een toevallige ontmoeting met een mensenetende tijger of in contact komen met vleesetende bacteriën. Deze gebeurtenissen en wezenszijn ongetwijfeld slecht voor degenen wier leven door hen wordt gedoofd. Het zijn echter zeldzame gebeurtenissen in vergelijking met het overweldigende aantal en de omvang van aardwetenschappelijke gebeurtenissen die plaatsvinden in de normale loop van het leven. Na de ramp, wanneer het leven opnieuw wordt ingesteld, blijft het complexiteit en verenigde diversiteit opbouwen. Terranascient krachten zijn goed, terrafthora krachten zijn slecht. Terranascient krachten werken samen om het leven in symbiotische relaties te beschermen. Terraphthoraanse krachten proberen niet alleen andere levensvormen te vernietigen, ze zullen zich ook tegen elkaar keren.
    We hebben al een context waar dit soort persistentie te vinden is. Het is de manier waarop de menselijke geest werkt. De Australische filosoof John Anderson legt uit wat volgens mij de parallellen zijn tussen de werking van het leven en de werking van de menselijke geest:

    Maar hetzelfde kan gebeuren in de geest van een persoon, wanneer een conflict wordt opgelost en een nieuw soort activiteit ontstaat met behulp van bepaalde blijvende motieven of gevoelens. Dit is het proces van sublimatie, waarbij het ene motief voor het andere een uitdrukkingsmiddel vindt, het een taal verschaft, zijn eigen ideeën als doelstellingen vooropstelt. Dit is ook het proces van opvoeding. Men zou dus kunnen stellen dat alle goede motieven dit overdrachts- of omzettingsvermogen hebben, waardoor uit tot nu toe gedissocieerd materiaal een nieuw motief wordt gevormd dat kan samenwerken met het goede motief. Goedheid is associatief, kwaad is dissociatief; Goederen hebben een gemeenschappelijke taal, kwaad niet.
    Ik ben het niet eens met Anderson dat, in de geest van Freud, het kwaad weliswaar een gemeenschappelijke taal heeft, maar het is de taal van isolatie en dood. Thanatos, necrofilie en terraphthora zijn slechte drielingen. Het doodsinstinct en necrofilie zijn echter doodlopende wegen in zowel de symbioment als de geest. Hun overwicht is altijd van korte duur.
    Naast persoonlijke contexten kunnen zowel deugd als het kwaad manifest worden gevonden in sociale bewegingen waar individuen met elkaar samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken. De deugd boekt vooruitgang zonder de onderdrukking van anderen, terwijl het kwaad slechts tijdelijke 'vooruitgang' boekt ten koste van anderen en, op de lange termijn, van zichzelf. Het kwaad faalt voortdurend voor de test van universaliseerbaarheid, aangezien er altijd tegenstellingen en conflicten duidelijk zijn in de toepassing ervan. Het is moeilijk voor te stellen dat een samenleving (welke samenleving dan ook) blijft bestaan ​​als het kwade op de lange termijn het goede overheerst. Zoals Kamenka betoogt, werken goederen "met elkaar samen en vertonen ze interne vooruitgang en ontwikkeling op een manier dat kwaad niet kan samenwerken en vooruitgang kan boeken". In deze doctrine kan er hoop zijn dat dissociatieve en anti-levenskrachten in de politiek uiteindelijk met elkaar in gevecht zullen gaan en associatieve, solifiele krachten overlaten om door te gaan met het groeien van het leven.
    Er is dus in de wereldorde een parallel met de associatieve en dissociatieve kwaliteiten die aanwezig zijn in psychosociaal goed en kwaad. Ethiek,in de symbiomentale context, houdt zich bezig met het koppelen van associatieve psychosociale attitudes en institutioneel ontwerp aan de patronen. van symbiotisch afgeleide orde te vinden binnen levenssystemen. Deze organische verbindingen kunnen voorkomen in persoonlijke reflectie, sociale bewegingen en uiteindelijk in instellingen die zelfbepaalde, zelforganiserende en zichzelf in stand houdende vormen van symbiotische organische orde zijn. Laat deze elementen vrij spel, en je krijgt het Symbiocene.
    Het idee dat organische eenheid en orde alle leven in de biosfeer doordringen, brengt de erkenning met zich mee dat het ethische of het goede is ingebouwd in de objectieve orde der dingen op bioomschaal. Het identificeren van het potentieel voor goed (associatieve, organische, symbiotische orde) van kwaad (dissociatieve, uitbuitende, parasitaire stoornis) in de mondiale context is de belangrijkste taak die de ethiek op zich kan nemen.
    Ethiek is het sociale equivalent van de fundamentele symbiotische relaties die in andere delen van het symbioment ontstaan; het is een sociale strategie die zich verzet tegen sociale entropie en wanorde. Een dergelijke strategie wordt steeds belangrijker naarmate de mens overgaat van een tribale, patch-verstorende en lokale soort naar een onderling verbonden mondiale soort, en vervolgens, zal ik betogen, naar symbioceenstammen binnen het symbioceen (zie hoofdstuk 6).
    Hoewel onze evolutionaire erfenis soms het dissociatieve vereiste in relaties tussen en tussen soorten, moet het ook een centrale plaats hebben gehad voor het coöperatieve en het associatieve (seks, voortplanting, koestering, opvoeding). Er staat nu te veel op het spel om de parasitaire en egoïstische kijk op de evolutie toe te staan ​​om een ​​'hard-wired' individualisme te laten gelden boven symbiotisch verworven samenwerking en wederzijdse hulp. De generatie van positieve, associatieve, ghedeïstisch-organische en fluministische ethiek vanuit een wereldwijd verbonden menselijke cultuur moet in duidelijk contrast worden geplaatst met het zelfzuchtige, terraftorische alternatief.
    Als een van de best verkochte films aller tijden, lijkt Avatar steeds meer op een documentaire over de menselijke benarde situatie op aarde. Ecologische en biologische wetenschap blijven bewijzen dat de toestand die we leven noemen, aan de basis ligt van grootschalige symbiose binnen organismen en tussen soorten. Zonder symbiose zou het complexe leven zoals wij dat kennen niet kunnen bestaan. Onderling verbondenheid en delen zijn de norm, isolatie en niet-verbondenheid zijn voorbode van de dood.
    We hebben gezien dat de kenmerken van de fictieve maan Pandora eigenlijk een wetenschappelijke basis hebben, meer expliciet gemaakt in wetenschappelijke ontdekkingen in plant-plant communicatie, plant-schimmelnetwerken en onderzoek naar het bioom van de mens, sinds de film werd gemaakt. De spirituele en liefdevolle eigenschappen van de Na'vi-natuur waren volledig gebaseerd op een naturalistisch ecosysteem dat ook dat gevoel vanverbonden leven en liefde. Hun sociale leven was gebaseerd op sumbiophilia en soliphilia - de culturele en 'politieke' uitdrukking van symbiose. James Cameron had voor hen hun eigen proto-symbioceen gecreëerd.

    Mensen, biologisch afgestemd op zo'n verenigende levenskracht, voelden de emoties om zich ermee te verbinden en, toen de film voorbij was, onthechting van zijn prachtige aantrekkingskracht. Dergelijke emotionele gevoelens worden scherper wanneer we het grimmige besef krijgen dat Pandora een fictie is en dat we tot nu toe geen enkel bewijs hebben gevonden dat er ergens anders leven bestaat dan hier op aarde.
    Er vindt een soortgelijk proces plaats met het Antropoceen. Terwijl zijn allesomvattende kracht het leven op aarde uitdooft en verstikt, ervaart de levensvorm die we 'mens' noemen een dissociatieve invasie. Deze keer is het niet mens versus Na'vi, maar mens versus mens (en de rest van het leven), allemaal in de zoektocht naar 'unobtainium'. We zijn een soort die in oorlog is met onszelf en alle levende vormen waarmee we de aarde delen. Er is een versplintering van de gemeenschappelijke levensgeest, en ik betoog dat we dit allemaal op verschillende manieren voelen. De negatieve aardse emoties die bij mensen worden gevoeld, zijn allemaal symptomen van het leven dat uit elkaar wordt gescheurd, globale koyaanisqqatsi of het uiteenvallen van het leven.
    Samen met de materiële ineenstorting van het leven en zijn vitaliteit, is er ook de ineenstorting van wat we eens een spirituele dimensie zouden hebben genoemd. Terwijl elke gedeelde kruising in de ghedeïst van het leven wordt uitgedoofd, terwijl elke holobiont biocomunen wordt weggevaagd, ervaren we een afname van onze persoonlijke en collectieve identiteit. Naarmate de zesde grote uitsterving vordert, voelen we dat we dichter bij de zevende grote uitsterving komen... onszelf. Ik voel dit verlies aan integriteit wanneer de laatste West-Afrikaanse zwarte neushoorn wordt neergeschoten vanwege zijn hoorn, of wanneer het lichaam van een kleine jongen, Alan Kurdi, een vluchteling, alleen aanspoelt op de oevers van de Middellandse Zee. De ghedeïst verbindt ons allemaal.
    Georganiseerde religie heeft nooit een hypotheek gehad op spiritualiteit, maar is in het verleden een krachtige bemiddelaar geweest van de betekenis ervan. Te laat, terwijl veel vormen van niet-menselijk leven van de aardbodem verdwijnen, hebben de leiders van veel religies opgeroepen tot grotere inspanningen om te behouden en te beschermen wat we nog over hebben van de 'schepping'. Paus Franciscus is in dit opzicht een groot leider van de katholieke kerk. Naar mijn mening heeft spiritualiteit, als de menselijke zoektocht naar betekenis, echter de grote boom, de grote kerk en de 'grote man' kijk op het leven al verlaten. Het is teruggekeerd naar waar het allemaal begon: samenwerking en associatie tussen de kleinst mogelijke eenheden van het leven. Dat het leven kan groeien en evolueren vanuit zo'n bescheiden begin, om nu zijn menselijke vorm te laten ontdekken hoe het allemaal is gebeurd, is op zich al spiritueel. Het geeft royaal betekenis aan hoe mensen zouden moeten leven.
    De symbiotische wending in ons denken haalt ons uit de formele religie, uit het reductionisme, uit het patriarchaat, uit het economisch liberalisme,uit autopoiese, en uit het idee van het autonome individu. 48 Ten slotte zijn we bevrijd van de dominante ideeën die ons ertoe hebben gebracht te denken dat we gescheiden zijn, of moeten scheiden, van de rest van de individuele levensvormen. We kunnen die scheiding niet langer verontschuldigen of rechtvaardigen. Het leven is een coöperatieve onderneming die bij elkaar wordt gehouden door associaties van verschillende levensvormen die gedurende miljoenen jaren samen zijn geëvolueerd. Mensen zijn gewoon een recent voorbeeld van grootschalige symbiose in actie, terwijl we deze aarde bewandelen dankzij onze darmbacteriën.
    Spiritualiteit hebben zonder religie kan voor velen een opluchting zijn. Ik heb het gevoel dat het al lang had moeten gebeuren, aangezien leerstellige geest in het rijk van de andere wereld nu is vervangen door de ghedeïst in deze wereld, in elk hoekje en gaatje. De ghedeïst zit in elk levend wezen en als je ervoor openstaat, kun je het overal en in jezelf voelen. Het wordt tijd dat we houden van wat en wie we zijn.

    De psychoterratica in het Antropoceen

    De psychoterratica in het Antropoceen

    Negatieve aardse emoties
    Emoties zijn primaire en oerkrachten die ons tot actie aanzetten. Zoals eerder uitgelegd, is het woord 'emotie' afgeleid van het Latijnse emovere, storen, waarvan de oorsprong movere is, bewegen. Toen ik het concept van solastalgie eenmaal had bedacht en het geleidelijk aan zag groeien als een gewaardeerde bijdrage aan de breed gedefinieerde literatuur over geestelijke gezondheid, werd ik me ervan bewust dat het binnen een veel groter bereik van vergelijkbare emoties en concepten moest passen. Wat ze allemaal gemeen hadden, was een psychische of emotionele toestand die verband hield met de specifieke toestand van iemands biofysische omgeving.

    Emotionele ervaringen die verband houden met de toestand van de aarde zijn al lang besproken, afgebeeld, geprezen en betreurd in kunst, poëzie en natuur literatuur, maar net als bij de kloof in onze taal die wordt geïdentificeerd door solastalgia, waren er maar heel weinig reeds bestaande precieze woorden in het Engels, anders dan 'nostalgia', die ik kon identificeren als behorend tot deze conceptuele, emotionele familie. Ik begon deze situatie recht te zetten door deze gevoelens en emoties te benoemen. Ik beschouw deze reeks gevoelens en emoties als onderdeel van het volledige spectrum van menselijke gevoelens, maar ik beweer niet dat ik andere soorten menselijke emoties probeer te beschrijven.

    Mijn inzicht was dat zowel positieve als negatieve emotionele toestanden kunnen worden beschouwd als een familie van emoties, waarbij elke toestand kan worden gedefinieerd door een samenhangend concept. Ik heb de 'nieuwe' gebieden van de 'psychoterratica' en de 'somaterratica' gecreëerd om de relatie tussen de aarde en fysieke en mentale gezondheidstoestanden uit te leggen. De psychoterratica gaat over de gezondheidsrelatie tussen de psyche en de biofysische omgeving (terra = de Aarde), terwijl de somaterratica gericht is op de gezondheidsrelatie tussen het lichaam (soma = het lichaam) en de biofysische omgeving.

    Somaterratische gezondheid
    Voorbeelden van negatieve somaterratische gezondheidsproblemen zijn het effect van arseen in het drinkwater op mensen die putten gebruiken die zijn geboord in arseen rijke aarde en water waardoor mensen ziek worden. De negatieve invloed van diesel vervuiling en andere vormen van fijnstof op de gezondheid van de menselijke luchtwegen is een ander voorbeeld. De impact van klimaatverandering kan ook worden gezien als een voorbeeld van een somaterratische impact op de gezondheid: naarmate de temperatuur wereldwijd stijgt en hittegolven extremer worden, zal overlijden door hittestress waarschijnlijk vaker voorkomen. We hebben dit de afgelopen vier jaar al zien gebeuren in plaatsen als India, waar hittegolven minstens 4.620 levens hebben geëist. Hoewel ik erg geïnteresseerd ben in deze gezondheidsgebieden, laat ik dit onderzoek over aan medische experts en burgerwetenschap activisten.

    Aan de positieve kant van somaterratische gezondheid zijn onderzoeken die de gezondheidsvoordelen aangeven van onderdompeling in natuurlijke omgevingen. Het idee van "aarding" (of aarding) in de vorm van direct huidcontact met de grond is een onderbelichte positieve somaterratische toestand. De werken van Jules Pretty en Richard Louv ondersteunen de gezondheidsvoordelen van een "dosis natuur" in het recept voor het leven. Pretty vat het belang van deze vorm van ondersteuning voor gezondheid samen:

    Aan de Universiteit van Essex hebben we 15 jaar gewerkt aan hoe de natuur mentale en fysieke gezondheidsvoordelen oplevert. We noemen dit 'groene oefening'. Het werkt voor alle mensen, jong en oud, rijk en arm, alle culturele groepen, in alle groene omgevingen, of het nu gaat om een ​​stadspark of een natuurreservaat, wild of gecultiveerd, klein of groot. We hebben aangetoond dat een dosis van vijf minuten natuur onmiddellijk welzijn brengt. Alle activiteiten werken ook, en de meeste mensen krijgen een extra voordeel van sociale betrokkenheid - dingen samen doen.

    Ik sta volledig achter ervaringen zoals "bosbaden" (shinrin-yoku) die het lichaam de elementen teruggeven die het nodig heeft voor fysieke gezondheid, bijvoorbeeld verbeterde zuurstofniveaus. Ik doe dit op mijn eigendom in Duns Creek. De subtiele combinatie van bomen, stromend water, wind en vogelgezang geven mijn lichaam alles wat het nodig heeft om te rusten en zijn energie te recupereren. Er zijn natuurlijk positieve voordelen voor de geestelijke gezondheid van bosbaden, maar dat komt in het volgende hoofdstuk.

    Ondanks het toenemende belang van somaterratische gezondheid, voelde ik me het meest in staat om iets nieuws bij te dragen aan het psychoterratische gezondheidsdomein. Solastalgia was een begin, maar er was meer te doen, aangezien, zoals E. O. Wilson ooit schreef, mensen 'lange afstanden zullen afleggen om langs de kust te wandelen, om redenen die ze niet onder woorden kunnen brengen'. Ik voelde de behoefte om deze redenen en hun taalkundige emotionele correlaties onder woorden te brengen, want we bevinden ons in een tijd in de geschiedenis waarin met name de aanwezigheid van positieve psychoterratische toestanden niet langer als vanzelfsprekend kan worden beschouwd.

    Rauwe psychoterratische emoties
    In het verleden konden deze Wilsoniaanse positieve psychoterratische ervaringen vrijelijk in de wereld worden ondernomen. Ze waren bijna overal gemakkelijk te krijgen, dus we hadden geen echte behoefte om ze onder woorden te brengen. Nu kan een persoon echter tijdens een wandeling langs een strand op een (ooit) ongerepte locatie in een afgelegen gebied worden geconfronteerd met duizenden stukjes plastic die op de kust zijn aangespoeld of een olievlek, compleet met dode vogels en zeedieren. Zoals Bill McKibben opmerkte in The End of Nature, verandert de betekenis van de natuur wanneer puur gevoel niet langer de ervaring van wild land of een ongerept meer beheerst, en onverenigbare menselijke invloeden binnendringen. Hij betreurt het verlies van puur gevoel wanneer zijn plaatselijke meer "wordt binnengevallen door motorboten":

    Een paar zomerhuizen clusteren aan het ene uiteinde, maar meestal is het [het meer] omgeven door wild staatsland. Doordeweeks zwemmen we heen en terug, een tocht van misschien veertig minuten - genoeg tijd om alles te vergeten behalve het gevoel van water om je lichaam en het kabbelende, gespierde plezier van een harde trap en het trekken van je armen. Maar in het weekend zal er steeds vaker iemand een boot meenemen om te waterskiën en het meer op en af ​​varen. En dan verandert de hele ervaring, verandert totaal... Het is dat de motorboot in je opkomt. Je wordt gedwongen te denken, niet te voelen, te denken aan de menselijke samenleving en aan mensen. Het meer is nu totaal anders, net zoals de planeet nu totaal anders is.

    Het vermogen om "alles te vergeten" en alleen te leven in een wereld van gevoel en onmiddellijke ervaring is iets dat mensen over de hele wereld ooit vrijelijk konden ervaren. Voor het grootste deel kan het vergeten in goedaardige omgevingen een prettige en stressvrije ervaring zijn. In omgevingen die gevaarlijke wezens bevatten, kan men ook vrijelijk een vorm van angst ervaren. De angsten en ongerustheid komen echter voort uit de ervaring van de wilde natuur en, als onderdeel van onze evolutionaire geschiedenis, hebben mensen een element van angst als een normale levenservaring.

    Ik heb angstervaringen op Wallaby Farm, aangezien ik naast twee van de meest giftige slangen ter wereld leef. De oostelijke bruine slang (Pseudonaja textilis) staat bekend als de op een na meest giftige land slang ter wereld. Ik woon te ver weg van een ziekenhuis en tegengif om een ​​beet van deze slang te overleven. "Mijn" Eastern Brown is ongeveer twee meter lang en we zijn elkaar een aantal keer tegengekomen op ons terrein. Van dichtbij heb ik in de ogen van deze slang gekeken en hij in de mijne. We weten allebei dat we elkaar zouden kunnen vermoorden, dus er is een ongemakkelijke wapenstilstand. Ik weet ook dat deze slangensoort agressief kan zijn en zal aanvallen. Hij weet niet dat ik een pacifist ben en liever geen conflict tussen slang en farmosoof zou hebben. Mijn angst tijdens het rondlopen op de boerderij wordt versterkt op een hete zomerdag, als ik het weet dat "slangetje" zal buiten zijn, warm, jagend, actief en snel. Ik heb het een paar keer verrast, en we schrokken allebei toen het moment om te vechten of te vluchten een fractie van een seconde was. Ik mazzelde.

    Dit zijn rauwe emoties, rauwe gevoelens van leven en het leven op het scherpst van de snede ervaren. Maar hoewel het deel uitmaakt van onze evolutionaire achtergrond, is een dagelijkse angst voor slangen aan het verdwijnen, aangezien over de hele wereld gevaarlijke slangen worden gedood of 'verplaatst'. Mensen die in steden en stedelijke gebieden wonen, komen normaal gesproken geen enkel giftig reptiel tegen. Ze leven in een slangloze wereld en hebben de relevantie verloren van het hebben van een oerangst of angst voor slangachtigheid. Voor deze mensen is het verlies van slangen een dimensie van het 'einde van de natuur'.

    McKibbens argument dat 'de natuur is geëindigd', is ook een poging om ons onze eigen schuld te laten inzien in de verandering van kleinschalige lokale en endemische effecten naar grootschalige en mondiale effecten. Mensen hebben de planeet nu met zo'n kracht ontwikkeld, en met zulke alomtegenwoordige technologieën, dat het niet langer mogelijk is om alleen te zijn in de onbemiddelde natuur. De jet contrail boven je hoofd, de onzichtbare nucleaire neerslag, jetski's, helikopterbladen die luidruchtig door de lucht hakken en, natuurlijk, bewijs van menselijke bewoning in de vorm van afval - alles ontkent de wilde natuur. Plastic neemt nu de vorm aan van... alles! De menselijke aanwezigheid begint al het andere te overweldigen wanneer de natuur het zwijgen wordt opgelegd in de androfonie of antroponie, en de antropogene transformatie van de hele aarde.

    Emotionele dood
    In dit hoofdstuk worden de negatieve psychoterratische emoties en gevoelens over deze transformatieve processen besproken. Ik schrijf eerst over deze negatieve gevoelens, omdat mensen nu kunnen voelen dat er iets mis gaat met onze emotionele relatie met de aarde. We zijn overgegaan van ons zorgen maken en ons zorgen maken over intens lokale transformatie naar angsten die nu mondiaal zijn. Naarmate mensen als soort krachtiger worden, worden onze effecten, vooral op onszelf, ook sterker, zozeer zelfs dat er een soort emotionele dood met respect voor de natuur plaatsvindt.

    De emotionele dood waar ik aan denk, vindt plaats wanneer sommige mensen niet eens meer reageren op het einde, de dood of het verlies van de natuur. Er is geen emotionele aanwezigheid om te getuigen, aangezien alle resterende biota worden genegeerd als irrelevant voor de levensprojecten van individuele mensen. Met technologische isolatie van de rauwe natuur in het digitale tijdperk, wordt deze vorm van emotionele dood gemeengoed. Afgeleid door bijvoorbeeld he klein scherm, mensen merken de natuur niet meer op. Het is niet langer fysiek of conceptueel daarbuiten: het bestaat in feite niet meer. Ik kreeg inzicht in deze vorm van emotionele dood toen ik het boek The Peregrine van J.A. Baker las. In een van de zeldzame passages waarin Baker een andere menselijke aanwezigheid in het landschap erkent, valt hem iets belangrijks op:

    Mist opgetrokken. Het estuarium verhardde in vorm, doorsneden door de oostenwind. De horizon schitterde in de zon. Eilanden groeiden op het water. Om drie uur liep een man langs de zeewering, wapperend met kaarten. Vijfduizend bonte strandlopers vlogen laag landinwaarts, zes meter boven zijn hoofd. Hij zag ze niet. Ze lieten een waterval van schaduw over zijn onverschillige gezicht vallen. Ze regenden landinwaarts weg, als een horde kevers glinsterend van gouden chitine.

    Het blijft me verbazen dat er in een plaats als Oost-Australië ontelbare duizenden migrerende geelkophoningeters (kleine zangvogels) overvliegen terwijl ze in de herfst naar het noorden trekken. Ze zijn ook luidruchtig, met hun "tikken" en "tokken", terwijl ze met elkaar kletsen tijdens hun reis. Maar net als de man van Baker op de zeedijk, merkt niemand ze op, niemand hoort ze. Mensen zijn doof voor de ornifonie. Het zou het beste kunnen zijn dat iemand op een heldere herfstdag kan zien en horen, vijfduizend blije gele gezichten, maar ze kunnen net zo goed niet bestaan. Zelfs geen kleine, tijdelijke schaduw op het smartphonescherm registreert als een ander delicaat leven onderweg. De omringende vogelroep wordt niet eens gezien als de ring van een andere smartphone. Ze horen... niets. Ze zien... niets. Hun zintuigen en hun emoties om verbinding te maken met het leven buiten de Anthropos zijn gestorven.

    Voor degenen die zich bewust zijn van dit proces dat zich voordoet, is emotionele ziekte die onverbiddelijk leidt tot aardse emotionele dood iets dat moet worden vermeden. De negatieve psychoterratische ervaringen in het leven worden als negatief ervaren omdat hun "eigenaren" nog steeds van het leven houden, nog steeds het leven en de natuur in hun eigen leven willen hebben. Ze laten anderen ook de vlucht van de honingeters zien in de hoop dat milieueducatie transformerend is.

    Ik zie de uitersten hier als drie of misschien vier verschillende soorten natuur die nodig zijn om uit te leggen waar mensen zijn met betrekking tot hun ervaring van de natuur en het leven. Er is de 'eerste natuur', waar, wat betreft de zwemmende McKibben, het zelf en het lichaam volledig versmelten met de grotere krachten van de aarde. Er is een 'tweede natuur', waar mensen nog steeds gedeeltelijk verbonden zijn met de eerste natuur, maar hun eigen technologisch gemedieerde aarde smeden. En dan is er de "derde natuur" waar, wat de natuur ook is, het normaal gesproken niet langer deel uitmaakt van een volledig technologisch gemedieerde menselijke ervaring. Er is een verhaal van betrokkenheid, vervreemding en vervolgens scheiding van mens uit de natuur vindt hier plaats. Er is natuurlijk een 'vierde natuur', waar reïntegratie met de eerste natuur plaatsvindt.

    Als onderdeel van het voortdurende scheidingsproces ervaren mensen een aantal existentiële uitstervingsgebeurtenissen. We verliezen cultuur, taal en onze emotionele choreografie in verband met het verdwijnen van de eerste natuur. Bovendien ervaren we biologische uitsterving. Naarmate we echter onze emoties en de taal die ze beschrijft, verliezen, verliezen we als soort het contact met ons evolutionaire verleden. We verbreken de verbinding met de levensboom en starten daarmee een proces van zelfvernietiging en beginnende krankzinnigheid.

    We kunnen de geschiedenis lezen om te zien hoe dit eerder met mensen is gebeurd, toen inheemse volkeren op dit pad werden gezet door koloniale machten op plaatsen over de hele wereld. Hun ervaring van emotioneel verlies en vervolgens uitsterven (in sommige gevallen) biedt een glimp van onze eigen toekomst. Inheemse literatuur bevat nu dystopische plots die vertellen over solastalgia en andere krachtige negatieve verdringingsemoties voor land en plaatsen. In Australië brengen inheemse schrijvers, zoals Alexis Wright in haar terraphtorische roman, The Swan Book, het hele idee van solastalgisch verlies over op de lezer. In niet-inheemse literatuur is de weerklank van de eco-apocalyptiek in The Road van Cormac brengt McCarthy een soortgelijke ervaring over voor degenen die al nadenken over de emoties van ontheemding en scheiding als gevolg van antropogene klimaatverandering.

    Tijdens de industriële revolutie ontstond een geheel nieuwe reeks emoties, en een geschikte taal om ze te beschrijven. De emoties worden gericht op noties van groei en vooruitgang die het menselijk leven bevoordelen ten koste van al het andere leven. Deze houding komt tot uiting in de opkomst van een allesverslindend materialisme en egoïsme dat respect, zorgzaamheid en zelfs bewustzijn van andere levensvormen wegduwt. De opkomst van het eten van vlees in welgestelde klassen van mensen in de geïndustrialiseerde wereld illustreert deze emotionele onthechting met het leven. Misschien nog erger is het wegdringen van respect, zorgzaamheid en zelfs bewustzijn van andere mensen die aan de basis staan ​​van de ongelijkheidspiramide binnen de mondiale context. De armoede, gevaarlijke werkomstandigheden en pure uitbuiting achter de mode-industrie illustreren misschien het best de menselijke dimensie van deze onthechting met de emoties van grove uitbuiting.

    Het megathema in culturele evolutie, afscheiding van de natuur, is nu ingekapseld in het concept van het Antropoceen. Natuur- en milieuschrijvers zoals Robert Macfarlane vinden het nodig om de woorden die ooit werden gebruikt om de aarde en haar landschappen te beschrijven, opnieuw te catalogiseren. Zonder zo'n conceptueel erfgoed, dreigen we te vergeten dat de wereld ooit niet alleen zeer divers was, maar dat menselijke culturen ook de taalkundige nuances hadden om haar te beschrijven. Het uitsterven van taal gaat hand in hand met het uitsterven van het endemische landschap en het uitsterven van biota. Samen met de dood van talen die de aarde beschrijven, komt de dood van de aardse maar grotendeels anonieme emoties die daarmee gepaard gaan.

    De dood van aardse emoties is verbonden met een scheidingsverhaal dat door velen vóór mij is verteld, maar ik wil het opnieuw formuleren voor de eenentwintigste eeuw. Zoals aangegeven in de inleiding, zijn we in plaats van een aardwetenschapper, of 'aardscheppende' levensvorm, aardvernietigers of 'terraphthorans' geworden. Ik bedacht deze termen nadat ik had gelezen over Phytophthora cinnamomi, een door de bodem gedragen waterschimmel die een infectie in planten veroorzaakt die "wortelrot" of "afsterven" wordt genoemd. Mijn geliefde Jarrah-bos in West-Australië lijdt aan deze geïntroduceerde ziekte en vernietigt het historische bereik en de vitaliteit van deze nobele boom. Het woord "phytophthora" betekent letterlijk "plantenvernietiger", dus ik wilde deze krachtige phthora toepassen op mijn werk. Zoals ik in de inleiding heb uitgelegd, was het idee dat mensen aardvernietigers of terraphthoranen kunnen zijn, de katalysator om ook het idee van mensen als 'terranascient' te creëren, waarbij de nadruk werd gelegd op de essentiële creativiteit van de geboorte.

    Ik zal nu in Terrapthoraanse termen de periode in de geschiedenis van de aarde beschrijven die bekend staat als het Antropoceen. Onze Terrapthoraanse emoties variëren van milde vormen van vergeetachtigheid, verwaarlozing en impotentie tot despotische, necrofiele (gekenmerkt door liefde voor alles wat met de dood te maken heeft) en zeer destructief. Dit hoofdstuk gaat over het hierboven beschreven scheidingsproces: hoe het heeft plaatsgevonden en wat voor soort emotionele reacties erop volgden.

    Het Antropoceen in het tijdperk van Solastalgia
    Zoals aangegeven in de inleiding, is een meme of cultureel idee dat de laatste tijd wijdverspreid wordt gebruikt het Antropoceen. Een implicatie van de bewering dat we ons in een nieuwe geologische periode bevinden, is dat mensen nu zo'n machtige technologische soort zijn geworden dat ze alle belangrijke geologische, biologische en klimatologische krachten op aarde domineren en aandrijven. Mensen laten ook onuitwisbare fysieke tekenen en signalen achter van hun wereldwijde bereik, zoals nucleaire straling in de bodem, plastic in de ingewanden van vissen, een hoge concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer en stikstof in de bodem, en het uitsterven van soorten. De menselijke soort laat een handtekening achter op de planeet die over duizenden jaren leesbaar zal zijn. Ik betoog dat als deze tekenen symptomatisch zijn voor het Antropoceen, wij het Antropoceen zo snel mogelijk moeten verlaten.

    Clive Hamilton betoogt in zijn boek Defiant Earth dat we misschien geen keus hebben in de toekomst van de mensheid op deze aarde, begrepen als ons thuis. Binnen de aardsysteemwetenschap moeten alle vroegere opvattingen over de relaties tussen mens en aarde worden omvergeworpen. Hij suggereert, verwijzend naar de encycliek van paus Franciscus uit 2016:

    In het Antropoceen is het niet langer houdbaar te geloven dat 'ons gemeenschappelijke huis is als een zuster met wie we ons leven delen en een mooie moeder die haar armen opent om ons te omhelzen'. In het Holoceen was het een plausibele hypothese om de wereld, zoals de encycliek doet, te zien als 'aan mannen en vrouwen toevertrouwd'. Maar niet meer. Nu, wanneer Moeder Aarde haar armen opent, is dat niet om ons te omhelzen, maar om ons te verpletteren.

    Een andere mogelijke implicatie van het Antropoceen, is, dat het zowel natuurlijk als onvermijdelijk is dat roofzuchtige mensen hun eigen thuis, de aarde, zullen blijven uitbuiten en vernietigen. Er zijn er al die overwegen de aarde te verlaten om naar nieuwe planeten of asteroïden te reizen om nog onaangeboorde rijkdommen te exploiteren. Deze aarde zal worden 'opgeofferd' en het Antropoceen zal kosmisch, zelfs universeel worden. Ik laat het aan zogenaamde visionairs als Brian Cox, Elon Musk en Richard Branson over om erachter te komen wat het verlaten van deze aarde precies betekent voor het leven in het algemeen, niet voor gewoon mensenleven. De emoties van verlatenheid hebben een lange geschiedenis in menselijke aangelegenheden, en ik twijfel er niet aan dat dit onderwerp tot veel discussie zal leiden over wat voor soort mens zou kunnen overwegen om een ​​stervende aarde te verlaten voor groenere weiden. Ik bespreek deze kwestie verder in hoofdstuk 6, getiteld "Generatie Symbioceen".

    Zoals betoogd in het vorige hoofdstuk, suggereer ik dat een van de bepalende emotionele reacties op de chronische verlatenheid van de aarde als thuis is vastgelegd in het concept van solastalgie. Zoals uitgelegd, heb ik het concept van solastalgia ontwikkeld op basis van de unieke ervaring van mensen in de Hunter Valley in New South Wales, waar dagbouwmijnen honderden vierkante kilometers van hun vallei verwoestten. Over de hele wereld vinden soortgelijke aanvallen op plaats en mensen plaats in een steeds hoger tempo. De solastalgia op planetaire schaal, het leed dat nu door veel mensen wordt gevoeld, wordt veroorzaakt door meerdere aanvallen op het leven en zijn fundamenten, en door de enorme omvang van de menselijke bevolking en economische groei binnen neoliberale opvattingen over vooruitgang en ontwikkeling. De grootste bedreiging komt van de klimaatverandering, met name de niet aflatende opwarming die plaatsvindt.

    Naast mijn eigen publicaties werd het verband tussen klimaatverandering en solastalgie gelegd door Naomi Klein in Dit verandert alles. Haar werk gaf internationale bekendheid aan mijn bezorgdheid dat de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan solastalgie zouden kunnen veroorzaken. Klein citeerde uit mijn essay 'The Age of Solastalgia', waarin ik de wereldwijde expansie van solastalgia als volgt beschrijf: 'Hoe erg lokale en regionale negatieve transformatie ook is, het is het grote geheel, de hele aarde, die nu een thuis is onder aanval. Een gevoel van wereldwijde angst doet zich gelden naarmate de planeet warmer wordt en ons klimaat vijandiger en onvoorspelbaarder wordt.' Tijdens mijn leven (vijfenzestig jaar) zijn de wereld en haar klimaat, landschappen, biodiversiteit en culturen allemaal veranderd op manieren die enorm negatief zijn voor het leven in het algemeen en het menselijk leven in het bijzonder. Zoals Robert Macfarlane zei: "Solastalgia spreekt van een moderne onheimelijkheid, waarin een vertrouwde plek onherkenbaar wordt gemaakt door klimaatverandering of zakelijke acties: het huis wordt plotseling ongezellig rond zijn bewoners. "

    Ik zou verder willen gaan dan Macfarlane en suggereren dat thuis meer dan onherkenbaar wordt: het wordt voor velen steeds vijandiger. Zoals hierboven vermeld met betrekking tot India, ervaren delen van de planeet die al erg heet zijn, zoals het Midden-Oosten en delen van Australië, nu hittegolven en maximale temperaturen, die de limiet van het menselijk uithoudingsvermogen op de proef stellen en soms overschrijden. Tegen 2050, volgens nuchtere klimaat-verander projecties, zullen veel van deze plaatsen zo heet zijn dat "thuis" niet alleen onhuiselijk maar ook onbewoonbaar zal worden. De toevoeging van nieuwe, meer intense categorieën, bijvoorbeeld "catastrofaal" brandrisico en misschien orkanen van categorie 6, geeft aan dat de intensiteit van weergerelateerde rampen toeneemt.

    Wat doet deze periode in de menselijke geschiedenis met onze mentale landschappen terwijl ze biofysische landschappen uitwist en verwoest? Naast de concepten nostalgie en solastalgie zullen negatieve psychoterratische toestanden in de bestaande literatuur, zoals biofobie, ecoparalyse, ecoangst, ecocide en ecofobie, worden geïntroduceerd, evenals de opkomende rol van mijn nieuwe termen zoals terrafurie, tierracide, tierratrauma , en meteorangst. Ze zullen allemaal worden besproken als reactie op de groeiende druk van de terraphthoranen van het Antropoceen, en zullen de toon zetten voor hun tegenpolen; In het volgende hoofdstuk bespreek ik aardwetenschappelijke psychoterratische toestanden.

    Negatieve psychoterratische toestanden
    Negatieve psychoterratische termen in tabel 1 zijn reacties op het scheidingsproces dat ik hierboven heb geschetst en dat gaande is binnen het Antropoceen. De termen variëren van mild tot die aan de uiterste rand van emotionele en psychologische reacties op menselijke verlatenheid en scheiding van de natuur. Sommige elementen van de typologie lijken emotioneel neutraal, maar ze leggen nog steeds uit hoe we in een negatieve eco-emotionele toestand terechtkomen. Andere zijn negatieve emoties, uitgedrukt door mensen die hun gehechtheid aan de natuur en het leven nog niet hebben opgegeven. Hun reacties zijn uitingen van frustratie en woede dat andere mensen een terrapthoraans bestaan ​​omarmen. Begrippen als ecocide en tierracide geven aan dat die er niet komt.

    "goed Antropoceen" in de toekomst, alleen vernietiging en mogelijk uitsterven. Niet-Engelse termen als uggianaqtuq en koyaanisqqatsi heb ik uit de typologie weggelaten. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 zijn het echter belangrijke elementen van de culturele reactie op negatieve veranderingen in het milieu.

    Toponesië
    Zoals bedacht door Liam Heneghan, verwijst 'toponesie' naar het proces van vergeten van kostbare plaatsen dat ons kwelt wanneer we de wereld van onze kindertijd verlaten en het volwassen leven binnengaan. Heneghan herinnert ons eraan dat de ervaring van verlies van plaats vanaf de kindertijd optreedt en dat het in sommige opzichten onvermijdelijk is, aangezien plaatsen veranderen en wij veranderen. Zoals we hebben gezien, verandert toponesie in solastalgia naarmate het tempo en de schaal van verandering toenemen in iemands thuisomgeving. Echter, het verlies van bijzondere bomen, bijzondere plekken binnen bijzondere bomen, veilige plekjes, schommelbomen, en talloze andere plaatsen die ooit de kindertijd bepaalden, maken toponesie tot het startpunt voor al het latere verlies van de topos. Heneghan schrijft over plaats en het verlies ervan, zoals afgebeeld in het verhaal van Winnie de Poeh:

    Maar er is nog een andere droefheid vastgelegd in het verhaal van Christopher Milne, een droefheid die de meesten van ons ervaren, verwacht ik: het verlies van verbinding met plaats, vooral een natuurlijke, dat optreedt naarmate we ouder worden. Ik stel voor. om dit "toponesie" te noemen (van het Griekse topos, plaats, en amnesie, geheugenverlies). Zelfs als de wereld stil zou staan, zouden we er nog steeds van wegdraaien, meegesleurd in de baan van onze privé-economieën en die reeks kattenkwaad die we ons volwassen leven noemen. Deze psychologische factoren die verband houden met Winnie-the-Pooh-zijn nostalgie, solastalgie en toponesie zorgen er samen voor dat de verhalen een verrassend krachtige meditatie ter plekke zijn, maar ook een bron van eenvoudig plezier.

    Natuurtekortstoornis
    Naast de normale processen van het vergeten van het verleden, gefixeerd raken op het heden en anticiperen op de toekomst, zijn er actieve krachten aan het werk die kinderen scheiden van de natuurlijke wereld waarin ze zijn geboren. Richard Louv heeft een belangrijke oorzaak van het scheidingsproces gediagnosticeerd en heeft de term 'nature-deficit disorder' bedacht. In Last Child in the Woods waarschuwt Louv voor de negatieve gevolgen en menselijke kosten van het terugtrekken van onze kinderen uit de natuur en natuurlijke processen. Zoals hij betoogt: "Onze samenleving leert jonge mensen om directe ervaring in de natuur te vermijden." In zijn latere boek, The Nature Principle, bespreekt Louv manieren waarop natuurtekortstoornis kan worden tegengegaan. In hoofdstuk 6, 'Generation Symbioceen', stel ik manieren voor om zowel solastalgie als natuurtekortstoornis teniet te doen.

    Louv, Jules Pretty en vele anderen wijzen erop dat de epidemieën van lichamelijke gezondheidsproblemen en handicaps (bijvoorbeeld zwaarlijvigheid) en geestelijke gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld aandachtstekortstoornis) bij onze kinderen nauw verband houden met de ontkoppeling die nu is ontstaan ​​tussen kinderen, hun ecosocialisatie en hun fysieke activiteit. Zonder nauw fysiek contact met wilde plaatsen en wilde dingen, zoals David Sobel heeft betoogd, zijn de socialisatie en opvoeding van kinderen onvolledig.

    Kinderen in geavanceerde geïndustrialiseerde landen verliezen snel het contact met de wereld buiten de kunstmatige en technologisch gemedieerde wereld. In landen als Australië worden ze geboren en getogen in gebouwen met airconditioning en worden ze privé en openbaar vervoerd in airconditioning vervoer. Sleutellocaties binnen de gemeenschap, zoals winkelcentra en bioscopen, zijn ook geklimatiseerde ruimtes. In de zomer is het niet ongebruikelijk om binnen te sporten in locaties die ook klimaat gecontroleerd zijn. Naarmate Australië heter wordt, is het waarschijnlijk dat een nog groter percentage van de tijd zal worden doorgebracht in geklimatiseerde binnenruimtes. Die kunstmatige omgeving, plus het alomtegenwoordige gebruik van entertainment via digitale schermen in die ruimtes, betekent dat veel hedendaagse kinderen worden blootgesteld aan minder 'rauwe' natuur dan ooit tevoren in de geschiedenis.

    Het is geen wonder dat zulke kinderen weinig of geen empathie hebben voor wilde dingen, of voor de natuur die grotendeels onaangetast is door menselijk handelen. We kunnen niet van kinderen verwachten dat ze plotseling zien of begrijpen dat de zesde grote uitsterving of klimaatchaos een bedreiging vormt voor hun eigen huidige en toekomstige bestaan. Voor hen gaat de tweede natuur geleidelijk over in de derde natuur. Ze zullen ook uitgroeien tot volwassenen die fobische angst hebben bij het verschijnen van "onverwachte" eerste natuur in de vorm van een spin in huis, of ontmoetingen in de stad met ongetemde "beesten" zoals vossen of beren. Als de doemdenkers gelijk hebben en de eco-apocalyps snel in een woedende dageraad komt, zal de terugkeer van de natuur naar het dagelijks leven meer zijn dan alleen een grove schok: het zal de ergste nachtmerrie zijn voor degenen die dachten dat de natuur het historische verleden was dat werd gepresenteerd als een documentaire op de zender. De terugkeer van de eerste natuur in het dagelijks leven als rauw en ongemedieerd zal angst en verwarring veroorzaken zoals nooit tevoren door vele generaties mensen ervaren. Dergelijke gebeurtenissen vinden al plaats in plaatsen als Florida, waar extreem hoge vloed, zeedieren zoals octopussen naar de garages van mensen brengt.

    Ecofobie, biofobie en milieu: Generatie geheugenverlies
    Met de nature-deficit-socialisatie van jonge mensen wordt het kunstmatige allesomvattend. Het is dan ook geen wonder dat angst voor de natuur systemischer wordt. David Sobel en anderen gebruiken de term 'ecofobie' om de overweldigende angst, soms haat, voor ecologie of de biofysische omgeving te beschrijven. Ecofobie ervaren is het ontkennen van de waarde van biodiversiteit, de lichamelijkheid van de aarde en de processen die het leven mogelijk maken. Het concept van 'biofobie', of angst voor het leven, is ontwikkeld door Edward O. Wilson. Zoals verfijnd door Wilson en Stephen Kellert, is biofobie een selectieve reactie op angst voor of afkeer van 'bepaalde levende wezens en natuurlijke situaties'. Gedeeltelijk genetisch en gedeeltelijk sociaal, zou biofobie sterk naar het sociale domein kunnen gaan naarmate het Antropoceen zich uitbreidt en domineert. We kunnen dan speculeren dat er een irrationele angst voor het leven zal ontstaan ​​(gezien het feit dat we een levensvorm zijn) wanneer mensen vertrouwd raken met kunstmatige intelligentie en robotachtige metgezellen. Nogmaals, kinderen, jonge volwassenen en volwassen volwassenen die deze systemische angst voor ecosystemen en het leven koesteren, zullen niet in staat zijn om empathisch te reageren op de voortdurende bedreiging en uitsterving ervan.

    Terwijl elke volgende generatie zich afscheidt van de natuur en het leven, ontstaat er een steeds groter wordende kloof die Peter Kahn in 1999 'milieu-generatiegeheugenverlies' noemde. In een latere publicatie schreven Kahn en zijn collega's dat "de crux is dat, met elke volgende generatie, de mate van aantasting van het milieu kan toenemen, maar elke generatie heeft de neiging om die verslechterde toestand als de niet-verslechterde toestand te beschouwen, dat wil zeggen als de normale toestand." ervaring [vandaar] ... geheugenverlies door generaties in het milieu." Met zo'n beperkte ervaring van de eerste natuur om door te geven aan de volgende generatie, accepteert elke generatie een objectief verarmde natuur als de norm. Naarmate dat proces generaties lang doorgaat, vervaagt de natuur eenvoudigweg en is er 'het uitsterven van ervaring'.

    Misschien is er een andere term nodig om de essentie te vatten van het idee dat we niet kunnen vergeten wat we nooit hebben gekend. We vergeten niet alleen iets dat we ooit wisten, zoals "amnesie" suggereert, maar zoals Kahn betoogt, weten we met elke generatie steeds minder over de natuur. "Ecoagnosie," gegeven dat "agnosie" een synoniem is voor onwetendheid, leidt tot een echt natuurtekort. Daarom lijden onze kinderen ook aan ecoagnosie, een sociaal geïnduceerde vorm van ecoretrogressie.

    Het is verontrustend om te denken dat de huidige generatie misschien minder ecologisch geletterd, minder ecologisch afgestemd, minder ecologisch bewust en minder ecologisch emotioneel is dan vorige generaties. Als gevolg hiervan zijn ze mogelijk niet in staat om te reageren op de enorme risico's die worden gevormd door ecosystemische noodsyndromen en klimaatverandering. Het gevaarlijkste aan ecoagnosie is dat degenen die eraan lijden geen idee hebben dat ze er last van hebben.

    Eco-angst
    In de psychologie is er al tientallen jaren onderzoek gedaan naar een tak van de gegeneraliseerde angststoornis (GAS), gericht op het milieu. De "omgeving" in deze context betekent alles wat verband houdt met de reeks instellingen, buiten de patiënt, wat de oorzaak van angst zou kunnen zijn. Het schoolplein of de werkplek kan bijvoorbeeld een factor zijn bij GAS en daarom worden onderzocht als een uitloper van GAS, bekend als 'omgevingsangst'. Het onderzoek naar angst is echter meer specifiek gekoppeld aan wat we tegenwoordig zouden zien omdat 'de omgeving', verbonden met de natuur, meer nuances heeft gecreëerd binnen de angsttheorie.'

    De oorsprong van nieuwe richtingen in wat nu ecopsychologie wordt genoemd, komt niet altijd uit de academische wereld. Het concept van eco-angst, bijvoorbeeld, ontstond uit het publieke domein toen mensen de specifieke angst of stress begonnen te onderzoeken die verband houdt met de achteruitgang van hun thuisomgeving. In 1990 was de journaliste Lisa Leff de eerste die de term 'eco-angst' gebruikte in een krantenartikel waarin de zorgen van bewoners over de vervuiling van het Chesapeake Bay-gebied werden besproken. In de "groene" uitgave van een grote Amerikaanse krant uit 2008 stond het thema "ecoangst" en het concept van solastalgie in dit opkomende nieuwe veld. Vanaf dat moment is "ecoangst" in veel academische en niet-academische publicaties over de hele wereld verschenen.

    In een publicatie uit 2011, gewijd aan de opkomende negatieve psychoterratische effecten van klimaatverandering, identificeerde ik ecoangst als 'gerelateerd aan een veranderende en onzekere omgeving'. " Nu onzekerheid over de toekomst een van de kenmerken is van de voorspelling van klimaatverandering, is een algemene bezorgdheid over de toekomst nu gemeengoed. Voor mensen zoals actieve klimaatwetenschappers en degenen die volledig op de hoogte zijn van de wetenschap, is verhoogde angst een last die op de schouders die wordt gedragen op dagelijkse basis en alsof dit niet genoeg is komt er steeds meer informatie binnen over negatieve trends in de biosfeer. Mijn hoofdstuk uit 2011 is nu gebruikt als primaire referentie in een aantal academische en overheidspublicaties om het veld te definiëren. Bovendien vatten Thomas Doherty en Susan Clayton in een baanbrekend artikel uit 2011 de literatuur samen en identificeerden ze duidelijk de beweging van populaire naar academische contexten voor veel psychoterratische aandoeningen, waaronder eco-angst.

    Een extreme afwijking van algemene eco-angst is gedefinieerd als "ernstige en slopende bezorgdheid over risico's die onbeduidend kunnen zijn". Maar, zoals Verplanken en Roy hebben betoogd: "Zelfs hoge niveaus van ecologisch piekeren (gewoon piekeren) zijn constructief en adaptief, d.w.z. worden geassocieerd met milieuvriendelijke attitudes en acties, en zijn niet gerelateerd aan onaangepaste vormen van piekeren zoals pathologische uitingen van angst."

    Eco-angst komt voor bij degenen die nog steeds een element van zorg in zich hebben voor 'de toestand van het milieu'. Voor sommigen kan de volgende grote afleiding hen echter gemakkelijk terugvoeren naar het labyrint van het Antropoceen, waar angst vaker wordt geassocieerd met zaken als internetsnelheid, napraterij om erbij te horen en giftige werkrelaties. Er is ook een milde versie van ecoangst-----verband houdend met het persoonlijk niet naleven van moderne milieunormen door bijvoorbeeld afval zoals plastic zakken te gebruiken en te recyclen.

    Meteorologischeangst
    "Meteorologischerangst" is een subset van eco-angst die ik heb gedefinieerd als specifiek verbonden met de wisselvalligheden van het weer. Hoewel een traditionele vorm van angst verband houdt met bekende meteorologische extremen, zoals onweersbuien of tornadoseizoenen, kunnen mensen nu bezorgd worden over de waarschijnlijkheid van ernstige weersomstandigheden via technologieën zoals satellieten die gegevens en voorspellingen leveren aan 24-7 weerkanalen en in - persoon naar mobiele telefoons. In een tijdperk van door klimaatverandering versterkte meteorologische extremen, zal deze vorm van eco-angst waarschijnlijk breder worden gevoeld. Er kan ook meteorologische angst zijn om op een bepaalde plaats geen regen te krijgen tijdens een droge periode of droogte, terwijl overal regen valt, of ongewenste regen die richting een boerderij komt wanneer de oogst op het punt staat te beginnen. Satellietbeelden van lokaal weer, in realtime bekeken, maken dergelijke vormen van meteorologische angst een reële mogelijkheid. Klimaatverandering zorgt nu wereldwijd voor extreem weer, een verklaarbare reactie op dit verhoogde risico op weergerelateerde catastrofes is verhoogde angst. Degenen die in overstromingsgevoelige gebieden wonen, of dicht bij de zee op klif toppen, hebben nu meteorologische angst zodra er ernstige stormwaarschuwingen worden gegeven door meteorologische instanties. Een sterke wind op een warme dag stimuleert brandangst en stuurt angst voor het weer naar abnormale hoogten. Mensen die in risicovolle zones wonen, raken gekluisterd aan het scherm van het weerkanaal of de smartphone, en de herhaling van dezelfde voorspelling en waarschuwingen vergroot hun angst alleen maar. Ik ervoer meteorologische angst voor de extreme hitte in Oost-Australië tijdens de zomer van 2016-17. Op een dag van 47 graden Celsius (116,6 Fahrenheit) had ik grote zorgen over de reële mogelijkheid van een explosief vuur in het plaatselijke eucalyptusbos vanwege de vluchtige waas die in de lucht hing. Het was een onmiddellijk en verontrustend gevoel, vergelijkbaar met wat ik ervaar in een onweersbui, wanneer de bliksem overal om me heen in de lucht knettert. Hoe dichtbij zal het komen? De zomer van 2018 werd gekenmerkt door een recordbrekende hittegolf die drie maanden duurde met zo weinig regen dat ik gedwongen was water te kopen en te laten aanvoeren. Wallaby Farm verloor veel bomen omdat de droogte en hitte zelfs de winterharde inheemse vegetatie doodden. Ik heb nu het hele zomerseizoen meteorologische angst omdat het niet langer past binnen bekende vroegere uitersten.

    Mermerositeit
    De etymologische oorsprong van het woord 'rouwen' komt van het Griekse woord mermeros, gerelateerd aan 'zorgen baren', en de betekenis ervan wordt geassocieerd met onrustig zijn en rouwen. Ik denk dat we de psychoterratische typologie moeten uitbreiden tot meer dan eco-angst en meerderigheid omvatten, wat ik definieer als een chronische staat van bezorgdheid of angst over het mogelijke voorbijgaan van het vertrouwde, en de vervanging ervan door datgene wat niet comfortabel past binnen iemands gevoel van plaats. Een vorm van anticiperend rouwen of rouwen maakt zich meester van de psyche en we raken erdoor van streek. In veel opzichten heeft dit concept affiniteit met het idee van "milieurouw", ontwikkeld door Renee Lertzman."

    In de greep van memerositeit begin ik het rouwproces om datgene waarvan ik weet dat het verlaten, bedreigd of uitgestorven zal worden lang voordat deze gebeurtenissen zich ontvouwen. Mermerositeit komt voorbij mensen die regelmatig informatie ontvangen over de omvang van klimaatverandering en de verwachte gevolgen ervan. Ik heb vaak een angstig gevoel over de toekomst dat niet zo krachtig is als wereldwijde angst (hieronder), maar niettemin overeenkomt met de opeenstapeling van negatieve chronische veranderingen die zich in deze wereld voordoen. Ik weet zeker dat klimaatwetenschappers en klimaatbeleid deskundigen soortgelijke zorgen hebben. Bill McKibben komt dicht in de buurt van het uitleggen van het gevoel van mermerositeit terwijl hij klaagt:

    Het einde van de natuur maakt ons waarschijnlijk ook terughoudend om ons aan haar overblijfselen te hechten, om dezelfde reden dat we meestal geen vrienden kiezen onder de terminaal zieken. Ik hou van de berg buiten mijn achterdeur... Maar ik weet dat een deel van mij weerstand biedt om hem beter te leren kennen uit angst, hoe zwak het ook klinkt, om gekwetst te worden. Als ik net zo goed als een boswachter wist hoe zieke bomen eruit zagen, vrees ik dat ik ze overal zou zien. Ik merk nu dat ik het bos het leukst vind in de winter, wanneer het moeilijker is om te zeggen wat er zou kunnen sterven. Het winterbos zou in de lente perfect gezond kunnen zijn, net zoals de zieke vriendjn, als ze zo vredig slaapt, wakker zou kunnen worden zonder piepende ademhaling in haar longen.

    Topoaversie
    Topoaversie is het gevoel dat je niet terug wilt naar een plek waar je ooit van hield en waar je van genoot, terwijl je weet dat het onherroepelijk ten kwade is veranderd. Het is geen topofobie, waarbij je bang bent voor een plek die je zou kunnen verhinderen van het betreden ervan; topoaversie is een gevoel dat sterk genoeg is om te voorkomen dat je ooit terugkeert naar de plek die ooit geliefd was. Het concept vindt zijn oorsprong in topos (plaats) en afkeer (afwenden).

    Voorbeelden van topo-aversie doen zich voor wanneer mensen weten dat speciale plaatsen die ze hebben bezocht, bijvoorbeeld als toeristen in de jaren zeventig, door ontwikkeling ten kwade zijn veranderd. Het eiland Bali is nu verboden terrein voor velen die zich de naïeve en ongerepte schoonheid van het verleden herinneren. Ik had dit gevoel in 2017, toen ik Stonehenge in het VK voor het eerst sinds 1974 bezocht, toen ik een langharige, backpackende hippie was. Wat ooit een woeste, ongecontroleerde en semi-afgelegen plek was, gevuld met het mysterie en de schoonheid van de henge en zijn omgeving, is nu een werelderfgoedlocatie met belangrijke toegangswegen, intern busvervoer, een groot bezoekerscentrum, interpretatieve displays, en strikt gecontroleerde voetgangerszones. Ik denk niet dat ik daar ooit nog terug zal gaan, omdat ik voel dat de ontwikkeling de plek voor mij heeft verpest. Dat oordeel is misschien oneerlijk, maar mijn topoaversie is ingetreden en is sterk genoeg om een ​​derde bezoek te voorkomen.

    Naarmate het tempo van ontwikkeling versnelt, zal topoaversie bij velen waarschijnlijk toenemen als een gevoelde emotionele reactie op de veranderingen die plaatsvinden. Het is enigszins ironisch, aangezien speciale plekken op aarde belangrijke bestemmingen voor toerisme en ecotoerisme worden, dat het beheersen van de gevolgen van toegenomen bezoek veranderingen vereist in de manier waarop mensen en hun behoeften worden beheerd. De hele wereld is nu een beetje zoals de Mount Everest geworden, waar de acties van zoveel klimmers en hun ondersteuningssystemen hebben veranderd wat ooit de ultieme wilderniservaring moet zijn geweest (alleen op de top) in de beklimming van een enorme vuilniszone, compleet met de bevroren lijken van mislukte klimmers uit het verleden. Jamling Tenzing Norgay, zoon van een van de eersten op de top in 1953, heeft de hedendaagse Everest beschreven als 'de hoogste vuilnisbelt ter wereld', als gevolg van het zwerfvuil en de verlaten infrastructuur. Hij klaagt: "Deze activiteiten hebben een groot ecologisch probleem gecreëerd. Ze zijn ook een bewijs van gebrek aan respect door de klimgemeenschap en minachting voor de natuur door die mannen en vrouwen die geloven dat hun persoonlijke veroveringen belangrijker zijn dan het behoud van de integriteit van een uniek omgeving.' Bergklimmers met een gevoel van respect voor de natuur, de berg en de inheemse bevolking, zouden nu de emotie van topoaversie hebben, of zouden nu moeten hebben, die hen ervan weerhoudt om dit toch al enorme probleem nog groter te maken.

    Een soortgelijk probleem doet zich voor in Australië, waar de beroemde rots in het midden van Australië, Uluru, een casestudy is in culturele topoaversie. De inheemse Anangu-bevolking van deze regio wil om culturele redenen niet dat mensen de rots beklimmen. Vele duizenden negeren echter hun expliciete wensen en klimmen hoe dan ook. Een cultureel geïnformeerde en respectvolle vorm van topoaversie weerhoudt vele anderen ervan Uluru te beklimmen. ik zal zeker nooit Uluru beklimmen. Topoaversie zou een meer systematische emotie kunnen worden met betrekking tot ecotoerisme in het algemeen wanneer de volledige ecologische en klimatologische voetafdruk van een dergelijke vorm van reizen wordt berekend. Recente schattingen hebben komen uit op 8,5% van de wereldweide CO2 uitstoot. Dergelijke informatie blijven negeren kan een vorm van escapisme zijn die hieronder wordt besproken.

    Wereldwijde angst
    Voorbij memerositeit is een serieuzere existentiële aandoening die uitsluitend gericht is op extreme angst voor de toekomst. "Globale angst" vindt zijn oorsprong in een gesprek in 2003 en verwijst naar een psychoterratische aandoening die anticipeert op een enorm negatieve toekomstige toestand van de wereld. een staat. Het is een vorm van hyper-empathie die een persoon in het heden projecteert in een angstaanjagende visie van een apocalyptische toekomst.

    De angst voor extreme klimaatverandering en de doemscenario's ervan is zo groot dat de angst voor de toekomst bij sommigen escapistische neigingen kan opwekken. Ik heb meegeleefd met degenen die, onder de dreiging van oorlog en geweld, zijn overgegaan naar de emotionele ruimte van een vorm van euforie. In The Book of My Lives beschrijft de Kroatische schrijver Aleksandar Hemon zijn ervaringen in de begindagen van de oorlog in zijn vaderland. Zijn term "rampeuforie" zou ook psychoterratisch kunnen zijn:

    Toen was er ongebreidelde, extatische promiscuïteit. Een paar gewisselde blikken, soms in aanwezigheid van de vriend of vriendin, waren voldoende om geslachtsgemeenschap te regelen. Het hele instituut van daten leek voor onbepaalde tijd opgeschort; het was niet langer nodig om uit te gaan voordat je in bed sprong. Er was inderdaad geen bed nodig: gangen bouwen, banken in parken, achterbanken van auto's, badkuipen en vloeren waren prima. We genoten van Titanische-seks; er was geen behoefte aan troost of tijd voor relaties op het zinkende schip. Het was een geweldige tijd, het korte tijdperk van euforie door rampen, want niets vergroot genoegens en blokkeert schuldgevoelens zo goed als een dreigende catastrofe. Ik ben bang dat we geen gebruik maken van de geweldige kansen die dit specifieke moment in de menselijke geschiedenis ons biedt.

    De futurist Bruce Sterling creëerde het concept van "donkere euforie" in 2009 om de tijdsgeest van het komende decennium te beschrijven, toen hij suggereerde dat "dingen gewoon uit elkaar vallen, je kunt de mogelijkheden niet geloven, het is alsof alles mogelijk is, maar je nooit geweten dat je er zo tegenop moet zien." Op dat moment in de geschiedenis was de kennis van een toekomstige apocalyps voor Sterling zo overweldigend dat hij een euforische stormloop naar meerdere catastrofale gebeurtenissen kon zien.eindpunten. Voor sommigen kan wereldwijde angst opwindend zijn; voor anderen is het gewoon angstaanjagend. In het laatste hoofdstuk kom ik terug op Sterling en duistere euforie. In het licht van milieu- en klimaatrampen is het blokkeren van schuldgevoelens en de sublimatie ervan in de vorm van grove consumptie en het najagen van plezier een manier om de enorme negatieve emotionele druk van wereldwijde angst tegen te gaan. Helaas zal in het zinkende schip van de klimaatchaos de euforie over rampen van korte duur zijn, net als in oorlog. Het feest komt abrupt tot een einde, de politie arriveert en de gekleurde lichten gaan uit.

    Een proces vergelijkbaar met sublimatie als reactie op wereldwijde angst heeft zich in het verleden voorgedaan met millenniumbewegingen of bewegingen aan het einde van de wereld. Er is een drang in velen van ons om een ​​vorm van Armageddon te willen om al onze tekortkomingen te zuiveren, en om alles helemaal opnieuw te beginnen in een nieuwe context. Om onze hachelijke situatie te begrijpen, moeten we diep graven in onze psyche en vroegere manieren om met stress en angst om te gaan. Historisch gezien verlangden mensen tijdens perioden van sociale onrust en onrust naar onmiddellijke verlichting en bevrijding van datgene wat hen onderdrukte. Zo snakten verschillende religieuze bewegingen naar een einde der tijden waarin alle kwaad en onderdrukking zouden vergaan in een glorieus moment van verandering. Zelfs een Amerikaanse president verkondigdw ooit dat het einde der tijden ons zou verlossen van kwaad zoals een nucleaire oorlog. De "opname" aan het einde van de menselijke tijd zou ons naar het beloofde land brengen. Ronald Reagan verklaarde in 1983 beroemd:

    Ik keer terug naar uw oude profeten in het Oude Testament en de tekenen die Armageddon voorspellen, en ik merk dat ik me afvraag of wij de generatie zijn die dat gaat zien gebeuren. Ik weet niet of je de laatste tijd een van deze profetieën hebt opgemerkt, maar geloof me, ze beschrijven zeker de tijden die we doormaken." We maken momenteel vergelijkbare tijden door in het begin van de eenentwintigste eeuw. Niet alleen is de dreiging van nucleaire vernietiging teruggekeerd, maar de ecologische en sociale ineenstorting lijkt overal dreigend en bedreigend. Een donkere, wereldwijde angst hangt over de toekomst, die vele vormen aanneemt die allemaal al enorm schadelijk zijn voor het leven van sommige mensen, zoals in subarctische gebieden en Afrika bezuiden de Sahara.

    De maatschappelijke aspecten van deze aanloop naar Armageddon zijn niet eens subtiel meer. Miljoenen mensen over de hele wereld lijden aan depressies en andere vormen van geestesziekte, nieuwe generaties worden geboren met aanzienlijk lagere levenskansen, zoals een goede gezondheid, banen en huisbezit, dan die van hun ouders op een vergelijkbare leeftijd. Er bestaat nu materiële ongelijkheid die nog nooit eerder op aarde is gezien, met de acht rijkste mensen (allen mannen) met meer rijkdom dan 50 procent van de bevolking van de hele wereld.

    Sociaal disfunctioneren als gevolg van drugsverslaving is nu wijdverbreid waar de krachten van hopeloosheid, eenzaamheid, werkloosheid, dakloosheid en machteloosheid allemaal samenkomen om een ​​onderdrukkend sociaal klimaat te creëren. Verslaving aan zeer gevaarlijke stoffen zoals "ijs" (crystal methamphetamine) wordt door velen gezien als een hedendaagse uitdrukking van "het opiaat van het volk". Er is veel meer: ​​we hebben een wereldwijd verbonden wereld gecreëerd die ons vernietigt zoals wij haar vernietigen. Wereldwijde angst is nu onderling verbonden en uitgezaaid. Velen willen eruit en grijpen naar alles wat de reis soepeler of sneller maakt. Dergelijke escapistische gedachten zorgen er samen voor dat ontkenning van klimaatverandering, escapisme, vermijding en anti-milieubewustzijn integrale onderdelen zijn van een neomillenarische beweging die wil dat er een einde komt aan de huidige toestand van de wereld.

    Sommigen vieren in het geheim recordtemperaturen en klimaatgerelateerde rampen. Ze willen eigenlijk dat de wereld fundamenteel verandert. Het is geen wonder dat christelijke fundamentalisten zo prominent aanwezig zijn in klimaatontkenningskringen. Ze hebben de blauwdruk voor zo'n apocalyps gelezen en begrepen. Het is misschien niet langer duizend jaar in de toekomst, maar het denken is hetzelfde. Wanneer het leven ondraaglijk wordt en er geen uitweg meer lijkt, lonken gebed en wanhopige hoop op een definitief einde, zodat we helemaal opnieuw kunnen beginnen. De niet-gelovigen in de "opname"-religie houden zich gewoon bezig met rampen-euforie, nemen drugs en drinken meer.

    De reactie op onderdrukking zou zomaar een verlangen kunnen zijn om de oorzaak van de onderdrukking tot een knarsend of verblindend einde te zien komen. Onvrijwillig opgesloten zitten in een complex systeem dat ze niet kunnen veranderen, dwingt mensen tot escapisme. Ze zullen klimaatchaos willen omdat ze een verandering willen die een fundamentele verandering teweegbrengt in de stand van zaken waar ze zo graag uit willen. Ondanks de risico's van toekomstige rampen met de grote opwarming, zal elke grote verandering een goede zijn om de wereldwijde angst uit te bannen.

    Ecoparalyse
    Mensen die zich nog steeds bewust zijn van de omgevingsdruk en willen reageren, kunnen in een andere psychoterratische toestand verstrikt raken die 'ecoparalyse' wordt genoemd. Een aantal schrijvers begon deze term rond 2007-8 te gebruiken om een ​​ander type reactie op eco-angst of machteloosheid te beschrijven wanneer ze worden geconfronteerd met potentieel schadelijke geofysische gebeurtenissen. Ik heb het in 2008 toegevoegd aan de psychoterratische typologie nadat ik het eerder had gebruiktcongrespresentaties en lezingen. Mijn eigen formulering van ecoparalysis was dat het een redelijk antwoord was op het dilemma van mensen die de enorme omvang van het probleem waarmee de wereld wordt geconfronteerd konden zien, maar op persoonlijk niveau niets zinvols konden doen om het op te lossen. Het vervangen van de gloeilampen in huis zou het wereldwijde probleem van de klimaatverandering niet oplossen. De keuze om niets te doen was dus ook om in een staat van ecoparalyse te blijven.

    Een milde vorm van dit soort verlamming treedt ook op wanneer mensen een technologische doorbraak zien, zoals batterijopslag voor hernieuwbare energie, maar het gevoel hebben dat ze moeten wachten tot het efficiënter of goedkoper wordt, of beide, voordat ze zich ertoe verbinden om het aan te schaffen. Dat wachtspel kan natuurlijk voor altijd doorgaan, aangezien de technologie voortdurend evolueert en verbetert. Ze willen de grote batterij, maar ze wachten op dat perfecte moment van kosteneffectiviteit, efficiëntie en een grote verkoop. Ze willen een koopje dat nooit zal aankomen. Hun fiscale ecoparalyse maakt het voor hen onmogelijk om een ​​'first mover' en sociaal leider te zijn.

    Volgens een psychologische manier van denken over ecoparalyse, heeft Lertzman betoogd dat 'in plaats van een afwezigheid van pathos of gevoel te zijn, innerlijke gevoelens van angst, angst of machteloosheid zich manifesteren als een gebrek aan actie of een verlamming'.Vandaar dat, ondanks wat oppervlakkig lijkt als apathie, zelfgenoegzaamheid, onthechting of een actieve beslissing om niets te doen, ecoparalyse een psychoterretische aandoening is die mensen in een staat van onzekerheid houdt.

    Bill Rees gaf misschien wel de vroegste uiting van ecoparalyse in een conferentiepresentatie waar hij specifiek de nadruk legde op de sociologische of structurele aspecten en het huidige menselijke dilemma. Hij voerde aan dat "gewone mensen vasthouden aan de expansionistische mythe. De Noord-Amerikaanse samenleving blijft in eco-verlamming. Het ecologisch noodzakelijke is politiek onhaalbaar, maar het politiek haalbare is ecologisch irrelevant. Nogmaals, het onvermogen om zinvol te reageren op de klimatologische en ecologische uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd, is niet altijd een uiting van individuele apathie of ontkenning: het is een onvermijdelijk resultaat van de hardnekkige aard van de problemen. menselijke geschiedenis Zowel kiezers als politici zitten gevangen in deze impasse.

    Naarmate we meer te weten komen over onze ecologische impact en ecologische voetafdruk, lijkt het erop dat elke optie om "het leven zoals gewoonlijk" te behouden, in tegenspraak eindigt. Op een gegeven moment wordt het absurd om de wereld te redden door meer te consumeren. Zelfs het idee dat we energie besparen, en dus CO2-uitstoot, door zaken te doen en persoonlijke communicatie langs elektronische weg stuit op de ongemakkelijke waarheid dat de jaarlijkse hoeveelheid energie die nodig is om het World Wide Web te laten draaien ongeveer gelijk is aan het jaarlijkse energieverbruik en de CO2-uitstoot van het wereldwijde luchtverkeer. Niet veel mensen in rijke, technologisch geavanceerde delen van de wereld zijn bereid om de volledige implicaties van een ecologisch beschermde en ernstig koolstofarme wereld te omarmen. Hoewel velen nu duidelijk de omvang en aard van onze problemen zien, lijkt de dreiging van enorme negatieve gebeurtenissen, zelfs gebeurtenissen die gevolgen zullen hebben voor hun eigen kinderen, onvoldoende om gedrag zoals gewoonlijk te veranderen. Ik stel voor dat dergelijke hiaten tussen kennis, waarden en gedrag nu bronnen van eco-angst zijn en oorzaken van wereldwijde ecoparalyse.

    aardtrauma
    Wanneer mensen een diepe verbinding met de aarde hebben, kunnen ze een diep emotioneel trauma ervaren wanneer die verbinding rechtstreeks wordt beïnvloed door sterke krachten. "Tierratrauma" van (tierra, aarde en "trauma") beschrijft het moment waarop een persoon een plotselinge negatieve omgevingsverandering ervaart. Die trigger kan virtueel of door directe ervaring worden afgegeven. Naast de chronische stressor van solastalgia, hebben we nu de nieuw gedefinieerde acuut gevoelde aardse emotie, de negatieve psychoterratische toestand van tierratrauma. Het is ook vermeldenswaard hoe tierratrauma wordt onderscheiden van andere psychoterratische aandoeningen. Tierratrauma is geen posttraumatische stressstoornis (PTSS) omdat het optreedt op het moment dat het trauma begint; het is geen solastalgie die voortkomt uit chronische verandering, omdat de veranderingsagent een acuut aards existentieel trauma is in het hier en nu.

    Tierratrauma treedt op wanneer bosbranden uw lokale gebied vernietigen; een stuk overgebleven bushland wordt platgewalst voor een nieuwe weg; je bent getuige van een olieramp die al het leven op je strand verstikt. Dit zijn aangrijpende momenten waarop er een snelle en verwoestende verandering is in een geliefde plaats of belangrijke locatie. Mijn angst voor de dreiging van brand kan in een oogwenk veranderen in een tierratrauma, als een allesverslindend vuurfront mijn hek raakt en het huis wordt aangevallen door sintels. In 2017, voor het eerst in de moderne geschiedenis van Californië, verwoestte een bosbrand in de winter honderden huizen en verbrandde enorme uitgestrekte gebieden. De tol van vee en dieren in het wild was immens. In het licht van een bosbrand veroorzaakt door de Santa Ana-winden, is natuurbrand tierratrauma nu een bekende ervaring in Californië, zelfs in de winter, omdat mensen worstelen om de permanente droogte te overleven die dit deel van de Verenigde Staten teistert.

    Ik voelde ook een vreemd soort tierratrauma toen de kerncentrale van Fukushima werd getroffen door de tsunami in 2011. Terwijl de hele tsunami zich ontvouwde als een enorme tragedie voor de mens - inderdaad alle levende wezens in het gebied - was het op het angstaanjagende moment dat de reactor ontplofte, terwijl ik live verslaggeving op televisie aan het kijken was, dat ik een krachtig trauma door mijn lichaam voelde stralen, van een Munch-type dat ik zelden eerder heb meegemaakt. Dat is de kracht van de wereldwijde media van vandaag, het kan tierratrauma in een atoomtijd van de ene kant van de wereld naar de andere verplaatsen.

    Zowel solastalgia als tierratrauma zullen zich zeker vermenigvuldigen naarmate klimaatgerelateerde rampen toenemen terwijl de wereld opwarmt. Vuur, droogte, stormen en overstromingen nemen allemaal toe in intensiteit en frequentie; het is waarschijnlijk dat deze trend zich in de nabije toekomst zal voortzetten. Vanwege de tijdelijke verplaatsing van de effecten van de vervuiling die mensen vandaag uitstoten, zullen toekomstige generaties gegarandeerd een grotere mate van solastalgie en tierratrauma in hun leven ervaren dan wij in de huidige tijd.

    Terrafurieën
    Ik werd gevraagd om een ​​nieuw woord te creëren door ecologisch ingestelde vrienden die een gedeelde woede voelden over wat er met de wereld gebeurde, maar die precieze vorm van woede niet in zinvol Engels konden vertalen. Ik antwoordde met "terrafurie", of woede omwille de aardse.

    Terrafurie is de extreme woede die wordt losgelaten bij degenen die duidelijk de zelfdestructieve neigingen in de huidige vormen van industrieel-technologische samenleving kunnen zien, maar zich niet in staat voelen om de richting van dergelijke tierracide en ecocide te veranderen (zie hieronder). De woede is ook gericht op het uitdagen van de status quo in zowel intellectuele als sociaal-politieke termen. Terrafurie is woede gericht op degenen die het bevel voeren over de vernietiging van de aarde. Ik zie het als een beschermende woede, niet een die agressief is. In hoofdstuk 6 onderzoek ik echter het soort kracht en woede dat nodig is om de beschermers van deze aarde tegen kwaad te beschermen.

    Velen vóór de huidige generaties hebben een precieze woede gevoeld over de vernietiging van onze eigen ondersteunende omgeving en de huizen van talloze andere wezens die niets anders willen dan leven en zich voortplanten. J. A. Baker schreef in 1971 een kort essay, "On the Essex Coast", waarin hij pleitte voor degenen die tegen de verdere ontwikkeling van dit laatste overblijfsel van wildheid in Zuidoost-Engeland waren. Tijdens een wandeling langs de kust kwam hij een dode, met olie doordrenkte duiker (watervogel) tegen. Zijn nadenken over hoe deze vogel leefde en stierf, veroorzaakte een stortvloed van solastalgie, evenals zeer nauwkeurig gerichte woede. Baker geeft lucht aan deze woede:

    Ik maal maar door over de duiker, in een te grote woede om iets duidelijk te zien of te horen. Na een dag van rust heb ik de onuitwisbare afdruk van de mens weer gezien, heb ik weer de ondraaglijke stank van geld geroken. Een gele kwikstaart flitst voor me uit, een schitterende fakkel die opvlamt in de zon. Dat lijkt in ieder geval nog schoon, nog onaangetast. Maar wie kan weten welke verraderlijke chemische gruwel er onder die briljante veren aan het werk is?

    Er is hier een diepgewortelde woede over de onrechtvaardigheid van de menselijke invloed op de rest van de natuur, en de dood en ziekte die door onze industriële krachten zijn losgelaten. Het is ook een politieke woede, gericht op politici, aangezien hij de rest van ons waarschuwt zich niet te laten "vermurwen door de slaapliedjes van onverschillige politici". om de vernietiging van hun land en cultuur te ervaren.

    Terrafurie zal waarschijnlijk een meer algemene emotie worden naarmate de aanrandingen van de aarde vaker voorkomen en wijdverspreider worden. Net als in de Upper Hunter van NSW, zijn de technologieën die nu worden gebruikt om de aarde te vormen zo krachtig dat "de woeden tegen de machine", evenals tegen de eigenaren van de machine, de enige verstandige optie wordt .

    Terrafurie kan ook worden uitgedrukt als een vorm van woede en creativiteit op het milieu. In april 2007 schreef ik een terrafurisch gedicht, hieronder afgedrukt, dat een aantal thema's samenbracht. Het is geschreven naar aanleiding van het vrijgeven van informatie over de vervrouwelijking van de bevolking van Aamjiwnaang First Nation-mensen in Canada en van de wilde Bijtschildpadden. Er worden twee keer zoveel meisjes geboren als jongens, en de "gefeminiseerde" mannelijke schildpadden hebben een kleinere penis. Aangenomen wordt dat vervuiling door "Chemical Valley" in Sarnia, Ontario, een rol speelt.

    Benjamin Chee Chee was een Indiaanse kunstenaar, nu beroemd om zijn portretten van Canadese ganzen en andere vogels. Hij pleegde zelfmoord in 1977 op drieëndertigjarige leeftijd. Ik interpreteer zijn eenvoudige, gracieuze en zeer gestructureerde kunstwerken met ganzen als een poging om de wereld in balans en op orde te houden. Als Native American probeerde hij de persoonlijke en culturele pathologie en tragedie van nostalgie en solastalgia te verslaan. De Aamjiwnaang vertellen over ganzen die probeerden te landen op een vijver in Chemical Valley in een wolk van benzeen en stierven voordat ze het water raakten. De zelfmoord van Chee Chee, de problemen van inheemse volkeren en de ineenstorting van de orde in Canadese ganzen lijken met elkaar verbonden.

    Duizend jaar Aamjiwnaang-dromen
    geesten aangeraakt door pure stoom
    van zweethutrotsen
    die het geheugen van een cultuur vrijmaken.

    Honderd korte jaren van inversie
    in de Chemische Vallei
    vluchtige emissies in elke ruimte
    Is de ahornsiroop echt zoet?

    Ganzen strijden om vorming in miasmische lucht
    benzeen tranen in het oog van de kunstenaar
    de redenen daarvoor blootleggen
    Benjamin Chee Chee's zelfmoord.

    Lieve onschuldige jongens worden vermist
    Zokrimpt ook de Snapping Turtle-penis
    in de chromosoomchaos
    de Hopi noemen Koyaanisqatsi.

    Honderd lange jaren van restauratie
    Ganzen, schildpadden en kinderen
    wederom in perfecte formatie
    leven in mooie balans.

    Voorbij de spontane uitdrukking van terrafurie, ecoactivisme gericht op de vernietigende krachten is een positieve uitlaatklep voorwoede. Woede kan worden omgezet in activisme. In het verleden was ecologisch activisme grotendeels geweldloos, met uitzondering van passief-gewelddadige acties zoals het vastzetten van bomen om houtkap te voorkomen. Terwijl de woede toeneemt en de onverschillige of zelfs vijandige politici de aarde blijven verwoesten, zou terrafurie wel eens kunnen omslaan in geweld gericht tegen degenen die toestaan ​​dat de "onuitstaanbare stank van geld" levenskrachten blijft corrumperen en doden.

    In hoofdstuk 6 zal ik dit idee verder uitdiepen met een onderzoek naar de potentieel positieve kant van terrafurie als uitdrukking van ecomasculiniteit en ecofemininiteit.

    Necrofilie en eco-necrofilien
    In het uiterste geval kan het volledige gebrek aan empathie voor het leven en de vijandigheid ertegen zich manifesteren als een vorm van necrofilie, gedefinieerd als een liefde voor de dood.66 De steun voor het leven wordt tenietgedaan door de hebzucht naar rijkdom en productiviteit die de aarde te boven gaat. zonder verlies van vitaliteit van het ecosysteem. Hebzucht kan het leven op korte termijn overtroeven. Erich Fromm breidde het concept van necrofilie uit van een seksuele perversie naar een hele benadering van leven en dood. In The Heart of Man betoogde hij:

    Terwijl het leven wordt gekenmerkt door groei op een gestructureerde, functionele manier, houdt de necrofiele persoon van alles wat niet groeit, alles wat mechanisch is. De necrofiele persoon wordt gedreven door het verlangen om het organische in het anorganische te transformeren, om het leven mechanisch te benaderen, alsof alle levende personen dingen zijn... Geheugen, in plaats van ervaring - hebben, in plaats van zijn is wat telt. De necrofiele persoon kan alleen betrekking hebben op een object - een bloem of een persoon - als hij het bezit; vandaar dat een bedreiging voor zijn bezit een bedreiging voor hemzelf is, als hij het bezit verliest, verliest hij het contact met de wereld... Hij houdt van controle, en terwijl hij controle uitoefent, doodt hij het leven.

    Het verband tussen necrofilie op deze manier opgevat en de vermarkting van de natuur onder het kapitalisme is maar al te gemakkelijk te leggen. De neiging om de natuur in dollars te willen waarderen om haar als eigendom te waarderen om haar te 'redden' onder een neoliberaal model van kapitalisme is een necrofiele versie van het veranderen van leven en levende processen in dode dingen. Necrofilie wordt eco-necrofilie en, samen met de vermarkting van de natuur, worden onze aardse emoties vermarkt en uiteindelijk uitgeroeid.

    Terwijl oude vormen van eco-necrofilie, zoals trofeejacht, onverminderd doorgaan, zijn er in de eenentwintigste eeuw nieuwe vormen ontstaan. In de digitale wereld, waar dood en chaos ongestraft kunnen worden uitgevoerd in realistische games, kan een vorm van onverschilligheid voor het lijden van anderen gemakkelijk worden omgezet in een onvermogen om zelfs maar het lijden van anderen waar te nemen, inclusiefniet-menselijke wezens in de natuurlijke wereld. Een dergelijke toestand kan zelfs worden verergerd door getuige te zijn van geweld en dood in de natuurlijke wereld, alleen via natuurhistorische documentaires. De realiteit van de dood wordt nooit onthuld, omdat onze zintuigen er dof voor zijn geworden en de stank van de dood volledig is verwijderd uit onze dagelijkse ervaring.

    Ecocide en Tierracide
    'Ecocide', of het doden van ecosystemen, is een term die in gebruik is sinds het in de jaren 70 door Arthur Galston werd bedacht. Het werd uitgelokt door het uitgebreide gebruik van herbiciden zoals Agent Orange tijdens de oorlog in Vietnam. De omvang van de schade aan de bosbedekking van Indochina was zo groot dat Galston terecht dacht dat de wereld een nieuw concept nodig had voor een dergelijke grootschalige antropogene verwoesting van de ecosystemen van de aarde. De term heeft een lange levensduur gehad, met mensen zoals Polly Higgins die het idee in internationaal recht en bestuurscontexten brachten. Ik heb de neiging om ecocide en de dood van ecosystemen te beschouwen als bestaand op een schaal die kleiner is dan die van de hele aarde. Higgins heeft zich in haar campagne Eradicating Ecocide aangesloten bij de concepten ecocide en solastalgie in haar recente werk. Ze onderhoudt:
    Ecocide heeft op veel niveaus nadelige gevolgen; er kan schadelijk zijn zowel ecologisch als cultureel. Onze emoties en onze zintuigen worden aangetast; we voelen en zien de negatieve impact van ecocide. Gemeenschappen die het meest door ecocide zijn getroffen, lijden aan wat bekend staat als solastalgia. Op collectief niveau voelen gemeenschappen een diep gevoel van isolatie en intense verlatenheid. Dit wordt nog verergerd door het gebrek aan macht van de gemeenschap tegenover de macht van de staat en het bedrijfsleven, de pijn van het niet kunnen troosten in tijden van grote nood en het verlies van vaderland.

    De ondenkbare conclusie van het Antropoceen, met zijn terraphthoraanse neigingen, is het uitsterven van al het complexe leven op aarde: tierracide. Dit is de opzettelijke verwoesting van de hele biosfeer, zodat deze niet langer levensondersteunende processen kan ondersteunen. Zodra we ecocide (regionaal) en tierracide (planetair) als mogelijkheden binnen het Antropoceen krijgen, hebben we revolutionair denken nodig om ons uit zo'n lot te halen. In het volgende hoofdstuk wil ik precies zo'n revolutionair platform bieden. Om ecocide en tierracide te voorkomen, moeten we immers alles veranderen.

    Blijft de moeilijke vraag of mensen in staat zijn om de noodzakelijke veranderingen aan te brengen en de mogelijkheid dat we in feite een necrofiele soort zijn. Bill Rees heeft zijn antwoord op de vraag gegeven:Ik herleid dit raadsel tot de ooit adaptieve, onderbewuste, genetische aanleg van de mensheid om uit te breiden (gedeeld met alle andere soorten), eentendens versterkt door het sociaal geconstrueerde economische verhaal van voortdurende materiële groei. Helaas zijn deze eigenschappen onaangepast geworden. Het huidige co-evolutionaire pad van de menselijke onderneming en de ecosfeer brengt daarom de beschaving in gevaar --zowel defecte genen als kwaadaardige "memes" kunnen worden "uitgeselecteerd" door een veranderende fysieke omgeving. Om duurzaamheid te bereiken, moet de wereldgemeenschap een nieuwe culturele verhaal dat expliciet is ontworpen om op een eindige planeet te leven, een verhaal dat de achterhaalde aangeboren expansionistische neigingen van de mensheid overstijgt.

    In het volgende hoofdstuk zal ik de aangeboren aard van de terrapthorische neiging in de menselijke natuur in twijfel trekken en een nieuwe culturele meme construeren die de mensheid weer op het goede spoor zal zetten naar een aardse toekomst.