In dit in 2012 gedeeltelijk vernieuwde werkstuk uit
1997 worden de tropische regenwouden beschreven. Ten tweede zal er nader worden
ingegaan op het belang van de regenwouden Verder zal ingegaan worden op de
toekomst van de regenwouden. Waarom een revisie van dit werkstuk? Er zijn
sinds 1997 15 jaar verstreken. Er is meer onderzoek gedaan naar de regenwouden.
Het is daarom goed deze nieuwe kennis te bundelen en te delen. Daarnaast zijn
er op het wereldwijde web prachtige foto's te vinden die de vorige foto's
vervangen.
In 1997 schreef ik bijvoorbeeld dat de tropische regenwouden
in twintig jaar grotendeels verloren zouden gaan door het ingrijpen van de
moderne mens. 15 jaar Later is het tijd na te gaan wat er van deze voorspelling
uitgekomen is. Aan de hand van de tabel hiernaast is er sinds 1997, 178094
vierkante kilometer regenwoud van de Amazone in Brazilië, verdwenen. dat is
4,29 keer de oppervlakte van Nederland.
Het is verheugend te constateren dat er in 2012 nog steeds een groot areaal
van de regenwouden over is en dat de ontbossing zich niet progressief heeft
voortgezet. Het tempo van de ontbossing in de Braziliaanse Amazone, neemt
sinds 2005 af. Tegelijkertijd is duidelijk dat de afname van regenwoud zich
voortzet en de aandacht van de moderne mens vergt. Cijfers over de wereldwijde
ontbossing zijn er wel via het internet te vinden maar zijn incompleet en
daardoor moeilijk te interpreteren. De meest betrouwbare cijfers stammen al
weer uit 2005 en zijn door de VN verzameld Toen werd het tempo van de wereldwijde
ontbossing geschat tussen een half procent en 0,8 procent op jaarbasis 62000
vierkante kilometer ofwel anderhalf keer de oppervlakte van Nederland. Bij
dit onderzoek werden de gegevens van 62 landen gebruikt.
Terug naar index
De tropische regenwouden zijn behalve een rijke
wereld van flora en fauna, een belangrijke long van de aarde.
Tropische regenwouden domineren de drie grote gebieden
van de wereld waar de regenval het grootst is: centraal en Zuid-Amerika (Het
meest uitgestrekt in het Amazonegebied, Zuidoost Azië en de aanliggende
eilanden en West Afrika. Kleinere gebieden komen voor in Noordoost Australië.
De
tropische regenwouden omvatten ongeveer 7% van het aardoppervlakte maar leveren
meer dan 25% van de zuurstof.
De temperaturen en vochtigheid in deze biomen
, zijn
altijd hoog (variërend tussen de 18 en 32 graden Celsius) en omdat het
grootste gedeelte van het tropisch regenwoud rond de evenaar ligt, zijn dagen
en nachten het hele jaar door van gelijke lengte.
Meestal is er vanaf de polen en over de oppervlakte
van de aarde een luchtstroom richting evenaar. Wanneer deze met vocht gevulde
winden de evenaar bereiken stijgen zij door de warmte omhoog en produceren
regen. Dit voortdurend proces zorgt ervoor dat het bij de evenaar tussen 23
graden noorder- en tussen 23 graden zuiderbreedte bijna altijd regent. Over
een jaar genomen kan tot 3,5 meter regen vallen.Ter vergelijking in Nederland
is dit gemiddeld 75 cm. Ook al kan het sommige maanden wat droger zijn, toch
valt er meestal genoeg regen om de plantengroei niet te belemmeren.
Er zijn verschillende vormen van tropische regenwouden.
Naast laagland en vloedbossen onderscheidt men de veel koelere en berglandbossen
boven 900 meter en de zogenaamde getijdebossen (mangrove die met hun wortelstelsel
in het zoute water staan. Mangrovebossen zijn van enorm belang als broedplaats
van vissen.
De laaglandbossen vormen het klassieke voorbeeld van
de tropische regenwouden. Over deze wouden handelt de scriptie.
Terug naar index
Structuur en vruchtbaarheid:
Tropische regenwouden hebben tenminste 5 lagen en hebben
zich zo aan hun omgeving aangepast dat ze kunnen overleven op een voedselarme
bodem.
De bomengroei is weelderig. De hoogste bomen en bomen
die een aaneengesloten gewelf vormen zijn 70 meter. Daarna komt een laag bomen
die een hoogte van 35 meter bereiken. Na deze twee lagen zijn er lagere bomen
die opnieuw een aaneengesloten lager gewelf vormen. Hierna komen de struiken
en kruiden. Op grond niveau dringt maar 1% van het zonlicht en geen wind door.
Hierdoor groeien op de bodem weinig planten en ziet het grondniveau van het
regenwouden er open en opgeruimd uit.
Slechts waar het zonlicht de bodem kan bereiken, een
open plek, of langs een rivier: is wel een hakmes nodig,
om een weg te banen. In Nederland worden bomen preventief gekapt, maar in
een wild oerwoud kan je beter dekking zoeken als het stormt. Dan vallen dikke
takken naar beneden, en regelmatig valt er een hele boom om, die van ouderdom
is gestorven. Via een domino-effect, en omdat bomen verbonden zijn met lianen,
ontstaat er dan een vrij grote open plek. Er zijn echter talloze planten wiens
zaden al lagen te wachten op zo'n gebeurtenis, en onmiddellijk groeit zo'n
open plek weer dicht met vaak stekelige struiken (zoals in Nederland de Braam),
die dan weer kleine snelgroeiende bomen een kans geven. Een voorbeeld van
die laatste is de bos-papaya. Dit is een familielid van onze Brandnetel. De
Bos-Papaja steekt echter niet zelf, maar heeft hiervoor mieren ingehuurd.
Die mieren beschermen de boom dus tegen planteneters, en in ruil mogen ze
niet alleen in de holle stam wonen, maar krijgen ze zelfs voedsel uit de bruine
klieren, onderaan de basis van de bladsteel.
De
meeste plantensoorten komen het hele jaar voor en hebben elipsvormige bladeren
waarvan vele spits toelopen om het water snel te kunnen afvoeren. Hierdoor
wordt de groei van korstmossen en algen geremd. De stammen zijn meestal licht
van kleur, recht en verticaal gesteund door grote wortels die als steunberen
fungeren om de bomen stevig te laten staan in de dunne ondergrond. De schors
van de bomen is glad en hier en daar bedekt met korstmossen. Lianen lange
grote houtachtige klimstruiken zijn overal evenals epifyten (planten die op
bomen groeien maar niet parasiteren). De boom heeft er verder geen last van
hij dient alleen als zitplaats.
Bomen doen er in de regel overigens 50 jaar over om
volwassen te worden.
Eens dacht men dat de bodem van de tropische regenwouden
ongelofelijk vruchtbaar zou zijn. In feite wordt het organisch materiaal op
de bodem door de overvloedige regenval er snel weer uitgewassen. Hierdoor
blijft de vruchtbare organische laag op de bodem dun en is snel verdwenen
wanneer het regenwoud door hout kap verdwijnt. De tropische regenwouden worden
wel eens vergeleken met een uitzonderlijk levend organisme dat gebouwd is
op een woestijn.
De bomen hebben zich aan deze situatie aangepast door
dichte en grote netwerken van wortels die wel honderd meter lang kunnen worden
en mycorrhizae( een wortelzwam en micro-organisme) die vallende bladeren en
planten snel afbreekt en recyclet naar de bomen tot wel 60 keer sneller dan
in de noordelijke naaldwouden. De bomen houden de humus door hun lange wortelstelsels
bij elkaar. En voorkomen zo erosie.
Terug naar index
De tropische regenwoud
en
kenmerken zich door een veelvormigheid van soorten. Er komen meer verschillende
planten en dieren voor dan waar ook ter wereld. Op dit moment zijn zelfs nog
vele tienduizenden soorten niet bekend. Veel soorten zijn zeldzaam, gespecialiseerd
en zijn geografisch bepaald tot kleine stukjes van het regenwoud.
Veel bomen in de tropische regenwouden lijken op elkaar
maar toch kunnen er meer dan 200 verschillende soorten op een oppervlakte
van nog geen hectare voorkomen. In vergelijking hiermee zijn de vierhonderd
soorten die in het gematigde klimaat van het Noordelijk halfrond voorkomen
slechts een klein aantal. Palm-, gember-, vijgen- en bananenbomen zijn de
meest bekende tropische regenwoud- bomen. Fruit en nectar zijn zeer belangrijk
als voedsel voor de dieren in dit bioom en de bomen van het woud lijken een
competitie met elkaar te leveren in het verspreiden van zaad en pollen voor
de dieren voor de productie van prachtige bloemen en heerlijk fruit.
Vooral
vogels bereiken hun grootste diversiteit in dit bioom
tot wel 500 soorten op een enkele tropische lokatie.
Tot de vogels van het tropisch regenwoud horen papagaaien, Toekans, kolibries,
ovenvogels en miervogels.
Hagedissen, slangen en kikkers
zijn
eveneens ongelooflijk divers in de tropische regenwouden. Veel soorten worden
alleen hier aangetroffen.
Er worden miljoenen insectensoorten aangetroffen waaronder
talloze mierensoorten. Nieuwe soorten worden voortdurend ontdekt.
Binnen een vierkant van iets groter dan een vierkante kilometer kunnen wel
1500 vlindersoorten worden aangetroffen.
Vergeleken met landen als de Verenigde Staten en Canada samen waar maar net
750 verschillende vlindersoorten worden aangetroffen, is dit een ongelooflijk
aantal. p>Zoogdieren zijn niet zeer divers in de tropische regenwouden. Dit
vanwege de lage productiviteit van de bodem van de tropische regenwouden maar
apen en vleermuizen spelen een belangrijke rol in de verspreiding van zaden
wanneer ze de gewelven van de regenwouden doorkruisen op zoek naar vruchten
en zaden. Andere veelvoorkomende zoogdieren zijn antilopen, cavia's, reeën,
zwijnen, katachtigen, muizen
Plant en dier- interacties inclusief vele symbiotische
verbindingen zijn intens en zeer complex en hebben geleid tot een indrukwekkende
schaal van aanpassingen die nergens elders wordt waargenomen. De symbiotische
verbinding tussen woudbomen en zwammen bijvoorbeeld horen tot de belangrijkste
v
an
deze relaties.
De interacties tussen prooidieren en prooi zijn zeer
intens evenals de camouflage die gebruikt wordt om zich te verschuilen. Dieren
en planten oefenen op grote schaal mimicry uit. Insecten kunnen er uit zien
als twijgjes. Motten hebben zeer grote ogen op hun
vleugels
en de niet giftige slangen hebben dezelfde kleur als hun giftige soortgenoten.
Vooral voor de dieren is de aanpassing van het leven
in de bomen (een complexe multidimensionale wereld) belangrijk. Het is dan
ook geen wonder dat veel van de activiteiten in het bladergewelf, waar de
plantenproductie het grootste is, plaatsvinden. In tegenstelling tot het bekende
vooroordeel, is een wandeling door de tropische regenwouden tamelijk rustig.
Sommige mensen vergelijken het zelfs met het wandelen in een kathedraal. Wanneer
men in het gebied wil komen waar het minder rustig is moet men in het groene
gewelf klimmen. Veel wetenschappers doen dit met een speciale uitrusting.
Aldaar barst het van het leven.
Terug naar index
Wie wonen er in het regenwoud?
Als voorbeeld voor een beschrijving van bewoners van
de tropische regenwouden is gekozen voor de indianenvolken Arawakken, de Cariben
en de bosnegers, of de Marrons (van het tropisch regenwoud van Suriname).
Terug naar index
 |
Zelf houden ze van gerookte vis. Dat spoelt
ook lekker weg met een mok 'bier', wat uit het (giftige) sap van de Cassave-knol
bereid wordt. Een perfecte combinatie - voor wie er van houdt... Deze
mensen hebben dan het zeilschip uitgevonden, maar het wiel was ze onbekend.
Ze gebruiken het zelfs niet voor pottenbakken. Maar dat neemt niet weg
dat ze mooie potten kunnen bakken, waarbij er verschillende kleuren klei
gecombineerd worden. Er wordt ook landbouw gepleegd (Cassave is een belangrijk
gewas), en tussen de huizen staan ook nuttige planten, zoals Papaja-bomen. |
 |
Terug naar de index
(van het tropisch regenwoud van Suriname):
De Marrons zijn de afstammelingen van zwarte slaven,
die meer dan twee eeuwen geleden ontsnapten van de plantages. Boven de eerste
sula's (stroomversnellingen) waren ze veilig voor hun achtervolgers , die
met hun grote schepen niet konden komen daar niet konden komen.
De verschillende groepen ontsnapte slaven behielden
hun Afrikaanse cultuur, en vormden weer stammengemeenschappen. Elk dorp heeft
zijn eigen mondelinge geschiedenis, en men kan precies navertellen van welke
plantage de voorouders van dat dorp ontsnapten, met veel details en namen
en avonturen van hun helden. Ook de blanke bazen zijn nog bij naam bekend.
In 1760 werd een vredesverdrag gesloten tussen de Bosnegers en de Hollanders,
waarbij de stammen der Marrons autonomie verleend werd binnen Suriname. Terug
naar index
Het belang van de tropische
regenwouden:
De tropische
regenwouden functioneren door hun bijdrage in de zuurstofproductie als het ware
als een long voor de aarde. Daarnaast dragen de tropische regenwouden blij aan
de opname van kooldioxide ofwel de broeikasgassen. Algemeen aanvaard wordt dat
het verbranden van regenwouden en het kappen verantwoordelijk is voor 25 tot
30 % toename van kooldioxide.
Zoals in de beschrijving van de tropische regenwouden reeds uiteen werd gezet
vormen deze wouden een uniek biotoop dat gekenmerkt wordt door een ongekende
rijkdom van flora en fauna.
Voor de landen waar de tropische regenwouden liggen vormen zij voornamelijk
vanwege de unieke houtsoorten een bron van inkomsten. Door de grote rijkdom
aan geneeskrachtige planten zullen de regenwouden in de toekomst een belangrijke
bron van inkomsten gaan vormen via de farmaceutische industrie. Voor de oorspronkelijke
bewoners van de tropische regenwouden die in evenwicht met de natuur leven zijn
de regenwouden de voorwaarde tot voortbestaan.
Terug naar de index
Het economisch belang van de tropische
regenwouden :
Het tropische regenwoud in Brazilië wordt leeggekapt
doordat de Braziliaanse regering miljoenen stedelingen en kleine boeren voorgespiegelt
dat zij door de grond te ontbossen en in cultuur te brengen of te gebruiken
voor veeteeld, grondbezit kunnen verwerven. Voor landbouwgrond is de arme grond
van de tropische regenwouden echter niet geschikt en worden de landbouwers gedwongen
om te verhuizen naar weer een ander stuk grond wat weer ontbost moet worden.
In het kielzog van veetelers en landbouwerd, volgen grondspeculanten,
wegenbouwers en andere ondernemers
Deze transmigratie leidt tot een ernstige verstoring van
het natuurlijk evenwicht tussen de mens (indianen) en zijn omgeving.
Ook de multinationals
die tropisch hardhout exploiteren hebben een economisch belang bij de tropische
regenwouden. Wegens zijn waarde op de internationale markt noemt men tropisch
hardhout ook wel 'groeiend goud'. In 1986 bedroeg de wereldexport 6,7 miljard
US dollars. Toch is de houthandel slechts voor 20% verantwoordelijk voor de
ontbossing en wordt niet meer dan 25% van dat volume geëxporteerd naar
het buitenland.
Nadat in Brazilië rond 1980 goud werd ontdekt in het stroomgebied van
de Amazone en in oude rivierbeddingen, kwam er een ware "goldrush" op gang in
de tropische regenwouden. Hierbij maakt men gebruik van kwik. In de' wilde mijnbouw'
wordt bij het amalgeren, uiterst slordig met
kwik omgesprongen. Aangenomen wordt dat per kilogram goud 1,32 kilo kwik in
het milieu verdwijnt. Kwik wordt in Brazilië niet geproduceerd, maar kan
overal worden gekocht zonder vereiste vergunning . In 1989 werd 41% van het
geleverde kwik, ter grootte van 337 ton , geïmporteerd via tussenhandelaren
in Nederland.
Naar schatting zijn in het Amazonegebied en in de tropische regenwouden van
Brazilië, nu 500.000 goudzoekers, min of meer illegaal , aan het werk.
Naar goud wordt gezocht op tientallen plaatsen in het Amazonewoud dat daartoe
eerst wordt ontbost en afgegraven.
De laatste jaren maakten de goudzoekers gebruik van hydraulische materieel
waarmee tonnen rivierslib vanaf vlotten worden opgezogen.
Met name de medicinale planten van de tropische regenwouden
worden door de farmaceutische industrie steeds belangrijker gevonden. Reeds
nu is een heel scala van moderne geneesmiddelen afkomstig uit de tropische regenwouden.
Daartoe behoren spierverslappers (tubocurarine) en middelen tegen malaria(
kinine), kanker (vinblastine), verhoogde oogboldruk (pilocarbine) en de ziekte
van Parkinson (L-Dopa). De meeste daarvan hebben een zo ingewikkelde chemische
structuur dat zij niet zonder hoge kosten na te bootsen zijn in laboratoria.
De farmaceutische industrie realiseert zich dat het juist
nu, door de snelle verdwijning van de flora en hogere planten van de tropische
regenwouden (3000 planten per jaar verdwijnen door de hout kap) belangrijk is
zoveel mogelijk planten van de tropische regenwouden te onderzoeken op hun farmaceutische
waarde. Bovendien zijn nu de biotechnologische hulpmiddelen beschikbaar voor
het vereiste farmaceutische massa-onderzoek.
Een goed voorbeeld is de werkwijze van het National Cancer
Institute (NCI) in de V.S. dat sinds de jaren vijftig als voortrekker werkzaam
is op dit gebied. Men beschikt daar over celcultures van meer dan 60 verschillende
menselijke tumoren, waarop jaarlijks duizenden plantenextracten op hun celdodende
effecten worden getoetst. Bij een positieve reactie wordt het werkzame bestanddeel
geïsoleerden vervolgens als geneesmiddel uitgetest bij proefdieren en mensen.
Elk geneesmiddel vergt tien jaar onderzoek voor het kan
worden geregistreerd als nieuw medicament. De ontwikkelingskosten bedragen circa
250 miljoen US dollars. De productie van het medicament bevat o.a. het verzamelen
van de plant in het wild of van kwekerijen, Behalve in die enkele gevallen waarbij
het kan worden via volledige chemische synthese of culturen van plantencellen.
Het NCI kwam enkele jaren geleden in het nieuws door de ontwikkeling van een
middel tegen eierstokkanker (taxol) Taxol wordt gewonnen uit de taxusboom uit
de V.S. De behandeling per patiënt kost F20.000,- maar ook ettelijke eeuwenoude
bomen. Alternatieve productiewijzen, waarbij de taxus gespaard blijft zijn nu
overal in onderzoek.
Het ontdekken van de juiste plant in de tropische regenwouden,
is als het zoeken naar een speld in een hooiberg, tenzij gebruik wordt gemaakt
van de kennis van de inheemse medicijnman. Met behulp van zijn advies is de
kans op het vinden van veelbelovende planten vele malen groter. Het lukraak
zoeken maakt nu snel plaats voor de etnobotanische benadering, waarbij een vertrouwensrelatie
tussen de inheemse bosbewoners en de etnobotanici onmisbaar is. Omdat inheems
ziekten vaak heel verschillend benoemd worden dienen deze botanici bekend te
zijn met de westerse en plaatselijke gezondheidsleer.
De tot nu toe besproken economische belangen van de tropische
regenwouden waren toegespitst op de situatie in Brazilië maar ook in andere
delen van de wereld is sprake van deze vormen van exploitatie.
Chico Mendes, van huis uit rubbertapper en later vakbondsleider
in Brazilië was als geen ander zich er van bewust van de gevolgen van de
vernietiging van de tropische regenwouden. Tot zijn dood in 1988 was hij "de
stem van de tropische regenwouden van Brazilië" en probeerde hij het Braziliaanse
volk en de wereld bewust te maken van deze gevolgen: klimatologische veranderingen
met droogte, erosie, aardverschuivingen, overstromingen en toename van het broeikasteffect.
Volgens hem wordt met de huidige exploitatie van de tropische regenwouden de
kip met de gouden eieren geslacht. Voor velen geld als slagzin:"Use it or lose
it" ofwel het bos moet geld opbrengen om te kunnen worden gespaard. Daarbij
wordt gewezen op de economische waarde van de zogenaamde "niet-houtproductie
", zoals rotan, oliën, rubber, noten, honing, vruchten, cosmetica, kleurstoffen
en nu ook medicinale planten.
Terug naar index
Het belang van de inheemse bevolking:
Brazilië
telt ongeveer 200.000 indianen en 120 afzonderlijke indianenvolken, waaronder
het Yanomami- volk dat een van de meest talrijke is. In de tropische regenwouden
van Noord Brazilië wonen ongeveer 10000 Yanomami tussen de Orinoco en de
Amazonerivier. Zij behoren tot de oudste volken van Zuid-Amerika. De Yanomami
zijn het minst in aanraking gekomen met kerkelijke bekeerders en andere westerse
invloeden. Tot voor kort leidden zij een semi-nomadisch bestaan . Voor hun voedselvoorziening
waren zij aangewezen op bosvruchten en een kleinschalige milieuvriendelijke
manier van landbouw. Dit plantaardige menu werd aangevuld met vlees en vis afkomstig
van de jacht. Daartoe bewoonden zij sinds mensenheugenis een gebied van 90.000
km2. In de tropische regenwouden hebben zij een eigen systeem ontwikkeld
om te leven en te overleven. Indianen stammen zoals de Yanomami, Korubo en Zo'é beschikken over een grote kennis van de rijke flora en fauna van de regenwouden. Deze kennis benutten zij als voedselbronnen, bouw-technieken, persoonlijke verzorging en geneeskracht. De indianen leven in evenwicht met de natuur. Per dag hoeven zij maar 4 tot 5 uur productief te zijn om zich volwaardig te kunnen voeden en voor onderdak te zorgen.
Dit evenwicht is ernstig verstoord door de komst
van houthakkers, vissers, landbouwers en goudzoekers. Het leefgebied van de Indianen werd verkleind en verstoord. Er was sprake van gewelddadige botsingen met de nieuwkomers. Hierbij kwamen veel indianen om. Behalve hebzucht brachten de nieuwkomers ook allerlei ziektes mee waar het immuumsysteem van de indianen niet tegen bestand was. Uit medisch en bacteriologisch onderzoek in vijf Yanomami
- nederzettingen blijkt dat de verslechtering in de gezondheidstoestand van
de bewoners nauw gekoppeld is met de komst van de goudzoekers.
Terwijl voordien slechts 3% van de bevolking aan malaria
leed was dit drie jaar na de invasie (1990) meer dan 60%. In de periode 1987-1994
blijkt in de goudwingebieden 15% van de Yanomami indianen om het leven te zijn
gekomen en werden sommige nederzettingen volledig uitgeroeid. Malaria Tropica
was daarbij de belangrijkste doodsoorzaak. De lijst van ziekten omvat verder
dysenterie influenza, mazelen en tuberculose. Onder de goudzoekers werden in
1990 80 gevallen van AIDS geregistreerd en kort daarna de eerste gevallen bij
de Yanomami.
Er zijn verschillende gezondheidsposten in het Yanomami-gebied,
waaronder die van artsen zonder grenzen. Behalve in het laaglandgebied, is er
geen vaccinatie verricht wegens de afgelegen ligging van de nederzettingen en
de onbegaanbaarheid van het terrein.
Terug naar index
De toekomst van de tropische
regenwouden:
De snelheid waarmee de mens de regenwouden aan het opruimen is, is onvoorstelbaar.
Per jaar verdwijnt een oppervlakte van 3 a 4 keer de grootte van Nederland.
Per jaar verdwijnt 15,4 miljoen hectare tropisch bos, op een totale oppervlakte
van 1,2 miljard hectare In dit tot nu toe progressieve tempo zullen de regenwouden
over tien tot twintig jaar verdwenen zijn. Gezien het grote belang van de tropische
regenwouden voor zijn oorspronkelijke bewoners, de mensheid in zijn totaliteit
en het leven op aarde moeten alle pogingen in het werk gesteld worden om dit
te verhinderen.
Dit besef is internationaal groeiende en wordt gestimuleerd door milieuorganisaties
die via de massamedia een groter publiek en de politiek hiervoor pogen te mobiliseren.
Of deze activiteiten leiden tot een tijdige omkering van het afbraakproces van
de tropische regenwouden moet echter worden betwijfeld. Momenteel geven de regeringen
van de landen waar de regenwouden zich bevinden nog steeds meer concessie uit
voor hout kap en exploitatie uit zonder dat rekening gehouden wordt met een
duurzame exploitatie van het regenwoud. De cijfers in Brazilië geven aan
dat in het kapseizoen 1990/1991 10.880 vierkante kilometer bos werd gekapt.
Dat nam toe tot 14.562 vierkante kilometer in 1994, een stijging van 34 procent.
De eerste indicaties geven aan dat het kappen in 1995 nog is toegenomen. De
houtindustrie die deze concessie verwerft kapt niet selectief maar vernielt
soms tot wel 1 hectare om slechts bij een dikke grote zeldzame boom te komen.
Hoopvol voor het behoud van de tropische regenwouden is dat er onlangs(juli
1996) door de Braziliaanse regering het besluit is genomen voor de duur van
twee jaar alle concessies op het kappen van mahoniehout in te trekken.
Wereldwijd zijn er steeds meer bedrijven zoals The New York Times die geen
papier meer gebruiken waar houtpulp van de tropische regenwouden in verwerkt
is.
Aktiegroepen sluiten steeds meer wereldwijde coalities om het streven naar
het behoud van de regenwouden te bundelen. Een centrale rol hierin vervult RAN.
Rain Action Network. Grote bedrijven die op de een of andere manier de afbraak
van de tropische regenwouden finacieren worden voortdurend en met succes, onder
druk gezet en indien noodzakelijk met boykot-acties bedreigd. Bij deze bedrijven
horen o.a. Coca Cola, Burger King, Mitsubishi, Minute Maid, Orange Juice en
de Wereldbank.
Ondanks dat de tropische regenwouden niet geschikt zijn gebleken voor landbouwgrond
gaat het platbranden van grote bos percelen door kolonisten onverdroten door.
Hoe de tropische regenwouden behouden zouden kunnen worden laten de oorspronkelijke
bewoners het meest duidelijk zien. De oorspronkelijke bewoners vernielen geen
stukken land. Medicijnen worden uit de schors van omgevallen bomen gehaald.
Hun leefwijze wordt gekenmerkt door een evenwicht tussen mens en milieu.
Terug naar index
Nederland en de tropische regenwouden:
De Nederlandse regering wil haar bijdrage leveren om
het regenwoud te redden. Daarom formuleerde zij in 1991 het Regeringsstandpunt
Tropisch Regenwoud (RTR). Belangrijkste doelstelling is om te streven naar duurzaam
land- en bosgebruik. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat alleen nog
tropisch hout wordt geïmporteerd, als daarvoor in het land van herkomst
nieuw bos is aangeplant. Ondanks dat het regeringsstandpunt vergeleken met andere
landen uniek in zijn soort is, is het ook beperkt vanwege de fixatie op bomen.
De dieren worden nog buiten beschouwing gelaten.
Van deze ambitieuze kabinetsplannen om een bijdrage te
leveren aan het behoud van het tropisch regenwoud komt in de praktijk weinig
terecht. Van de 150 miljoen gulden die hiervoor in 1994 is gereserveerd, blijft
bijna 50 miljoen onaangeroerd. Bovendien zouden verdeeld over diverse departementen
100 ambtenaren worden ingezet om hun bijdrage te leveren aan redding van het
regenwoud; in de praktijk houden zich hier slechts 18 mensen mee bezig. Dat
blijkt uit een evaluatie-onderzoek van het Nijmeegse bureau IME Consult, uitgevoerd
in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV).
IME Consult heeft bekeken wat de diverse ministeries
doen om de doelstellingen te bereiken. De conclusies in het rapport zijn ronduit
negatief. De beoogde uitgaven voor behoud en beheer van tropisch regenwoud worden
niet gehaald. Met name de ministeries van landbouw, economische zaken en VROM
hebben 'zeer geringe budgetten' voor het tropisch regenwoud gereserveerd. Van
samenwerking tussen departementen voor ondersteuning van projecten is nauwelijks
sprake.
Ondanks dat de Nederlandse regering weinig haast lijkt
te maken met de bescherming van de tropische regenwouden, realiseren vooral
de Nederlandse gemeente zich steeds meer dat het nodig is duurzaam te bouwen
en hierbij geen hout te gebruiken uit de tropische regenwouden tenzij aangetoond
kan worden dat het gewonnen hout ook op een milieuvriendelijke manier gewonnen
is en dat zorg is gedragen voor herplant en conservatie van de tropische regenwouden
waar dit hout vandaan komt.
Terug naar index
Onderzoek naar een verantwoorde houtwinning:
Onderzoek naar de tropische regenwouden is noodzakelijk
om beter te kunnen streven naar het behoud ervan. Zonder voldoende kennis kunnen
geen gerichte matregelen tot stand komen die de tropische regenwouden op de
lange duur kunnen redden. Deze kennis is er helaas nog nauwelijks.
Onderzoek van het ropisch regenwoud is weliswaar reeds
veel gedaan maar wanneer men bedenkt dat pas 5% van de samenstellende elementen
van het rengenwoud bekend is en dat nog veel minder bekend is van de onderlinge
relaties tussen samenstellende elementen. Dan moet er nog veel meer onderzoek
volgen.
Tegen de achtergrond van het Regeringsstandpunt Tropisch
Regenwoud (RTR) verschijnen er steeds meer onderzoeken die gericht zijn op de
houtproductie en het behoud van de tropische regenwouden. Sommige van deze onderzoeken
laten zien dat het mogelijk is de tropische regenwouden zodanig te exploiteren
zijn dat er geen aantasting volgt.
Duurzame productie van hout kan bijdragen tot het behoud
van tropische regenwouden. Door deze vorm van landgebruik blijven ecologisch
belangrijke eigenschappen van het bos behouden en profiteert het land van de
inkomsten en werkgelegenheid." Aldus fysisch geograaf Leo Brouwer(1996). In
de regenwouden van Guyana onderzocht hij de kringloop van voedingsstoffen en
de effecten van houtkap hierop. Op 1 november 1996 promoveerde Brouwer bij de
faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Brouwer onderzocht of en hoe het mogelijk is om bomen
te kappen zonder de voedingsstoffenkringloop onomkeerbaar te verstoren. Uit
zijn onderzoek blijkt dat het mogelijk is deze verstoring te beperken. Brouwer:
"Er moeten niet te veel bomen op een plaats worden gekapt; er mag hooguit een
opening van ongeveer 500 m2 in het kroondak ontstaan. Dat wil zeggen dat er
niet meer dan twee tot vier bomen naast elkaar gekapt mogen worden. Wortels
van naburige, levende bomen kunnen dan de voedingsstoffen opnemen die vrijkomen
door vertering van bladeren en dergelijke."
Volgens Brouwer is het verder van belang de verstoring
van de bodem door zware machines zoveel mogelijk te vermijden. "Nu rijden deze
machines -je kunt ze vergelijken met pantserwagens- kriskras door het bos waardoor
de kwetsbare toplaag van de bodem, waarin het grootste deel van de wortels zit,
wordt beschadigd. Het zou veel beter zijn om zo'n machine het bos in te rijden,
stil te zetten en dan met een lier de stammen eruit te slepen. Met een lier
kun je zeker 30 meter ver reiken."
Brouwer: "Veel mensen denken dat tropenbossen die op
zulke extreem arme bodems groeien zo kwetsbaar zijn dat je er helemaal niets
mee kunt doen. Ik heb laten zien dat duurzame exploitatie van deze bossen wel
degelijk mogelijk is, maar wel onder strikte voorwaarden. Dan kan exploitatie
zelfs bijdragen tot het behoud van het bos, want als het iets oplevert, beschouwen
mensen het bos eerder als waardevol.
Dit onderzoek is dus geen excuus om flink te gaan kappen.
Er zal genoegen genomen moeten worden met een relatief geringe houtopbrengst
van bijvoorbeeld 30 m3 hout (8 à 10 bomen) per hectare, eens in de 30
jaar. Voor een rendabel bedrijf zijn dan een strak management en goede houtprijzen
noodzakelijk. Vanuit de bosbouwkundige dienst van de overheid moet er een goede
controle zijn om erop toe te zien dat de regels worden nageleefd. Helaas ontbreekt
het daar nogal eens aan."
Duurzame exploitatie zou volgens Brouwer ook gestimuleerd
worden als de overheid in Guyana concessies (kapvergunningen) zou uitgeven voor
eeuwig, met een clausule tegen wanbeheer. Nu gelden de concessies slechts voor
enkele tientallen jaren en soms nog korter.
Onderzoek naar het economisch gebruik van medicinale
planten: Uit onderzoek in Belize(Midden Amerika) blijkt dat de economische
waarde van een hektare tropische regenwoud als leverancier voor medicinale planten
groter is dan wanneer het bos wordt gekapt om het land als lanbouw- of veeteeldgrond
te gebruiken. Wil men inderdaad overgaan tot deze manier van benutten van de
tropische regenwouden dan is het noodzakelijk dat de lokale bevolking kan delen
in de winst die met medicinale planten gemaakt kan worden. De industrielanden
van het Noordelijk halfrond dienen daartoe hun kennis en technologie te exporteren
naar landen waar de tropische regenwouden liggen. Tevens dienen er kleinschalige
inheemse farmaceutische bedrijven opgericht te worden die de productie van medicijnen
uit de medicinale planten van de tropische regenwouden ter hand kunnen nemen.
Terug naar index
De toekomst van de bewoners van de
tropische regenwouden:
Tot nu toe is het droevig gesteld met de toekomst van
met name de indianen die in de tropische regenwouden van Brazilië wonen.
Hun aantal wordt zienderogen gedecimeerd door allerlei ziekten die geïmporteerd
worden door de goudzoekers. Door het op grote schaal verkeerd gebruiken van
kwik komt kwik in de bodem en rivieren tercht om uiteindelijk in de voedselketen
te belanden. Vooral in vis. Daar de indianen van de tropische regenwouden van
het Amazonegebied in Brazilië grote viseters zijn worden ook zij in toenemende
mate getroffen door kwikvergiftigingen.
Af en toe boeken de Indianen hierbij geholpen door mensenrechten-organisaties
kleine successen.
De
Guarani-Kaiowa Indianen bijvoorbeeld slaagden erin hun stukje tropische regenwoud
te behoeden voor hout kap t.b.v. landbouw en veeteeld-exploitatie. De Guarani-Kaiowa
Indianen waren zelfs bereid zich dood te vechten of collectief zelfmoord te
plegen. Toch zou er waarschijnlijk niet naar hun dreigement geluisterd zijn
wanneer de 247 Guarani-Kaiowa families niet geholpen zouden zijn door de mensenrechtenorganisatie
die alle noodzakelijke bureaucratische procedures om onteigening te voorkomen
voor de indianen uitvoerde.
Literatuurlijst:
Drs. L.C. Brouwer,
Promotie: 'Nutrient cycling in pristine and logged
tropical rainforest. A study in Guyana',faculteit Ruimtelijke Wetenschappen,
RUL 1996
Dagblad de Gelderlander
Onderzoek: te weinig actie redding regenwoud,
940322
Hoogmoed, M.S. en Jong, R. de (1991). Tropisch
Regenwoud.
Nationaal Natuuristorisch Museum, Leiden.